Naar de content

Baby's herkennen woordgrenzen door klemtoon

Een baby zit in een stoel terwijl een vrouw op een computer werkt.
Een baby zit in een stoel terwijl een vrouw op een computer werkt.
Ed van Rijswijk voor NEMO Kennislink

Baby’s van een paar maanden oud letten vooral op het zinsritme van hun moedertaal. Na zes maanden verschuift de focus naar het woordritme. De afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen gebruiken baby’s om woorden te herkennen in een zin. Dat ontdekte Brigitta Keij van de Universiteit Utrecht. Zij deed onderzoek bij tweehonderd Nederlands-lerende en tweehonderd Turks-lerende kinderen. Talen met een heel verschillend klemtoonpatroon.

Nederlandse intonatie

Woorden die meer informatie bevatten krijgen meer nadruk in de zin: dat geldt bijvoorbeeld voor werkwoorden. Omdat het werkwoord in het Nederlands in hoofd- en bijzinnen op een andere plek staat, is ook het klemtoonpatroon verschillend. In de zin Hij slaapt nog niet ligt de klemtoon meer aan het begin van de zin; in de zin Ik denk dat hij nog niet slaapt juist aan het eind van de zin.

Al in de baarmoeder luisteren kinderen naar het ritme van hun moedertaal. In die eerste fase gaat het om het ritme van de zin, omdat kinderen tot ongeveer zes maanden nog geen losse woordjes onderscheiden. Dat zinsritme wordt vooral bepaald door de intonatie. In het Turks bestaat een heel duidelijk zinsritme, waarbij het begin van de zin meer klemtoon draagt. In het Nederlands is dit zinsritme afhankelijk van het type zin: hoofdzinnen hebben een ander ritme dan bijzinnen.

In het promotieonderzoek van Keij hadden Turkse baby’s van vier maanden oud al een duidelijke voorkeur voor het zinsritme van hun moedertaal. Nederlandse kinderen van dezelfde leeftijd hadden dat nog niet. “Waarschijnlijk doordat het Turkse zinsritme veel constanter is”, aldus de promovendus.

Een baby zit in een stoel terwijl een vrouw op een computer werkt.

In de experimenten van Keij (links op de foto) zaten de kinderen in een speciaal babystoeltje, en keken ze naar een computerscherm met een vrouwengezicht. Die vrouw sprak betekenisloze klankreeksen uit als mer-nel of dar-nam, die de ene keer het Turkse klemtoonpatroon (mer-nél) volgden en de andere keer het Nederlandse klemtoonpatroon (mér-nel).

Ed van Rijswijk voor NEMO Kennislink

Zangerige zinnen

In totaal testte Keij vierhonderd kinderen tussen de vier en acht maanden oud. De helft van de proefpersoontjes had het Nederlands als moedertaal, en onderging de test in het lab van de Universiteit Utrecht. De andere helft had het Turks als moedertaal, en bezocht het lab van de Koç Universiteit in Istanbul. “Dat was het babylab van de afdeling psychologie”, licht Keij toe. “Daar hadden ze de eye tracking-apparatuur die ik nodig had.”

Met eye tracking meet je oogbewegingen. Deze apparatuur wordt gebruikt in experimenten met baby’s, omdat ze nog niet kunnen praten. Door hun oogbewegingen te volgen, zie je of hun aandacht erbij is of niet. In de experimenten van Keij zaten de kinderen in een speciaal babystoeltje, en keken ze naar een computerscherm met een vrouwengezicht. Die vrouw sprak klankreeksen uit, die de ene keer het Turkse klemtoonpatroon volgden en de andere keer het Nederlandse klemtoonpatroon.

Over het algemeen waren de baby’s erg geboeid, vertelt de onderzoeker. “We weten dat ze graag naar gezichten kijken, dus dat vrouwengezicht hielp heel erg. Bovendien waren de geluidsfragmenten ingesproken op de manier waarop veel ouders tegen hun kinderen praten, met veel intonatieverschillen. Ook dat trok de aandacht.” Toch waren de Turkse kinderen van vier maanden oud langer geboeid als ze het Turkse zinsritme hoorden. Bij het Nederlandse zinsritme keken ze sneller weg. In het Nederlandse lab kwam die voorkeur bij vier maanden oude baby’s veel minder duidelijk naar voren.

Wiegende woorden

Toen de baby’s zes maanden oud waren, werden ze opnieuw getest. Op dat moment kwam er een ander effect naar boven. Nu lieten de Nederlandse kinderen een duidelijke voorkeur zien voor het woordritme van hun moedertaal. Het woordritme laat in het Nederlands een duidelijk patroon zien. Meestal ligt de klemtoon op de eerste of voorlaatste lettergreep: é-ten, slá-pen, be-wé-gen, bó-ter, kóék-je.

De Nederlandse baby’s waren dan ook langer geboeid door woorden waarin een beklemtoonde lettergreep gevolgd werd door een onbeklemtoonde lettergreep dan door woorden met een omgekeerd patroon. Keij: “Diezelfde voorkeur vinden we ook bij Duits- of Engels-lerende kinderen. Dat komt omdat hun woordritme gelijk is aan het Nederlands.”

In het Turks is het woordritme net omgekeerd aan het Nederlands, Engels en Duits. Hier ligt de klemtoon juist op het woordeinde. Toch hebben Turkse baby’s van zes maanden geen voorkeur voor klankreeksen die dit Turkse woordritme weerspiegelen. De onderzoeker denkt dat dat komt doordat er een conflict ontstaat in hun hersentjes: “In het Turks heeft het zinsritme beginklemtoon, en het woordritme eindklemtoon. Daardoor ontstaat een diffuus beeld. Zelfs met acht maanden hebben Turkse baby’s nog geen duidelijke voorkeur voor een bepaald woordritme.”

Botsende klemtonen

De acht maanden oude baby’s deden ook een zogenaamde woordsegmentatie-taak. Daarbij luisterden ze drie keer naar zes fictieve zinnetjes, waarin steeds een onzinwoord verstopt zat. Voorafgaand aan dat woord werd gevarieerd in klemtoonpatroon. Uit dat experiment bleek dat alle kinderen, dus ongeacht hun moedertaal, dezelfde regels toepasten om woorden te herkennen.

Het Turks is een agglutinerende taal, oftewel een plaktaal. In het Turks heb je de kern van het woord waar je dan allemaal achtervoegsels achter plakt om de betekenis te specificeren. Turkse kinderen ontwikkelen zich daardoor heel snel op het gebied van de morfologie, de woordvorming.

Flickr, Daniel Snelson via CC BY 2.0

Bij alle kinderen zagen de onderzoekers dat ze een beklemtoonde lettergreep zien als het begin van een woord. “Dat wordt vooral duidelijk als twee beklemtoonde lettergrepen elkaar opvolgen, een zogenaamde klemtoonbotsing. Eigenlijk komt het in geen enkele taal voor dat twee beklemtoonde lettergrepen achter elkaar staan binnen één woord. Dus dat gebruiken kinderen om de woordgrens te bepalen.”

Kindgerichte spraak

Kun je als ouder je kind eigenlijk helpen om eerder woordjes te leren herkennen in de brij van woorden in een zin? “Ja, door die klemtoonverschillen nog meer te benadrukken. Dus door de beklemtoonde lettergreep een hogere toon mee te geven en de onbeklemtoonde lettergreep een lagere toon. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat daarbij de aandacht van baby’s toeneemt, en dat maakt het leereffect groter.”

“Maar eigenlijk doet iedereen dat van nature al hoor. Wel zijn er grote cultuurverschillen. In Amerika is het gebruik van zogenaamde kindgerichte spraak nog veel sterker dan in Nederland. Uit onderzoek blijkt dan ook dat Amerikaans-Engels-lerende baby’s zo’n drie maanden eerder woorden kunnen onderscheiden dan Nederlandse kinderen.”

Brigitta Keij verdedigt vrijdag 31 maart haar proefschrift ‘Rhythm & Cues. Ritmische structuur en segmentatie in vroege taalverwerving’ aan de Universiteit Utrecht met NWO-financiering uit de Vrije competitie.

ReactiesReageer