Naar de content

Dankjewel: geen woorden, maar daden

Trey Ratcliff voor Flickr via CC BY-NC-SA 2.0

Zeg jij altijd netjes ‘dankjewel’ als iemand je iets aangeeft? Uit een groot wereldwijd onderzoek blijkt dat we dit met zijn allen veel minder vaak doen dan je zou verwachten. Sommige talen hebben zelfs geen woord voor ‘dankjewel’. Dat is volgens de onderzoekers ook prima te verklaren.

In de hitserie Game of Thrones krijgt de beeldschone Daenerys Targaryen van haar kersverse echtgenoot een prachtig wit paard cadeau. Ze wil hem bedanken, maar is nog niet zo bekend met het Dothraki, de taal van zijn strijdende nomadenvolk. Uit navraag blijkt dat zijn taal geen woord kent voor ‘dankjewel’ – wat karakteristiek lijkt voor zijn barbaarse volk.

Een fictief voorbeeld, dat toch niet helemaal uit de lucht blijkt gegrepen. In werkelijkheid bestaan er namelijk verschillende talen waarin een woord om je dankbaarheid te uiten ontbreekt, waaronder het Cha’palaa in Ecuador en het Murrinhpatha in Australië. Dit is echter geen teken van onbeschaafdheid, zo blijkt uit onderzoek van een internationaal team van taalkundigen.

Daenerys Targaryen ontdekt in Game of Thrones dat de taal van haar kersverse echtgenoot geen woord kent voor ‘dankjewel’.

“Het is helemaal niet onbeleefd; het past juist binnen de verwachting dat je wordt geholpen als dat nodig is”, aldus Nick Enfield, hoogleraar Taalwetenschap aan de universiteit van Sydney en een van de hoofdonderzoekers. En aan die verwachting wordt meestal ook voldaan, zo laten zijn onderzoeksgegevens zien. Samen met collega’s die veldwerk doen in acht verschillende talen en culturen verspreid over de wereld, speurde hij in filmopnames van alledaagse, informele situaties naar fragmenten met verzoeken om hulp. Meestal vroeg iemand hier aan een ander om even iets aan te geven, vast te houden of weg te leggen. Van de 1057 van dit soort verzoeken die ze vonden in hun archieven, werden er 928 ingewilligd (87,8 procent). Dit toont volgens de onderzoekers een algemene, cultuur overstijgende norm voor hulp en samenwerking.

Gemiddeld voeren mensen zeven van de acht verzoeken ook daadwerkelijk uit. Het gaat hier om verzoeken in alledaagse, huiselijke situaties, zoals ‘Wil je X even aangeven/vasthouden/wegleggen?’

Floyd et al (2018)

‘Dankjewel’ is goedkoop

Van deze 928 ingewilligde verzoeken gingen de onderzoekers vervolgens na hoe vaak de helper expliciet werd bedankt met een woord of een gebaar. Dit gebeurde in slechts 5,5 procent van de gevallen: 51 keer. In het eerder genoemde Cha’palaa gebeurde het helemaal niet en zelfs in het Engels, dat toch bekend staat om zijn soms wat overdreven beleefdheid, kwam de meter niet verder dan 14,5 procent.

Die uitkomst is minder vreemd dan ze misschien lijkt, aldus Enfield. “Woorden als ‘dankjewel’ zijn eigenlijk maar goedkoop. Ze hebben niet dezelfde waarde als een oprechte verbinding, waarin je weet dat de ander hetzelfde voor jou zou doen als dat nodig is. Een samenleving wordt niet bijeen gehouden door gemakkelijke aardigheden, maar door de oprechte wederkerigheid die aan sociale relaties ten grondslag ligt.” In zulke gemeenschappen is dankjewel zeggen dus niet nodig om de onderlinge verstandhoudingen gezond te houden.

In alledaagse, informele situaties worden mensen maar zelden expliciet bedankt voor hun hulp. In formele situaties, zoals in winkels of met vreemden, zal dit percentage naar verwachting hoger liggen. Enfield: “Daar is geen sprake van een persoonlijke relatie waarin hulp later als wederdienst geboden kan worden.”

Floyd et al (2018)

Niet representatief

Er zijn zelfs culturen die ‘dankjewel’ zeggen overdreven en onbeleefd vinden. “Sommige taalgemeenschappen, bijvoorbeeld het Hindi in Zuid-Azië, kijken zo naar het Engels”, vertelt Enfield. “Volgens hen benadrukt ‘dankjewel’ de onderlinge schulden te veel en maakt het een big deal van de gunsten die we elkaar continu verlenen. Je doet alsof iemand je leven heeft gered, terwijl hij je alleen een glaasje water heeft aangereikt.”

Kaart van Nederland met taalgebieden.

De acht onderzochte talen in het onderzoek.

Bloothooft e.a. voor NEMO Kennislink

Dit onderzoek laat zien dat we het Engels niet moeten zien als het uitgangspunt in onderzoek naar talen. Op basis van die taal zou je verwachten dat het vrij normaal is om je dankbaarheid te uiten in informele situaties. Enfield: “We gaan er automatisch van uit dat onze eigen taal het referentiepunt is, een soort ‘gemiddelde’. Maar wetenschappers hebben al vaak laten zien dat talen als het Engels en Nederlands in veel opzichten juist buitenbeentjes zijn.”

In de psychologie en taalwetenschap staan deze talen en culturen dan ook inmiddels bekend als WEIRD (Western, Educated, Industrialized, Rich, Democratic) – en dus niet representatief voor ‘de mens’. “De talen van kleine gemeenschappen die in dorpen leven, zoals het Siwu, het Cha’palaa of het Murrinhpatha, zijn waarschijnlijk veel representatiever voor de mens als soort. Zij leven nog zoals de mens bijna zijn hele geschiedenis heeft geleefd: in kleine groepen en met weinig contact buiten die groep.” Die talen laten hier duidelijk zien dat daden luider spreken dan woorden.

Bron:

Floyd, Simeon, Giovanni Rossi, Julija Baranova, Joe Blythe, Mark Dingemanse, Kobin H. Kendrick, Jörg Zinken & N. J. Enfield. 2018. Universals and cultural diversity in the expression of gratitude. Royal Society Open Science 5(5). 180391. doi:10.1098/rsos.180391

Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van een groot vergelijkend onderzoeksproject naar hoe mensen in het dagelijks leven samenwerken.

ReactiesReageer