In de periode rond volle of nieuwe maan vinden meer zware aardbevingen plaats dan op andere dagen. Dat schrijft een team van Japanse aardwetenschappers deze week in het vakblad Nature Geoscience.
Bij volle maan zijn aardbevingen zwaarder dan anders. Dat concluderen Japanse geologen uit de analyse van bijna dertienduizend aardbevingen met een sterkte (magnitude) hoger dan 5,5.
Het totale aantal aardbevingen in deze categorie is niet afhankelijk van de stand van de maan, schrijven de wetenschappers in het vakblad Nature Geoscience, maar bevingen met een magnitude boven de 8,2 komen bij volle of nieuwe maan verhoudingsgewijs wel vaker voor.
En dat zijn de zware jongens: tot deze categorie horen de aardbeving die in februari 2010 in Chili aan zo’n achthonderd mensen het leven kostte, en de beving die in april 2011 een enorme tsunami veroorzaakte in Japan.
Getijden
Zowel de maan als de zon trekken met hun zwaartekracht aan de aarde. Doordat de drie hemellichamen rondjes om elkaar heen draaien, veranderen deze zwaartekrachten voortdurend van sterkte en richting. Dat veroorzaakt een ritmische ‘getijdenspanning’ in de aardkorst, waarbij alle breuken twee keer per dag een klein extra zetje krijgen.
Bij volle of nieuwe maan bevinden de maan, de aarde en de zon zich op één lijn, en is de getijdenspanning het grootst. Dat heeft invloed op de uiteindelijke kracht van een aardbeving, blijkt uit dit nieuwe onderzoek.
De geologen berekenden voor 12662 aardbevingen uit de afgelopen twintig jaar de getijdenkrachten op het breukvlak, gedurende de vijftien dagen voorafgaand aan de beving. Van de twaalf zware aardbevingen bleken er negen te hebben plaatsgevonden op een van de vijf dagen met de hoogste getijdenspanning, en maar drie op een van de andere tien dagen. Ook vonden de onderzoekers een meer algemeen – en statistisch overtuigender – verband: Hoe groter de getijdenkracht, hoe zwaarder de aardbeving. Op het totale aantal bevingen had de stand van de maan geen invloed.
Voorzichtig positief
Het is niet voor het eerst dat er een verband wordt gevonden tussen bewegingen in de aardkorst en getijdenkrachten. Zo is al een tijdje bekend dat trillingen in de diepe aarde, die ontstaan als aardplaten traag en zonder schokken langs elkaar bewegen, sterk toenemen bij nieuwe of volle maan. Tot nu toe achtten veel seismologen de invloed van getijdenspanning op aardbevingen echter verwaarloosbaar: getijdenspanningen kunnen oplopen tot ‘slechts’ duizend Pascal, terwijl de spanning die zich opbouwt tussen tektonische platen in de miljoenen Pascal kan lopen.
Toch zijn de eerste reacties uit de seismologische gemeenschap voorzichtig positief. “Als een breuk in kritische toestand verkeert, kan elke verstoring van het spanningsveld ter plekke het laatste zetje zijn”, zegt Fred Beekman, aardwetenschapper aan de Universiteit Utrecht en gespecialiseerd in tektoniek. “Ik kan me dus wel voorstellen dat de getijdenspanning invloed kan hebben.”
“Deze nieuwe studie is een van de weinige die een statistisch verband aantoont”, schrijft aardbevingsdeskundige David Jacobson op de website tremblor.net – om er later overigens aan toe te voegen dat de toekomst moet uitwijzen of de conclusie standhoudt.
Dat laatste is inderdaad nog even afwachten. Statistiek aan zware aardbevingen blijft nu eenmaal statistiek van kleine getallen. Zelfs als de bevinding juist zal blijken, heeft dat geen enkele voorspellende waarde. Ook bij volle maan is er nog altijd geen pijl op te trekken wanneer een zware aardbeving toe zal slaan.