De golfstroom dreigt stil te vallen, misschien al wel rond 2060. We zullen strenge winters voor de kiezen krijgen en onze landbouw gaat in de problemen komen. Maar wat is het effect op de natuur? Welke gevolgen heeft het voor reizende vissen?
De golfstroom brengt warm zeewater vanuit de Golf van Mexico onze kant op. Dat is fijn, want hoewel we graag klagen over het weer is ons klimaat dankzij de golfstroom relatief warm en stabiel. Helaas voorspelt een studie van de Universiteit Utrecht dat de toevoer van warm water rond 2060 wel eens zou kunnen afnemen. Dat wordt dus ijskrabben. Maar naast kou zijn er nog andere gevolgen voor de natuur.
Surf mee
De vader van visje Nemo en de schildpad Crush wisten het al: het is goed surfen op oceaanstromen, dude. Dikkopschildpadjes die in Florida uit het ei kruipen, flipperen daadwerkelijk de golfstroom in. De stroming helpt ze om naar het voedselrijke water rond de Sargassozee te zwemmen. Ook gezenderde blauwvintonijnen blijken de golfstroom te gebruiken. Het water werkt als een natuurlijke transportband. Aan het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek doet Pieterjan Verhelst onderzoek naar een andere vis: de paling.
Palingen die in Nederland rondzwemmen, steken de oceaan over om zich voort te planten in de Sargassozee. Die ligt ten noordoosten van het Caribisch gebied. Niemand heeft het ooit zien gebeuren, maar daar ergens kruipen de larven uit het ei. Ze doen er vervolgens twee tot drie jaar over om hier bij de kust te komen. Die afstand zwemmen de larven niet helemaal zelf. “Het zijn geen sterke zwemmers”, zegt Verhelst. Ze zijn overgeleverd aan de stroming van het water. Zo komen ze aan de andere kant van de wereld.
De larven zijn speciaal aangepast op een leven op de golfstroom, legt Verhelst uit. “Ze zijn maar een paar centimeter lang en lijken nog niet op een paling.” De onderzoeker vergelijkt de doorzichtige diertjes met een wilgenblaadje, dat gemakkelijk mee drijft met de stroom. “Ze hebben ook een heel specifieke kop met een rare bek. Hun tanden staan alle kanten op.” Er is niet veel onderzoek gedaan naar de vreemde diertjes, maar vermoedelijk leven ze van zeesneeuw: resten van dode dieren en planten die langzaam naar de zeebodem dwarrelen. Verder is er niet zo veel te eten voor de golfstroomsurfers, zegt Verhelst.
Geen stroming, geen paling
Wanneer ze na twee of drie jaar op de golfstroom de kust van de Noordzee bereiken, veranderen de larven in glasalen. Die kleine visjes zwemmen onze rivieren op. In het binnenland hopen ze een plek te vinden om uit te groeien tot grote palingen. Maar wat als de golfstroom de larven niet meer hierheen brengt? Dat zou slecht nieuws zijn voor de paling, verwacht Verhelst. “Voor de Europese paling is het nog niet aangetoond. Maar van de Japanse paling weten we dat er in jaren met een zwakke zeestroom minder glasalen zijn.”
Er is nog niet veel onderzoek naar hoe verschillende dieren meeliften op de golfstroom. Er zullen er meer zijn, denkt Verhelst. Krill bijvoorbeeld, dat bestaat uit kleine kreeftachtigen. Die diertjes hebben ook maar weinig te zeggen over welke kant ze op gaan. En de eitjes of larven van andere vissen. “Zwaardvis, blauwvintonijn en andere pelagische soorten bijvoorbeeld.” Pelagische soorten zijn vissen die in de bovenste waterlaag zwemmen. “Ze planten zich voort in open water. Maar dat is eigenlijk een woestijn.” Er is weinig te eten voor vissenlarven. Ze moeten met stromingen meedrijven naar het voedselrijke gebied waar ze opgroeien. Of het veranderen van de golfstroom daar effect op heeft, weten we niet. Het ligt wel voor de hand.

Allerlei vissoorten gebruiken de golfstroom als manier om de wereld over te reizen.
Lance Anderson, via Unsplash.comWanneer de golfstroom hapert, werkt dat door in andere zeestromingen, verwacht Katja Philippart van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee. “Tot in de haarvaten.” Ook de circulatie van water in de Noordzee zal veranderen. “Dat kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor haring.” Voor de kust bij Schotland en Engeland liggen een aantal kraamkamers voor die vissoort. Daar komen de larven uit het ei. Maar de kinderkamers, waar ze uitgroeien tot volwassen vissen, liggen voor de kust van Nederland en Denemarken. Om daar te komen, drijven de larven mee op de stroming van de zee. Wanneer die stroming stopt, wordt haringhappen een lastig verhaal.

