Op aarde wemelt het van de beelden, geluiden, geuren, trillingen, elektrische en magnetische velden. Het meeste daarvan ligt buiten het bereik van de mens. In ‘Een immense wereld’ laat Ed Yong je de zintuiglijke wereld binnentreden van andere diersoorten.
De hond houdt stil bij een bloemenperkje en begint rond te snuffelen. Bij elke inademing blazen zijn neusgaten, uitlopend in zijwaartse spleten, verse geuren zijn neus in. Het ongeduldige baasje trekt aan de riem. ‘Meekomen, hier is niks te zien.’ Het is een bekende scène op straat: baasjes die hun huisdier het plezier van snuffelen ontzeggen. Niet uit kwade wil, maar eerder omdat mensen geen benul hebben van de belevingswereld van andere diersoorten.
Voor de mens, levend in een visuele wereld, is er niks te zien aan dat stukje aarde. Voor honden met hun geweldige reukvermogen geven geuren kleur aan het leven. Ze volgen geursporen en zoeken naar plekken waar andere honden zijn geweest. “Voor honden worden steden doorkruist van geuren die de levensverhalen en geschiedenissen van hun bewoners met zich meedragen”, zoals wetenschapsjournalist Ed Yong het beschrijft in zijn boek ‘Een immense wereld’, waarvan recent de Nederlandse vertaling verscheen.
Umwelt
Je kunt een hond, mens, wezel, sprinkhaan, olifant en vleermuis in dezelfde fysieke ruimte zetten en al deze wezens zullen die ruimte op verschillende manieren waarnemen en ervaren. Elk dier, inclusief de mens, is opgesloten in zijn eigen unieke zintuiglijke zeepbel, waarvoor Yong het woord ‘Umwelt’ gebruikt: het deel van de omgeving dat een dier kan voelen en ervaren. Toch kijken wij vaak naar het leven van andere dieren vanuit onze eigen zintuigen, daar is de hond aan de lijn een sprekend voorbeeld van. In ‘Een immense wereld’ dompelt Yong zich onder in de zintuiglijke wereld van andere soorten in een poging hun leven beter te begrijpen.
Yong staat bekend om zijn meesterlijke verhalen over al wat de biologische wetenschap onderzoekt en ontdekt, zijn stukken verschijnen onder andere in het Amerikaanse magazine The Atlantic. In zijn boekdebuut ‘De microben in ons’ verkende hij al de wereld van de micro-organismen die op het menselijk lichaam leven. Voor zijn verslagen over het coronavirus ontving hij de Pulitzerprijs. Met ‘Een immense wereld’ bewijst hij opnieuw dat hij bakken aan wetenschappelijke kennis kan omtoveren tot een meeslepend verhaal dat met elke pagina meer verwondering opwekt.
Bidsprinkhaankreeft
In geuren en kleuren vertelt Yong over de labs die hij bezoekt, de wetenschappers die hij spreekt en wat hem dat leert over de elektrische velden zoals haaien en vogelbekdieren ze waarnemen, de magnetische velden die roodborstjes en schildpadden detecteren, spinnen die luchtstromingen voelen, bijen en vogels die ultraviolet licht zien, en het bizarre zicht van de bidsprinkhaankreeft. Die laatste, de pauwbidsprinkhaankreeft (Odontodactulus scyllarus) is een zeeschaaldier met twee ogen die de auteur beschrijft als ‘roze muffins gewikkeld in blauwe folie’ aan de ‘uiteinden van beweeglijke stengels’. Volgens hem de vreemdste ogen van de planeet, en niet alleen vanwege hun uiterlijk. In de ogen van dit diertje zitten maar liefst elf typen fotoreceptoren om kleuren te zien, waar de mens er drie heeft. Het oog zit zó complex in elkaar dat onderzoekers moeite hebben zich een voorstelling te maken van wat deze dieren zien en waar ze hun kleurenspectrum voor gebruiken.
Aan elk zintuig is een apart hoofdstuk gewijd, waarin de diversiteit van dat zintuig onder soorten centraal staat. Tijdens zijn reis langs hun perceptuele werelden, ontkomt Yong er niet aan om uit te leggen hoe zintuigen werken en hoe opgevangen informatie de hersenen bereikt. In elk hoofdstuk vind je daarom een paragraaf verplichte schoolboekbiologie, bijvoorbeeld over de werking van fotoreceptoren, de lichtgevoelige cellen in het netvlies die licht opvangen. Het boek bevat sowieso duizelingwekkend veel informatie (45 pagina’s aan wetenschappelijke referenties) met onderaan de pagina’s vaak nog noten met extra weetjes die Yong niet in de hoofdtekst kwijt kon. Je zou ze als storend zou kunnen ervaren, ware het niet dat het weetjes zijn die je wil weten.
Licht- en geluidsvervuiling
In het laatste hoofdstuk verlaat Yong het pad van de verbeelding en verwondering, om af te sluiten met een kritische noot over onze verantwoordelijkheden jegens de natuur. Met ons lawaai en kunstmatig licht overweldigen of verwarren we de zintuigen van dieren. Denk aan kustverlichting die pasgeboren schildpadden weglokt van de oceanen, onderwatergeluiden die de roep van walvissen overstemmen en glazen ruiten die op de vleermuissonar als water overkomen. We moeten proberen hun werelden binnen te treden, is de boodschap achter het boek, beseffen dat de ervaringen van andere dieren verschillen van de onze en bescherming verdienen. Zo is ‘Een immense wereld’ tegelijkertijd een pleidooi om ‘de stilte te redden en de duisternis te behouden’.