Het genoom is géén boek met instructies. In zijn boek De muziek van het leven zet Denis Noble een bijl in het centrale dogma van de biologie en de ideeën van zijn oud-student Richard Dawkins.
Stel je het leven eens voor als een muziekstuk. Wat heb je nodig om het ter gehore te brengen? De lettervolgorde van het genoom (de verzameling erfelijk materiaal) kun je vergelijken met bladmuziek. Maar met alleen bladmuziek krijg je nog geen Negende Symfonie van Beethoven. Net zomin als dat de letters van het DNA voldoende zijn voor leven. In een muziekstuk zijn instrumenten nodig, te vergelijken met lichaamscellen. En ook de secties in het orkest, oftewel onze organen, zijn onontbeerlijk om de noten op papier betekenis te geven. Laten we ook de grote componist Beethoven niet vergeten, die de bladmuziek heeft uitgedacht, een rol die in het leven is toe te schrijven aan evolutie.
Het leven moet je als geheel bekijken, vindt de Britse bioloog en fysioloog Denis Noble. Genen hebben geen privilege om de cellen en organen opdrachten te geven. Alle componenten van het systeem, zoals cellen, het genoom en organen, zijn even belangrijk en koppelen naar elkaar terug. In zijn boek De muziek van het leven, dat vorige maand in het Nederlands verscheen, gebruikt hij een terugkerende muziekanalogie om ons dat duidelijk te maken.
In de clinch met Dawkins
Noble neemt onder andere het boek The Selfish Gene van de beroemde Britse bioloog Richard Dawkins, dat geldt als bijbel van het orthodoxe neodarwinisme, onder vuur. Levende wezens zijn in Dawkins’ visie niets meer dan een overlevingsapparaat voor de genen die ons manipuleren. Die opvatting vindt Noble helemaal niks, gevaarlijk zelfs. De metafoor van ‘zelfzuchtige genen’ wakkert in zijn ogen het idee aan dat het genoom alles bepaalt. En een mens reduceren tot zijn DNA, daar is zelfs Dawkins het niet mee eens.
De twee heren bekvechten al langer. Beide waren hoogleraar aan de Universiteit van Oxford. Ver voor die tijd zat Noble in de examencommissie toen Dawkins aan diezelfde universiteit afstudeerde. Noble was toen kritisch over diens scriptie. Dat wist filosoof Jos de Mul, die het voor- en nawoord schreef en daar met Noble contact over had, te vertellen in een publiekslezing over leven.
Gijzelnemers of gevangenen?
Nu komt Noble dus met een alternatief voor Dawkins’ veelgeprezen zelfzuchtige genen-metafoor. Genen gijzelen ons niet, beweert de fysioloog. Het is andersom. Genen zijn de gevangenen van ons lichaam. Ze kunnen niks zonder interpretatie door de rest van het systeem.
“Hoe we genen zien is een kwestie van perspectief”, legt Noble desondanks uit. Dawkins ziet genen als gijzelnemers, hijzelf beschrijft ze als gevangenen. Voor beide ideeën is echter geen empirisch bewijs. Hier stipt Noble een belangrijk punt aan. “We gebruiken metaforen om ontdekkingen te interpreteren, maar ze missen vaak wetenschappelijke onderbouwing.” Alle metaforen hebben hun beperkingen en je moet daarom niet te letterlijk nemen. Zijn eigen ‘gevangenen’-metafoor kent wel minder zwakke plekken dan die van Dawkins, vindt hij zelf.
Gemengde ontvangst
De oorspronkelijke uitgave The music of live: biology beyond the genes verscheen al in 2006. Noble’s aanval op Dawkins en het neodarwinisme was destijds nog tegendraads en kon op flinke kritiek rekenen. Moleculair geneticus Sydney Brenner, die in 2002 de Nobelprijs kreeg voor ontdekkingen naar de rol van genen bij de groei van organen, zou eigenlijk het Engelstalige voorwoord schrijven. Maar hij trok zich terug, wellicht bang om zijn vingers te branden aan die alternatieve kijk op het leven van Noble.
Nu, tien jaar later, ligt de Nederlandse vertaling in de winkel en is de opvatting dat het lichaam een geïntegreerd netwerk is, waarin genen slechts één onderdeel zijn, inmiddels gemeengoed onder wetenschappers. In zijn nawoord vertelt filosoof De Mul over de talloze studies na 2006 die laten zien dat eigenschappen bijvoorbeeld niet alleen via de genen overerven. Ook via de eicel erf je regulerende stoffen en hormonen. En de hechting van bepaalde chemische groepen aan het DNA, die de genen ‘aan’ en ‘uit’ zetten gaan, kan je ook doorgeven.
In het licht van huidige stand van de wetenschap is Noble’s aanval op de zelfzuchtige genen dus een stuk minder radicaal. Toch blijft het boek de moeite waard, zeker voor het grote publiek dat niet op de hoogte is van alle wetenschappelijke ontwikkelingen. DNA wordt nog vaak genoeg aangeduid als ‘de code van het leven’ of een ‘boek met instructies’. Je kunt na het lezen van De muziek van het leven niet anders concluderen dan dat die interpretatie achterhaald is. Al met al schreef Noble een geslaagd pleidooi voor een benadering van het leven waarbij het geheel meer is dan de som der delen.