Naar de content

Belangrijke rol voor Nederland bij afschaffing apartheid

Internationale boycot van Zuid-Afrikaanse Outspan-sinaasappelen door Nederlandse antiapartheidsbewegingen

Punt (ANEFO) - Nationaal Archief, CC BY-SA 3.0

Op 16 juni 1990 juichte een uitzinnige menigte ANC-leider Nelson Mandela, die dat jaar was vrijgelaten, toe vanaf het Leidseplein. Jarenlang hadden Nederlandse bewegingen zich ingezet voor afschaffing van de apartheid in Zuid-Afrika.

In Zuid-Afrika voerde de regering in 1948 de apartheid in, een wettelijk systeem van rassensegregatie. Hiermee streefde ze een totale scheiding tussen blanken en gekleurde mensen na. Het Afrikaans Nationaal Congres (ANC), dat al was opgericht in 1912 om de belangen te behartigen van de gekleurde Zuid-Afrikanen, kwam hiertegen in opstand. De advocaat Nelson Mandela wilde met geweld het apartheidsregime in Zuid-Afrika omver werpen en kreeg hiervoor levenslang in 1964. Tijdens zijn gevangenschap streed het ANC verder. Langzaamaan kwam er steeds meer hulp uit het buitenland, waaronder van antiapartheidsbewegingen in Nederland.

ANC-afvaardiging 1914. V.l.n.r.: Thomas Mapike, dominee Walter Rubusana, dominee John Dube, Saul Msane, Sol Plaatje.

Wikimedia Commons, publiek domein

De rol die apartheid speelde en het gevecht daartegen was tot de jaren zeventig vrij kleinschalig in Nederland. Er was een comité Zuid-Afrika en ook in kerken was er aandacht voor, maar het omslagpunt kwam in de jaren zeventig. Progressieve jongeren verenigden zich in antiapartheidsbewegingen en begonnen acties te voeren. Dit zou uitgroeien tot de grootste en meest effectieve antiapartheidsbeweging van Europa. De actiegroepen ondersteunden de ANC vrijheidsstrijders in ballingschap met geld en materieel. De meeste acties en demonstraties die in Nederland werden georganiseerd, waren vreedzaam. Het voornaamste doel was mensen informeren over de situatie in Zuid-Afrika.

Oprichting antiapartheidsbewegingen

Kier Schuringa was in de jaren zeventig lid van de Anti Apartheids Beweging Nederland (AABN), opgericht in 1971. Het was een van de vijf grote bewegingen, naast vele regionale en kleinere groepen. Tegenwoordig beheert Schuringa de collectie over de Nederlandse antiapartheidsbewegingen bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam (IISG). Met de afschaffing van de apartheid in 1990 waren deze bewegingen overbodig geworden en konden hun archieven naar het IISG. Hier worden schatten bewaard die alleen af en toe onderzocht of uitgeleend worden. Heftige antiapartheids- campagneposters uit de collectie waren bijvoorbeeld onderdeel van de recente tentoonstelling Hoop over Zuid-Afrika in het Rijksmuseum.

Schuringa was vrij actief binnen de AABN. “Ik heb veel geprotesteerd tegen politieke gevangenen en meegedaan aan demonstraties en boycots. Onze activiteiten waren geweldloos en in de eerste plaats informatief. Kleine acties, zoals een protest met een paar man voor de zichtbaarheid, waar we geen officieel toestemming voor hoefden te vragen aan de autoriteiten.”

Vreugde bij de leden van de Anti Apartheids Beweging Nederland als de Zuid-Afrikaanse president De Klerk via de televisie bekendmaakt dat Nelson Mandela zondag zal worden vrijgelaten. Direct na dit bericht wordt op het hoofdkwartier van de AABN aan de Lauriergracht in Amsterdam de champagnefles ontkurkt. In het midden Connie Braam, een van de oprichters van AABN.

ANP PHOTO (11 februari 1990, Marcel Antonisse), CC BY-NC-ND 4.0

Kritiek op regeringsbeleid

Dat met name Nederlandse onafhankelijke actiebewegingen zich zo fanatiek inzetten voor de Zuid-Afrikaanse zaak, had niet alleen te maken met een gedeeld verleden. Er zat ook een praktische component aan. Volgens Schuringa kwamen er miljoenen aan subsidies bij deze verenigingen terecht, met name van de Nationale Commissie voor Ontwikkelingsstrategie (NCO, ook bekend als de Commissie Claus). “In andere landen waren er ook wel instellingen die veel geld gaven, maar daar zaten politieke gevolgen aan. In Nederland niet, aangezien de Commissie Claus onafhankelijk was. Hier konden bewegingen onbeperkt kritiek uiten op de regering en hun beleid, zonder dat dat invloed had op de subsidie.”

“Daarnaast zorgde al het papierwerk rond de subsidies voor professionalisering binnen de bewegingen. In totaal hadden de antiapartheidsbewegingen ongeveer dertig betaalde fulltime krachten in dienst. Dit in tegenstelling tot andere landen, waaronder voormalig kolonisator Groot-Brittannië, die het voornamelijk met vrijwilligers moesten doen. Hierin was Nederland echt uitzonderlijk.”

Bloedsinaasappelen

Om de regering van Zuid-Afrika tot veranderingen te dwingen, wilden de Nederlandse antiapartheidsbewegingen het land economisch treffen. Een vroege actie die wereldberoemd is geworden, is de Outspan-boycot uit 1973 en 1974. De antiapartheidsbewegingen riepen de Nederlandse burgers en supermarkten op om sinaasappelen van dit Zuid-Afrikaanse merk te boycotten, vanwege de erbarmelijke werkomstandigheden voor de donkere arbeiders op de Outspan-plantages. Dit was de eerste nationale boycotactie waaraan massaal gehoor werd gegeven en die vervolgens navolging kreeg in andere Europese landen.

Het beeld van afgeperste donkere arbeiders inspireerde grafisch vormgever Rob van der Aa bij het ontwerpen van de campagneposter. Van der Aa was net als Schuringa lid van de AABN en zijn poster met het hoofd van een zwarte man op een citruspers is één van de meest iconische en herkenbare beelden van de strijd tegen apartheid geworden. De poster werd voor het eerst uitgegeven in maart 1973, toen de AABN een congres organiseerde over de boycot van Outspan. Het sinaasappelseizoen begon in juni en de boycotactie moest in mei beginnen. Ze benaderden importeurs en handelaren om Outspan links te laten liggen. Van de meeste kregen ze nul op rekest. Verkopers verschuilden zich achter de klanten en zouden pas stoppen met de verkoop, als zou blijken dat mensen deze sinaasappels niet meer wilden.

De belangrijkste want grootste supermarktketen om mee te hebben was Albert Heijn. Toen deze in eerste instantie weigerde mee te werken, besloot de AABN tot de strategie van negatieve publiciteit. Dit had een grote impact kunnen hebben want het bereik van de beweging was groot. Persconferenties werden druk bezocht, kranten plaatsten de aangrijpende poster en via de samenwerking met Wereldwinkels bereikte AABN ook veel mensen. En ook niet onbelangrijk, mensen die boodschappen gingen doen zouden de actievoerders zien protesteren voor de supermarkten. Maar nog voordat het anti-AH-reclamemateriaal klaar was, koos de supermarktketen eieren voor zijn geld. Albert Heijn liet in een officieel statement weten Outspan te boycotten, en al snel volgden andere supermarkten. Met deze boycot, die zich internationaal uitbreidde, raakte de antiapartheidsbeweging een gevoelige economische snaar in Zuid-Afrika.

Meer geweld

Een andere bekende actie is de boycot op benzine van Shell. De Shell-campagne was wereldwijd maar werd vanuit Nederland geïnitieerd en gecoördineerd. De bewegingen wilden met een boycot Shell dwingen Zuid-Afrika te verlaten. Ondanks dat veel Nederlanders de Shellpomp links lieten liggen en het bedrijf duidelijk een daling zag in de omzet, gaf het nooit gehoor aan deze oproep. Een afgesneden Shellpomp-sluitstuk is onderdeel van de collectie bij het IISS. “In de tweede helft van de jaren tachtig gingen actiegroepen over op radicalere methodes, zoals het afsnijden van sluitstukken bij de benzinepomp. Deze actievoerders waren waarschijnlijk mensen van de kraakbeweging en één van hen heeft het spuitstuk bij de ingang van het AABN-hoofdkwartier gedropt. Ik werkte daar toen en heb het spuitstuk gevonden en bewaard”, aldus Schuringa.

Shell-tankstation Mijnsheerenland eind jaren zeventig

Juvarra voor Wikimedia Commons, CC BY-SA 3.0

Het effect van al deze acties was dat apartheid op de politieke agenda kwam. De Nederlandse regering kon het Zuid-Afrikaanse beleid niet meer negeren, en debatteerde over wat ze moest doen en hoe te reageren. Internationaal voerden wereldleiders de druk op de Zuid-Afrikaanse regering op. “Het ANC had een leidende rol bij het afschaffen van het apartheidsbewind, maar ook de internationale component was heel belangrijk. Nederland was daarin een van de sterkste van de wereld. Niet alleen de bewegingen maar ook de regering begon Zuid-Afrika te steunen met boycotacties. In Zuid-Afrika keerden bedrijven zich tegen apartheid, vanwege al die internationale sancties op hun handel.”

Begin 1990 hief de nieuwe president De Klerk het verbod op het ANC op en liet Nelson Mandela vrij. De onderhandelingen over het afschaffen van de apartheid waren begonnen.

Bronnen en meer lezen:
ReactiesReageer