Naar de content

De ware emotie op je gezicht

Nemo en Dory en een schaduw aan vissen op een blauwe achtergrond.
Nemo en Dory en een schaduw aan vissen op een blauwe achtergrond.
Pixar

Gezichtsuitdrukkingen zijn aangeboren. De spieren in je gelaat veranderen automatisch als je bang bent of je blij voelt. Andere mensen herkennen die van je gezicht afdruipende emoties feilloos. Maar nieuwer onderzoek trekt die theorie in twijfel: niet iedereen trekt hetzelfde gezicht bij angst of blijdschap, en over het algemeen kunnen mensen andermans emoties puur op basis van zijn gezicht nauwelijks herkennen.

Ik heb een enorm harige Bert-van-Bert-en-Ernie-wenkbrauw die altijd wat fronsend overkomt. Zelfs als ik met vrolijke gedachten over straat wandel, roepen soms mensen spontaan: ‘Hé, kijk niet zo boos!’. Ik vraag me dan altijd het volgende af. Óf ik kijk en ben bozer dan ik denk, óf die mensen zijn misschien slechter in gezichten lezen dan meestal wordt verondersteld.

Als we afgaan op de algemeen geaccepteerde wetenschappelijke stand van zaken, zijn omstanders heel goed in gezichten lezen en hebben ze gelijk: waarschijnlijk ben ik boos.

Een zwart-wit foto van een groep mensen met verschillende gezichtsuitdrukkingen.

Ekmans’ zes basisemoties.

Paul Ekman

Dat weten we sinds hoogleraar psychologie Paul Ekman in 1969 het prestigieuze tijdschrift Science haalde, toen hij aantoonde dat Brazilianen, Japanners en Amerikanen negen van de tien keer goed onderscheid kunnen maken tussen gezichtsfoto’s waarop typische angst, woede, blijdschap, verdriet en walging te zien zijn. Ekman stelt dat dit de zes basisemoties zijn waarbij je altijd dezelfde gezichtsuitdrukking vertoont. De emoties druipen als het ware van je gezicht af. Of je dat nu wil of niet. Omdat ze onvrijwillig plaatsvinden en iedereen ze zo goed herkent, zegt Ekman dat ze aangeboren en instinctief zijn.

Op basis van Ekmans werk geven beveiligingsbedrijven inmiddels miljoenen euro’s uit om gevaarlijke – extreem agressieve of angstige – mensen via hun gezichtsstand uit de menigte te plukken. In Nederland werken onderzoekers van TU Delft bijvoorbeeld aan een camerasysteem dat gezichten op instinctieve emoties scant om het gedrag van mensen te voorspellen.

Ekman in Nederland

Hoewel er al meer dan tien jaar wordt getwijfeld aan Ekmans emotie-theorie, hindert niet dat de populariteit ervan. Tijdens het Groot Nationaal Onderzoek, dat werd uitgezonden op het TV-programma Labyrint, werd Ekmans methode gebruikt om aan te tonen hoe goed Nederlanders zijn in het herkennen van elkaars emoties. En naast de TU-Delft werkt het Amsterdamse bedrijf ThirdSight ook aan computerprogramma’s die emoties herkennen. Op hun website staat: ‘Nu kan iedereen emoties direct herkennen zonder enige training.’

Twijfels

Ekmans onderzoek wordt de laatste jaren meer en meer in twijfel getrokken. Toen kort geleden een groep wetenschappers in het tijdschrift Current Directions in Psychological Science enthousiast Ekmans vondsten en die van anderen op een rijtje zette, botste dat op stevige kritiek van Lisa Feldman Barrett, psycholoog aan de Northeastern University in Boston. Ze schreef twee weerwoordartikelen die in dezelfde editie van dat tijdschrift werden geplaatst.

Barrett is de eerste die zal toegeven dat er op iemands gezicht heus emotie af te lezen valt; alleen ligt het verhaal volgens haar een stuk genuanceerder dan Ekman beweert. Volgens de psychologe is andermans gezicht slechts een startpunt om kaas te maken van welk soort emoties iemand zou kunnen hebben. Of een ander zich echt angstig, boos, verdrietig, pijnlijk of blij voelt, bepalen we op basis van zaken die om hem of haar heen gebeuren – de context.

Twee foto's van voornamlig Minister van Marine van de VS Jim Webb die een juichend gebaar maakt.
Redux, Trends in Cognitive Sciences

‘Kijk naar senator Jim Webb. Op de linkerfoto ziet hij er boos en geïrriteerd uit’, schrijft Barrett. ‘Maar in de context van de situatie ziet hij er blij en extatisch uit.’ Dat ligt aan de situatie en de omstanders die je ziet. Die is zo belangrijk, dat je zelfs het gezicht van de hoofdpersoon nauwelijks hoeft te bekijken om je voor te kunnen stellen hoe hij of zij zich voelt. Barrett verwijst daarmee naar onderzoek waaruit blijkt dat Japanners altijd naar de gezichten in de menigte om de hoofdpersoon heen kijken.

Ook de lichaamshouding is een belangrijke context die roet in het eten gooit voor Ekmans standaard-gezichtsuitdrukkingen. Nederlandse wetenschappers van de Universiteit van Tilburg vonden stapels onderzoek dat dat aantoont dat lichaamstaal minstens net zo belangrijk is als je gezicht. Gezichtsemoties zijn zelfs makkelijk verkeerd in te schatten zonder context. Barrett illustreert dat punt met een andere foto, ditmaal van tennisster Serena Williams. Ingezoomd ziet het eruit alsof ze enorm veel pijn lijdt, maar wanneer je de foto in context ziet, zou je dat niet meer zeggen.

Twee foto's van een tennisser met haar mond open.

Lijdt Serena Williams pijn? Misschien niet.

Current Directions in Psychological Science

Juist het feit dat exact hetzelfde gezicht zowel extreme pijn als blijdschap kan uitstralen, laat volgens Barrett zien dat er helemaal geen typische emoties bestaan zoals Ekman beweert. ‘Er is een enorme variatie in wat mensen met hun lichaam en gezicht doen als bang of kwaad zijn’, zegt ze. Net als bij Serena Williams lopen de typische gelaatstrekken wel eens over van de ene emotie naar de andere. Boze mensen lachen bijvoorbeeld soms wel eens. En wie heeft niet eens iemand zien huilen van geluk?

Scoren

Als de situatie complexer ligt, dan is het eigenlijk vreemd dat de proefpersonen in Ekmans oorspronkelijke _Science_-publicatie in maar liefst negen van de tien gevallen de goede emotie bij het gezicht wisten te plaatsen. Volgens Barrett ligt dat aan de onderzoeksopzet. Het was allemaal eigenlijk iets te gekunsteld en gemakkelijk. De foto’s waren van acteurs die stereotype gezichten trokken, en Ekman wist al vooraf welke emoties ze moesten uitbeelden. De vragen voor de deelnemers die emoties moesten raden waren in meerkeuzevorm. Onder de foto kon je kiezen uit zes emoties: verrastheid, boosheid, angst, blijdschap, verdriet en walging. Streep maar aan.

Het probleem volgens Barrett is dat Ekman met zo’n insteek voorspelbare verwachtingen voor zichzelf én zijn proefpersonen schept. Hij weet altijd welke emotie hij zoekt, en door de meerkeuzevragen hoeven de proefpersonen zich alleen maar af te vragen welke van de zes emoties het meest past bij de foto, in plaats van dat ze zelf een echte inschatting maken.

Maar, zo stelt Barrett, als mensen echt een aangeboren instinct hebben om feilloos emoties te herkennen, dan hebben ze geen meerkeuzevragen nodig. Dan zouden ze zelf de goede antwoorden moeten kunnen bedenken.

Dat is al eens geprobeerd. ‘Veelbelovend zijn de resultaten niet’, schrijft Barrett. Zodra mensen zelf moeten bepalen wat ze aan emotie op een typische Ekman-foto zien, scoren ze ineens ondermaats, ontdekte psycholoog James Russell van Columbia University in 1994.

Om maar wat te noemen: bij een foto met een gezicht dat volgens Ekman typische walging toont, verzinnen mensen in negen op de tien gevallen allerlei emoties, maar vooral niet walging. Verveling, teleurstelling, in de war zijn, onverschilligheid en arrogantie worden bij elkaar vaker genoemd dan walging. Uiteindelijk, zo stelde Russell, scoren mensen niet beter dan toeval. Dat wil zeggen: als proefpersonen zelf emoties puur op basis van gezichtsuitdrukkingen moeten inschatten, doen ze het niet beter dan als dobbelsteen over hun antwoorden hadden laten beslissen.

Dat roept de vraag op of onze herkenning van emoties in iemands gezicht überhaupt wel een aangeboren truc is die mensen overal ter wereld delen. Dat valt goed te zijn bij mensen die blind worden geboren. Als gezichtsemoties aangeboren zijn, mag je verwachten ook blinden de typische Ekman-gelaatstrekken vertonen.

Atleten

In 2009 ontdekten wetenschappers dat zelfs blinde atleten op de een zogenaamde Duchenne-lach vertonen als ze een wedstrijd winnen. Dat is zo’n lach die je niet kan onderdrukken als je iets prettigs meemaakt – hij begint altijd subtiel en pakt breed uit. Als er één universele aangeboren emotie op onze gezichten is te zien, dan is het deze.

Maar dat doen ze niet. Psycholoog Dario Galati herhaalde de Ekman-proef, maar in plaats van foto’s van acteurs die stereotype gezichten trokken, vroeg hij blind geboren mensen om boze, blije, neutrale, verdrietige, walgende, angstige en verraste gezichten te trekken. Die foto’s legde vervolgens à la Ekman voor aan een groep proefpersonen – meerkeuze uit de zes basisemoties dus. De resultaten klopten van geen kanten. Zo dachten Galati’s proefpersonen dat de foto’s van blinde mensen die een walgend gezicht trokken voornamelijk blijdschap lieten zien. Angst werd juist vooral ingeschat als verrast zijn, boosheid, blijdschap en verdriet. Maar niet als angst. De neutrale gezichten van de blinde mensen werden gescoord als verrast, verdrietig en walgend.

Aangeboren zijn onze typische gezichtsuitdrukkingen dus niet zomaar. Behalve misschien lachen en huilen – dat doen baby’s al vanaf dag één. Barrett pleit daarom voor een meer genuanceerd beeld. Tuurlijk, schrijft ze, zijn onze gezichten emotioneel en geven ze een indicatie van iemands belevingswereld. Maar bewijs om aan te nemen dat er zes aangeboren basis-emoties die spontaan op je gezicht verschijnen, is er volgens haar niet. De psychologe ziet het anders: we vertonen heus wel aangeboren emoties op ons gezicht, maar deze zijn besmeerd zijn met een dikke laag cultuur. We leren de gezichtsuitdrukkingen door imitatie – en we passen ons braaf aan op de stereotype uitdrukkingen uit theater, cartoons en films.

‘Hoe vaak zie je iemand een pruillip trekken omdat ze verdrietig zijn? Wanneer ze het symbolisch bedoelen’, zegt ze. ‘Zoals in cartoons of erg slechte films.’ Mensen laten hun onderlip zien wanneer ze zielig gevonden wíllen worden, en niet per se omdat ze zich echt verdrietig voelen, vindt Barrett. Het is een karikatuur van een huilgezicht dat misschien ergens wel enigszins aangeboren kan wezen.

Experimenten onder jager-verzamelaar-stammen die totaal niet bekend zijn met westerse symbolische theatrale emoties bevestigen Barretts vermoeden. Inheemse stammen op Borneo en Papoea-Nieuw-Guinea raden met Ekmans acteur-foto’s en meerkeuzevragen gemiddeld minder dan de helft goed. De antropoloog Richard E. Sorenson legde Ekmans proef voor aan de Fore-stam op Borneo, en ontdekte dat inboorlingen die wel eens een westerse film keken, beter waren in Ekmans proef dan mensen die er nog nooit een hadden gezien.

Neutraal

Verder vraagt Barrett zich af hoe vaak mensen in werkelijkheid echt zo vaak stereotype gezichtsuitdrukkingen vertonen. Volgens haar kijken mensen meestal gewoon zoals ze kijken: neutraal. Of, zoals het geval is met mijn Bert-van-Bert-en-Ernie-wenkbrauw, een beetje boos. Maar theatraal zoals de Ekman-foto’s, of krachtig zoals bij Jim Webb en Serena Williams, komt per persoon dagelijks zelden voor.

Ook Ekman heeft zijn aandacht inmiddels verschoven naar de meer neutrale gezichten. Toch zegt hij dat een neutraal gezicht ook veel emotie kan bevatten: de zogenaamde micro-expressies. Volgens Ekman maken micro-expressies het verschil tussen een oprechte lach en die van een leugenaar. Op basis van dit spannende idee is ook de televisieserie Lie to Me op Ekman gebaseerd, waarbij criminele leugenaars door een professor feilloos worden ontmaskerd.

Nemo en Dory en een schaduw aan vissen op een blauwe achtergrond.

Overdreven gelaten, of het echte werk?

Pixar

Maar Ekman zelf heeft het onderzoek hiernaar niet in wetenschappelijke bladen gezet, dus andere onderzoekers kunnen niet controleren of deze beweringen wel kloppen. Hij zegt dat hij zijn werk liever geheim houdt omdat hij bang is dat terroristen ermee aan de haal gaan. Een van de weinige plekken waar iedereen met zijn eigen ogen Ekmans werk kan beoordelen, is in de animatiefilms van Pixar, bekend van films als Finding Nemo en Up. Pixar gebruikt Ekmans analyseprogramma om micro-expressies op gezichten in hun films te stoppen.

Maar, zo vertelde Pixar-filmmaker Pete Docter op een psychologieconventie in 2005, zijn de micro-expressies meer een extra toevoeging dan de basis voor emoties in hun films. De studio werkt, meer in lijn Barretts voorstel, vooral met context en symboliek, zoals lichaamstaal en stereotype gezichtsuitdrukkingen. Pas als die geanimeerd zijn, denken de animatie-experts na over het gebruik van micro-expressies. Slagroom op het toetje, zeg maar.

Hoe dan ook, psychologen zijn het er allemaal over eens: op ons gezicht valt iets qua emotie af te lezen. Maar hoe dat dan gaat en hoeveel daarvan aangeboren of cultureel is, blijft een kwestie van discussie en onderzoek. Intussen overweeg ik om mijn wenkbrauw bij te knippen.

Bronnen