Het Nationaal Archief heeft een nieuwe educatieve tentoonstelling gemaakt. Al speurzoekend komen kinderen in aanraking met allerlei echte archiefstukken en leren ze zich te verplaatsen in personen uit een andere tijd.
Een archief kan een waar walhalla zijn voor wie van geschiedenis houdt. Al die originele documenten uit vervlogen tijden waarin je kunt lezen wat de mensen toen deden, belangrijk vonden of bestraften, brengt het verleden dichterbij. Kinderen zien de lol er vaak minder van in en denken vooral aan stellingkasten vol stoffige mappen. Ook dat is te begrijpen, maar het Nationaal Archief (NA) liet het hier niet bij zitten en brengt het archief dichter bij de belevingswereld van het kind.
Chatten met historisch persoon
Het NA heeft de educatieve tentoonstelling ‘Wie ben ik, wie was jij?’ gemaakt voor klassen uit de bovenbouw basisschool en onderbouw middelbare school. De makers hebben in een donkere ruimte een interactieve speurtocht uitgezet waarbij je volop gebruik maakt van historische bronnen. Met behulp van oude brieven, kaarten en officiële documenten vind je de juiste antwoorden op de chatvragen op je tablet. Tijdens de speurtocht ‘chat’ je namelijk met een echt bestaand historisch persoon.
Het NA heeft twintig personen over heel de wereld en uit verschillende tijden uitgekozen, die een band hebben met Nederland. Hun levensverhaal hebben de makers kunnen reconstrueren aan de hand van de archieven en ondergebracht in vier thema’s: Handel en Slavernij, Van huis en haard (over migratie), Goed en Fout in de Tweede Wereldoorlog en Vecht voor je recht (over democratische grondrechten en emancipatiebewegingen). Bij elk thema horen vijf historische personen.
Schoolklassen kiezen eerst een thema en vervolgens volg je met een klein groepje het levensverhaal van één van de vijf historische personen. Met zaklamp (het is donker!) en tablet volg je de route die wordt aangegeven aan de hand van gekleurde lampen, tussen gereconstrueerde stellingkasten vol archiefdozen. Elk historisch figuur heeft namelijk zijn eigen kleur en zodra je een vraag goed hebt beantwoord, gaat er ergens anders in de ruimte weer een lamp branden in die kleur. Op naar de volgende vraag! En zo loopt iedereen kriskras door elkaar. Om het extra spannend te maken, zit er een tijdscomponent aan vast waarbij de snelste groep wint.
De makers
Arjan Poelwijk is archiefspecialist bij het NA en een van de makers van de tentoonstelling. Hij vertelt ons meer over het verhaal erachter: “De aanleiding voor deze educatieve tentoonstelling was de grote belangstelling uit het onderwijs voor onze vorige tentoonstelling over de VOC. Die was echter maar tijdelijk en we wilden nu iets permanent ervoor in de plaats maken, speciaal voor schoolklassen. Dat is ‘Wie ben ik, wie was jij?’ geworden en deze tentoonstelling blijft in ieder geval de komende vijf jaar staan.”
Met de opdrachten binnen de tentoonstelling willen de makers de leerlingen leren zich te verplaatsen in een andere tijd en in andere personen. Poelwijk:“De onbeperkte keuzemogelijkheden en vrijheid die we nu hebben zijn niet vanzelfsprekend. Ze hebben niet altijd bestaan en mensen hebben gevochten om bepaalde rechten en vrijheden te verwerven. We willen dat kinderen zich realiseren hoe bijzonder dat is. Het uitgangspunt van de tentoonstelling is dan ook: hoe bepalen tijd, plaats en omstandigheden waar je geboren wordt de keuzes die je kunt maken?”
Bezoekers volgen het levensverhaal van een bestaand persoon aan de hand van tentoongestelde archiefstukken. Poelwijk deed samen met collega’s het onderzoek naar de historische personages die in deze tentoonstelling voorkomen. Uit heel veel interessante levensverhalen moest hij uiteindelijk de twintig meest aansprekende kiezen: “We wilden personen wiens levensverhaal volledig te vertellen zou zijn aan de hand van archiefstukken uit onze eigen collectie. Door uiteindelijk twintig verhalen te reconstrueren, wilden we duidelijk maken hoeveel verhalen we in eigen huis hebben. Belangrijk was ook om te laten zien dat je geschiedenis vanuit meerdere perspectieven kunt bekijken.”
Ghanese prins volgen
Ik heb de speurtocht zelf ook gelopen, waarbij ik koos voor de historische figuur Aquasie Boachie. Gaandeweg krijgt elke bezoeker mee tegen welke problemen de historische figuur aanliep in zijn tijd. In het geval van deze Ghanese prins uit de negentiende eeuw is dat met name discriminatie. Zijn vader gaf hem als een soort geschenk aan de Nederlanders bij het sluiten van een overeenkomst voor de werving van soldaten voor het leger van Nederlands-Indië. Aquasie was ongeveer tien jaar toen hij mee moest naar Nederland. Daar kreeg hij een opleiding en ging hij uiteindelijk in Delft studeren. Eenmaal ingenieur belandde Aquasie in Nederlands-Indië.
Aquasie had het niet gemakkelijk, aangezien hij niet voor vol werd aangezien vanwege zijn donkere huidskleur. Zelfs zijn functieomschrijving, buitengewoon ingenieur, verwees naar zijn ‘anders’ zijn. De vragen, waarbij je bronnen in oude handschriften moet ontcijferen, waren soms best lastig. Maar ik begreep achteraf dat de kinderen alleen de opgelichte tekst lazen om hun antwoord te vinden, terwijl ik het hele document probeerde te lezen. Slimpies.
De zoektocht begint met een inleidend verhaal op een groot scherm, waarna je eerste gekleurde lamp aanspringt. Op je tablet krijg je nog extra achtergrondinformatie van jouw historische persoon in de vorm van een chatgesprek, zoals waar en wanneer hij of zij leefde en wie hij/zij was. Je kunt niet echt chatten, maar je kunt wel uit meerdere mogelijkheden kiezen over wat je wilt weten van de persoon. De historische persoon vraagt ook terug, bijvoorbeeld over hoe jij zou reageren op een bepaalde situatie. Ook hier kun je weer kiezen uit een paar voorgeprogrammeerde antwoorden.
Samen verder discussiëren
De tentoonstelling is in samenwerking met enkele klankbordgroepen gemaakt, waarin niet alleen leraren zaten maar ook leerlingen. De vier thema’s waaruit de leerkrachten kunnen kiezen, zijn eveneens onderdeel van het curriculum op scholen. De kinderen beginnen dan ook niet blanco aan de tentoonstelling. Niet alle thema’s zijn voor alle kinderen geschikt: de tentoonstelling is gemaakt voor groep 7 en 8 van de basisschool en de onderbouw van de middelbare school, maar alleen de havo- en vwo-klassen kunnen het thema Vecht voor je recht volgen.
Ook de andere thema’s uit de tentoonstelling zijn niet lichtvoetig en een belangrijke afsluiter van het bezoek aan het archief is dan ook de discussie. Hier gaat de hele klas met elkaar in gesprek over de historische figuren die ze heeft gevolgd en wat deze vroeger allemaal niet hebben meegemaakt. Deze verdieping houdt niet op bij het verlaten van het archief: de makers hopen dat de leraren ook na het bezoek verder discussiëren over de onderwerpen met hun leerlingen.
Naast de speurtocht en de discussie, krijgen de schoolkinderen ook nog een kijkje in het archief zelf, waar ze meer wordt verteld over het belang van het archief, wat het moet bewaren en waarom. Deze optie is er niet voor de gewone bezoeker, die de tentoonstelling tijdens de schoolvakanties en in het weekend kan bezoeken.
De hogere klassen van het vwo leren bij het NA meer over het belang van een archiefonderzoek voor de geschiedeniswetenschap, maar dat is nog wat te hoog gegrepen voor de jongere leerlingen. Poelwijk: “Het gaat ons er niet zozeer om dat we deze leerlingen willen leren hoe ze zelf archiefonderzoek moeten of kunnen doen. Maar we willen wel laten zien hoe belangrijk documenten zijn om verhalen te kunnen vertellen en te reconstrueren. Door het uiterlijk van de tentoonstelling, waarbij je het gevoel krijgt dat je in het archief bent, willen we kinderen duidelijk maken dat een archief zoeken betekent. Je moet er echt zelf iets voor doen.”