Naar de content

Consument moet energieproducent worden

Mijlpaal voor Nederland met 1 gigawatt zonnestroom

Fraunhofer ISE

Terwijl wetenschappers druk doende zijn met het verbeteren van de prestaties van zonnecellen en -panelen, kan de consument pas het échte verschil maken. Volgens Marie Donnelly, directeur duurzame energie binnen het directoraat generaal energie van de Europese Commissie, moet de burger de stroomproducent van de toekomst worden.

Alleen met deze “democratisering van de energieproductie” kunnen we onze energieonafhankelijkheid veilig stellen. Donnelly zei dit tijdens de 29e European Photovoltaic Solar Energy Conference and Exhibition (EU PVSEC 2014) die deze week in de RAI te Amsterdam wordt gehouden.

Duizenden bezoekers en exposanten uit meer dan zeventig landen zijn hier aanwezig om hun nieuwste producten te tonen en kennis uit te wisselen. Volgens Donnelly is deze conferentie perfect getimed. Energieonafhankelijkheid staat gezien de gespannen politieke situatie in Oost-Europa en het Midden-Oosten immers weer hoog op de agenda.

Mijlpaal voor Nederland

Vooral Nederland heeft wat te vieren. Halverwege deze maand behaalde ons land een opgesteld vermogen van zonnestroom van precies 1 gigawatt (1000 megawatt). Volgens minister Henk Kamp van Economische Zaken, die het congres officieel opende, is één gigawatt slechts een kwart van ons doel. “Zoals ook verwoord in het Energieakkoord is 16% energie uit hernieuwbare bronnen in 2020 haalbaar”, aldus de minister in zijn openingsspeech. In 2050 moet een volledig duurzame energievoorziening zelfs haalbaar zijn.

In ons land bedroeg de omzet in de zonne-energiesector vorig jaar een miljard euro. “Waar Nederlandse bedrijven bijzonder goed in zijn, is het ontwerp van het zonnecelsysteem en hightech-oplossingen”, aldus Kamp.

Minister Henk Kamp en Marie Donnelly (EC) tijdens EU PVSEC2014

EU PVSEC 2014

Massaproduct uit Azië

De verwachting is dat wereldwijd het vermogen aan zonnestroom jaarlijks met zo’n 100 gigawatt zal gaan groeien. De voornaamste producenten zijn net als nu afkomstig uit Aziatische landen, met name China. De verplaatsing van de productie naar Azië – en een export tot zelfs onder de kostprijs – was de afgelopen drie jaren de reden dat in Europa veel fabrikanten failliet zijn gegaan. Inmiddels zijn de dumpprijzen internationaal aan banden gelegd.

Maar Europa zal zijn positie herwinnen, is de overtuiging van meerdere sprekers. Volgens conferentievoorzitter Teun Bokhoven zal distributie en opslag van zonnestroom in de nabije toekomst minstens zo belangrijk worden als de stroomproductie zelf. Bokhoven is tevens voorzitter van de TKI-EnerGO, onderdeel van Topsector Energie, waarbinnen energiebesparing in de gebouwde omgeving een grote rol is toebedeeld. Ook het eerder dit jaar gepresenteerde Solar Trendrapport 2014, benadrukt het belang van innovatie in opslagsystemen. Energie-opslag zou volgens deze marktanalyse zelfs belangrijker gaan worden dan innovatie in gebouwgeïntegreerde producten.

Installatie van dakgeïntegreerde zonnecellen voor het SolarBEAT-project van de TU/e. Innovaties in energie-opslag zullen in de toekomst belangrijker worden dan gebouwgeïntegreerde innovaties, voorspelt het Solar Trendrapport 2014.

TU/e

Europese innovaties

Als het gaat om de productie van zonnecellen is de positie van Europa weliswaar verzwakt, maar de zonnerevolutie is meer dan dertig jaar geleden niet voor niets op ons continent begonnen. Op het gebied van de technologie van het volledige zonnecelsysteem, inclusief invertors (die gelijkstroom omzetten naar wisselstroom) en accusystemen, zijn Europese landen innovatief en vooruitstrevend.

Volgens Eicke Weber, directeur van het grootste onderzoekscentrum voor zonne-energie in Europa, het Fraunhofer Institute for Solar Energy Systems ISE, zal kristallijn-silicium de komende decennia de dominante technologie voor zonnecellen blijven, ondanks allerlei innovaties met nieuwe materialen. Hoewel onderzoek vrijwel altijd plaatsvindt in een internationale context, blijft concurrentie van levensbelang, aldus Weber. Zijn instituut werkt veel samen met onderzoekers in de VS en Japan.

In Europa voert Duitsland nog steeds de boventoon. Een enorme inhaalslag in een duurzame energievoorziening werd bij onze oosterburen gemaakt als gevolg van de Energiewende: kernstroom werd daar taboe en de Duitse ambitie om tientallen procenten van zijn elektriciteit duurzaam te produceren is geslaagd. Dat lukte door een grootschalige installatie van zowel zonnepanelen als windturbines. Niettemin zijn onze oosterburen nog steeds grootgebruikers van fossiele brandstoffen, zoals bruinkool voor de elektriciteitsproductie.

Aanpassingen belastingstelsel

Net als in Denemarken was er voor de Duitsers geld te verdienen met schone energie. Inmiddels wordt in Duitsland het belastingstelsel aangepast omdat de belastingdienst veel geld misloopt bij opwekking van groene energie. Geld dat overheden in het algemeen wel incasseren als consumenten met fossiele brandstoffen opgewekte kilowatts consumeren. Ook in Nederland betalen we veel belasting over onze (fossiele) energierekening.

Zonnecentrale in Duitsland. Uit onderzoek van het toonaangevende Fraunhofer Institut ISE, gespecialiseerd in zonnetechnologie, blijkt dat de opbrengsten van Duitse zonnecentrales de verwachtingen met vijf procent overtreffen.

Fraunhofer ISE

Financiering voor transitie

De EU zal het hele transitieproces – de overgang van fossiel naar duurzaam – blijven subsidiëren, hoewel sommigen vinden dat subsidies overbodig zijn. Vanuit Europa zijn er vele miljarden beschikbaar om de zonnestroomeconomie en andere vormen van duurzame energie te ondersteunen. In 2020 moet twintig procent van het aandeel van de energieconsumptie bestaan uit renewables, in 2030 zal dit aandeel moeten oplopen tot ten minste 27 procent. De nationale doelstellingen worden opgeheven omdat, volgens Donnelly, regionale doelstellingen niet overeenkomen met de uiteenlopende geografische condities, zoals bijvoorbeeld het zonaanbod.

ReactiesReageer