Rusland is de grootste staat op het Europese continent maar is stelselmatig buiten de dominante Europese veiligheidsinstellingen van de EU en NAVO gehouden. Dat leidt onvermijdelijk tot post-Koude Oorlog conflicten, stelt Glenn Diesen in zijn proefschrift dat hij op 3 september zal verdedigen aan de Vrije Universiteit.
Het Westen zag Rusland sinds 1991 het liefst als een ‘leerling-democratie’, maar behandelde het in praktijk doorgaans als een bedreiging. Rusland, ook na val van de Sovjet-Unie in 1991 nog altijd de grootste en militair machtigste staat van het Europese continent, is niet vertegenwoordigd in de dominante Europese veiligheidsinstituties: de EU en de NAVO. Een onhoudbare situatie, die volgens politicoloog Diesen tot botsingen leidt.
De EU en de NAVO zijn, sinds het einde van de Koude Oorlog en de val van de Sovjet-Unie, zogenaamde inter-democratische veiligheidsinstituties. Het lidmaatschap van beide organisaties staat alleen open voor vrije, democratische landen. Het idee daarachter is altijd geweest dat de verspreiding van democratische waarden de beste manier is om oorlog te voorkomen. Democratie en veiligheid gaan op deze manier hand in hand. Immers, de geschiedenis bewijst dat democratische landen onderling geen oorlog voeren.
Maar het bestaan van deze veiligheidsinstituten gericht op een sterk Europa leidt onvermijdelijk tot strijd met Rusland. In plaats van de Europese veiligheid te garanderen door niet-exclusief democratische instellingen, zoals de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE, waar alle Euro-Aziatische landen en ook de VS lid van zijn) uit te breiden, is Europa zijn veiligheid steeds meer via de EU en de NAVO gaan regelen. Instellingen waar Rusland niet bij hoort en gezien zijn gebrekkige democratie en status als (voormalige) militaire grootmacht ook niet zomaar bij kan gaan horen. Glenn Diesen onderzocht de gevolgen van deze post-Koude Oorlog patstelling.
Winnen of verliezen
Hoewel ze in essentie defensief van aard zijn, hebben beide Europese veiligheidsinstanties volgens Diesen sinds het einde van de Koude Oorlog een aanvallende houding tegenover Rusland aangenomen. In het geval van de NAVO blijkt dat bijvoorbeeld uit de bouw van een raketschild in Oost-Europa zonder daarbij enige rekening te houden met de mogelijke veiligheidsbezwaren van Moskou.
Zo heeft de NAVO geen enkele moeite gedaan om aan te tonen dat het schild louter defensief is, zoals de organisatie suggereert. Tegelijk ziet de EU uitbreiding van de Unie als ultieme oplossing van elk resterend veiligheidsprobleem in Europa. Aangezien Rusland aan een eigen politieke en economische unie werkt, leidt dit volgens Diesen tot een situatie waarin er maar één ‘winnaar’ mogelijk is (zero-sum game of nulsom-spel).
In de ogen van Moskou voeren de EU en de NAVO dus een winst-verlies politiek, waarbij ze, aangezien Rusland niet gedemocratiseerd is, de oude tegenstellingen uit de Koude Oorlog niet opzij kunnen zetten. Daarbij lijden de EU en de NAVO volgens Diesen aan een vorm van ‘ideologisch fundamentalisme’, waardoor ze de wereld in goed en fout verdelen. De instellingen zijn daarom blind voor de veiligheidsbezwaren van Rusland, ook na de val van de Sovjet-Unie nog altijd de grootste en machtigste staat op het Europese continent.
Leraar en leerling
Een bijkomend verschijnsel is dat de EU en NAVO Rusland nooit meer dan een ‘waarnemersstatus’ binnen hun organisaties hebben aangeboden: het mocht meekijken, ook bij NAVO-vergaderingen, maar niet meestemmen over Europese veiligheidsvraagstukken. Invloed binnen het Europese veiligheidsbeleid heeft het grote Rusland dus niet. Rusland wordt door West-Europa als een leerling behandeld en krijgt beloningen en straf voor ‘goed’ en ‘fout’ gedrag. Een dergelijke rol is onhoudbaar voor een (voormalige) grootmacht binnen Europa, stelt Diesen. Vanwege de oorlog in Oekraïne is Rusland overigens niet uitgenodigd voor de komende NAVO-top in Wales in november.
Overigens zijn er volgens Diesen zeker redenen om aan te nemen dat Rusland wel degelijk een bedreiging vormt. Maar door de ideologisch geladen winst-verlies politiek van de EU en de NAVO is een vriendelijk Rusland in hun ogen een onmogelijkheid geworden. ‘Russische invloed’ wordt dan al snel een ‘Russische invloedssfeer’ en kan nooit legitiem zijn. De ‘wederopstanding’ van een ‘agressief’ Rusland is dan altijd een bedreiging.