Naar de content

Als je plotseling een buitenlands accent hebt

Promovenda Stefanie Keulen onderzoekt het Foreign Accent Syndrome

CC0

Stel je voor dat je altijd Nederlands met een Frans accent spreekt – of je dat nu wilt of niet. Het is het lot van een zeventienjarige Vlaamse jongen die lijdt aan het Foreign Accent Syndrome. Over deze zeldzame aandoening is nog maar weinig bekend. Stefanie Keulen hoopt daar verandering in te brengen.

“De sociale impact voor zo’n jongen is groot”, vertelt Stefanie Keulen, die aan de Vrije Universiteit Brussel en de Rijksuniversiteit Groningen promotieonderzoek doet naar het Foreign Accent Syndrome (FAS). “Mensen met FAS worden vaak op hun accent afgerekend. Ze klinken als een buitenlander en krijgen ineens met de daarbij behorende vooroordelen te maken.”

Verschillende oorzaken

Keulen verzamelt en analyseert voor haar onderzoek alle gevallen van FAS die tot nu bekend zijn – zo’n 140 in totaal. Al deze patiënten spreken hun moedertaal met een buitenlands accent, maar de onderliggende oorzaken variëren. “De Vlaamse jongen spreekt al vanaf het begin van zijn taalontwikkeling met een Frans accent. Deze variant van FAS is heel zeldzaam: er zijn naar mijn weten maar drie gevallen van beschreven”, aldus Keulen. Zeventien van de beschreven gevallen hebben een psychiatrische oorzaak, maar verreweg de meeste patiënten kregen FAS na een hersenbeschadiging.

Naast neurologische, psychiatrische en ontwikkelings-FAS is er nog een vierde variant: de gemengde. Keulen: “De basis van die variant is wel neurologisch, maar de patiënt versterkt zelf nog bepaalde elementen om de geloofwaardigheid van een buitenlands accent te vergroten. Dat kan om het accent zelf gaan, maar ook om woordkeus. Er is bijvoorbeeld een Amerikaanse vrouw die spreekt met een Caraïbisch-Jamaicaans-Spaans accent. Zij zegt consequent ‘si’ in plaats van ‘yes’.”

CC0

Keulen: “Bij ruim de helft van de neurologische gevallen ligt een beroerte aan de FAS ten grondslag. Verder komen trauma’s, zoals een klap tegen het hoofd, relatief veel voor. Maar ook MS, dementie of een hersentumor kunnen zorgen voor hersenschade die tot FAS leidt.”

FAS komt bijna nooit alleen voor. Meestal is er ook nog een andere taal- of spraakstoornis, zoals dysartrie of afasie, beide het gevolg van een hersenbeschadiging. Bij dysartrie is de aansturing van de spieren aangetast, waardoor spreken moeilijk gaat. Afasie is een taalstoornis waarbij de patiënt problemen heeft met het vinden van woorden en/of het formuleren van zinnen. Keulen: “Als FAS wel geïsoleerd voorkomt en er is geen neurologische schade, dan is er vermoedelijk een psychiatrische oorzaak.”

Kleine hersenen

Doel van Keulens onderzoek is het geven van een neurolinguïstische beschrijving van FAS: waar in de hersenen loopt het proces van spraakproductie mis? “Er zijn sterke vermoedens dat FAS met een neurologische oorzaak een mild subtype is van spraakapraxie.” Apraxie is een stoornis waarbij complexe handelingen – in dit geval dus spreken – als gevolg van een hersenbeschadiging niet meer goed uitgevoerd kunnen worden.

Opvallend is dat die hersenbeschadiging lang niet altijd in de linker hersenhelft zit, waar een groot deel van het taalvermogen zit, maar soms ook in het cerebellum. Deze kleine hersenen zijn evolutionair gezien een van de oudste delen van het brein en coördineren in de eerste plaats de bewegingen die je maakt. Ze lijken nu dus ook op spraak- en taalniveau een belangrijke functie uit te oefenen.

Keulen: “Er zijn ook patiënten bekend die FAS ontwikkelden na frontaal letsel, in het voorste gedeelte van het brein. Maar SPECT-scans toonden bij hen afstandseffecten in het cerebellum.” Bij een SPECT-scan wordt met behulp van een ingespoten radioactieve vloeistof de bloedstroom in beeld gebracht. “Toen de doorbloeding van het cerebellum verbeterde, loste ook de FAS op.”

“Er bestaat geen therapie speciaal voor FAS, meestal zal een logopedist het behandelen als een spraakapraxie”, aldus Keulen. “Maar in zo’n dertig procent van de gevallen gaat FAS na een beroerte na een variabele tijdspanne van enkele weken tot enkele jaren vanzelf over. En er zijn zelfs gevallen bekend waar het maar één dag duurde.”

In het oor van de luisteraar

De benaming ‘Foreign Accent Syndrome’ is eigenlijk misleidend: iemand spreekt niet echt met een buitenlands accent, het klinkt alleen zo, doordat de articulatie afwijkt. Keulen: “De aandoening wordt deels gecreëerd in het oor van de luisteraar. We hebben Franstalige Brusselse studenten de spraak laten beoordelen van een Franstalige FAS-patiënte, een gezonde moedertaalspreker en verschillende andere sprekers waarin hun moedertaal nog in het Frans doorklinkt. De FAS-patiënte werd duidelijk herkend als niet-moedertaalspreker van het Frans, maar toen we vroegen welke moedertaal de studenten bij haar meenden te horen, werden er dertien verschillende talen genoemd. De perceptie hangt voor een groot deel af van de talen die de luisteraar kent – een echt buitenlands accent is het dus niet.”

ReactiesReageer