Naar de content

Over vier jaar loopt de mammoet weer op aarde rond, als we het bedrijf Colossal moeten geloven. Het is bezig om met DNA uit bevroren mammoeten de diersoort terug te brengen. Tegenover dit optimisme staan echter grote zorgen om onvoorziene gevolgen van het ‘terugbrengen’ van de mammoet.

We zijn in Alaska. De stuivende sneeuw is gaan liggen nu onze helikopter is geland. Mijn ogen beginnen te tranen in de ijzige wind hier op de toendra. Voor ons strekt zich een glooiende, witte vlakte uit, met hier en daar plukken bruin en groen van mos en grassen. ‘Piep.’ Onze gids vangt een signaal op met zijn antenne. We volgen hem, het bevroren mos krakend onder onze voeten. Dan steekt hij zijn hand op. Naast zijn laars zien we een pootafdruk zo groot als een koekenpan, een meter verder nog een, en nog een. “Mammoth”, constateert hij. En inderdaad: vanachter een heuvel in de verte doemen de silhouetten op van een landreus die vierduizend jaar lang niet meer bestond. De matriarch van de kudde heft haar slurf en over de toendra schalt een prehistorische trompet. Lange haren wapperen in de wind. De mammoet is terug.

Loopt hier straks weer de mammoet rond?

David Mark (12019), Pixabay license.

Dit zou een toekomstige vakantie voor de superrijken kunnen zijn: een bezoekje aan de mammoet 2.0. Onderzoekers van het Amerikaanse bedrijf Colossal willen de mammoet in 2027 weer tot leven wekken via gentechnologie. Uitsterven is niet voor altijd, aldus de initiatiefnemers. Ze behoren tot een groep wetenschappers en ondernemers die verdwenen diersoorten willen terugbrengen uit de dood via de-extinctie (‘ont-uitsterving’). Naast de wolharige mammoet staan ook de dodo, de trekduif en de Tasmaanse buidelwolf op de planning. Maar niet iedereen staat te popelen. Brengen ze wel een diersoort terug? En tegen welke prijs doen ze dat?

Verantwoordelijk voor uitsterven

De laatste wolharige mammoeten stierven omstreeks 1650 voor Christus uit op het Russische eiland Wrangel. Van het vasteland waren ze al verdwenen door grootschalige klimaatverandering na de laatste ijstijd. Jacht door mensen heeft waarschijnlijk het laatste zetje gegeven. Sommige wetenschappers vinden dat we als mensen een plicht hebben om de soort terug te brengen, omdat we ook verantwoordelijk zijn voor het uitsterven. Volgens ethicus Bernice Bovenkerk gaat die redenering niet op: “Je kunt geen plicht hebben jegens wat er niet is. Bovendien offer je voor het terugbrengen ook dieren op.”

Knutselen met olifanten

Om de mammoet terug te brengen halen de Amerikanen stukjes oud DNA uit bevroren mammoeten uit het poolgebied. Die stukjes plaatsen ze in het DNA van een Aziatische olifant, de meest nauw verwante levende neef van de mammoet. Die gemengde DNA-code zetten de onderzoekers in de eicel van een Aziatische olifant. De bevruchte eicel brengen ze vervolgens in de baarmoeder van een Afrikaanse olifant.

Als het experiment slaagt, komt er strikt gesproken dus nooit precies een mammoet terug. Het bedrijf spreekt daarom ook van een ‘koude-resistente mammoet-olifanthybride’ met bijvoorbeeld kleine oren, meer onderhuids vet en een lange vacht – een ‘mammofant’ in sommige media. “Het is hoogstens een invaller voor de mammoet”, stelt bio-ethicus Bernice Bovenkerk van de Wageningen Universiteit. De IUCN, de grootste natuurbeschermingsorganisatie ter wereld, gebruikt om die reden niet de term ‘de-extinctie’, die suggereert dat uitsterven omkeerbaar is, maar ‘proxycreatie’, het creëren van invallers. “Bovendien komt het dier in een ander ecosysteem terecht. Het dier dat je terugbrengt heeft een ander microbioom (darmbacteriën en andere micro-organismen, red.) en ander gedrag, want het leert van surrogaatouders.” Welke olifant kan een mammoetkalf immers leren leven als een mammoet? De bestaande olifanten kennen de toendra net zo goed als een ijsbeer het tropisch regenwoud.

De Aziatische olifant is nauw verwant aan de mammoet. Daarom wil Colossal een hybride maken tussen oud DNA van de mammoet en DNA van deze olifant.

tontantravel, via Wikimedia Commons, CC BY-SA 2.0.

Dierenleed

Met één mammoet heb je nog geen soort teruggebracht. “Je brengt individuen terug, maar voor een soort heb je een levensvatbare populatie nodig, met genetische variatie”, aldus Bovenkerk. Je hebt genoeg mannetjes en vrouwtjes nodig, en de dieren moeten kleine verschillen hebben in hun genetische code. Dat werkt als een soort verzekering: als de omgeving verandert, zullen er altijd genoeg overleven die zich voortplanten. Die genetische variatie heb je niet als je een mammoet maakt met stukjes DNA, tenzij je het DNA van vele verschillende mammoeten elk in het DNA en een eicel van een Aziatische olifant brengt.

Hoeveel eicellen en draagmoeders van Aziatische en Afrikaanse olifanten moeten we opofferen voordat we een geslaagde mammoet hebben? Beide soorten zijn zelf bedreigd in hun voortbestaan. “Eigenlijk is het een groot dierexperiment”, stelt Bovenkerk. “In dat proces zullen dieren gaan lijden. Het getuigt van menselijke hoogmoed. De motivatie van Colossal is volgens mij vooral dat de technologie cool is en dat ze willen testen wat de mogelijkheden zijn. Daarvoor worden dieren gebruikt alsof het dingen zijn waarop je kunt experimenteren. Veel dieren zullen doodgaan voordat er een levensvatbare en gelijkende ‘mammoet’ is.”

De kans dat de eerste nieuwe mammoet gezond ter wereld komt en blijft leven, is klein. In 2003 deden onderzoekers een poging om de uitgestorven Pyrenese steenbok tot leven te wekken door de laatste steenbok te klonen, met als draagmoeders de Spaanse steenbok of een kruising tussen geit en Spaanse steenbok. Uit 57 pogingen werden 7 dieren zwanger; bij 6 daarvan brak de zwangerschap spontaan af. Uiteindelijk werd één lammetje geboren, maar na een paar minuten stierf het dier vanwege een longaandoening. De Pyrenese steenbok was voor de tweede keer uitgestorven.

Muskusossen (hier in Alaska) grazen al in het Pleistoceen Park in Rusland.

Gregory ‘Slobirdr’ Smith, via Wikimedia Commons, CC BY-SA 2.0.

Stampen voor het klimaat

Er staat volgens Colossal echter meer op het spel dan het terugbrengen van een diersoort: het redden van het klimaat. De mammoet zou een verdwenen ecosysteem terugbrengen, namelijk de mammoetsteppe. ‘s Winters zouden de kuddes de sneeuw opzijschuiven, zodat de bodem dieper en langer bevroren blijft. Uit een veertig jaar durend experiment in Siberië, het Pleistoceen Park, blijkt hier een kern van waarheid in te zitten. In het park van 20 km2 vertrappen zo’n 180 grazers de sneeuw, en dat leidt daadwerkelijk tot een koudere bodem. Maar als het lukt met paarden, rendieren en muskusos, waarom heb je dan een mammoet nodig?

Bovendien is de nieuwe mammoet niet vanzelfsprekend de oude. Het is in feite een genetisch ontworpen dier, dat nooit eerder heeft bestaan. De effecten daarvan zijn lastig te voorspellen. Bovenkerk: “Als het een andere ‘soort’ is, kan die soort ook invasief worden.” Als de nieuwe mammoet het uitstekend doet en onverwacht snel uitbreidt, kan dat ten koste gaan van bestaande planten- en diersoorten in de toendra. Zo kunnen olifanten op de Afrikaanse savanne nadelig zijn voor kleine grazers, omdat ze bomen omduwen en minder beschutting over laten.

Rouw

Bovenkerk vraagt zich af of de natuurbescherming de-extinctie wel moet omarmen. “Tot nu toe draaide natuurbescherming om het beperken van menselijk ingrijpen. Nu ga je juist doelbewust ingrijpen vanuit de overtuiging dat je snapt hoe het werkt en volledige controle hebt. Je speelt voor god. Moet je dat willen als natuurbeschermers? Ben je iets aan het behouden of iets nieuws aan het creëren? De onderliggende waarde van natuurbescherming is dat er iets buiten onszelf is dat zichzelf in stand houdt; het draait om de autonomie van dieren. Deze de-extinctie-dieren zullen in het begin juist sterk afhankelijk zijn van menselijk ingrijpen.”

Misschien moeten we gewoon accepteren dat zo’n machtig dier als de mammoet nooit meer terugkomt. Het verlies van een soort is een rouwproces, dat de-extinctie ontwijkt. “Je overleden huisdier kun je al kloneren, maar je krijgt nooit hetzelfde huisdier terug”, trekt Bovenkerk als vergelijking. “Uiteindelijk zal ook dat dier doodgaan en heb je opnieuw een verlies. Die rouw heb je te nemen.” Voorstanders van de-extinctie grijpen dat verdriet aan om een verantwoordelijkheidsgevoel op te roepen om het tij te keren: het verlies schijnbaar ongedaan te maken met een mammoet-stand-in. De ethicus kijkt daar anders tegenaan: “Dat verantwoordelijkheidsgevoel kunnen we beter inzetten om huidige dieren te behouden.”

Doe de mammoetquiz! Reis met NEMO Kennislink mee door een toekomstscenario met de mammoet:

Bronnen
ReactiesReageer