Naar de content

Aan een houdbaarheidsdatum hebben ze geen boodschap

Lokale voedselinitiatieven voor een duurzamere wereld

Mariska van Sprundel

Het Free Café Groningen kookt gratis maaltijden met voedsel dat anders weg wordt gegooid. NEMO Kennislink prikt een vorkje mee, en gaat na hoe de wetenschap onderzoekt hoe dit soort collectieve acties bijdragen aan een duurzamer voedselsysteem.

Twee mensen staan voor een tafel met eten erop.

Het Free Café Groningen zamelt voedsel in dat anders zou worden weggegooid en kookt er twee keer per week een vegetarische maaltijd van. Rechts Teun(tje) Zijp.

Mariska van Sprundel

De avocado heeft bruine plekjes en de ciabatta is duidelijk niet van vandaag. Ach, wat zou het? Aan de rest van de groenten en granen valt trouwens niet af te zien, of te proeven, dat het om weggegooide waren gaat. Het is tegen zes uur ‘s avonds. Zo’n vijftig gasten zijn neergestreken aan de houten tafels van een voormalig schoolgebouw in Groningen aan de Travertijnstraat, ten westen van het stadscentrum. De afgeleefde ruimte doet elke zondagavond dienst als restaurant, bestierd door Free Café Groningen. Dit burgercollectief zamelt voedsel in dat anders bij het afval zou belanden en kookt er een vegetarische maaltijd van. Iedereen mag gratis aanschuiven.

Vanavond staat er vooraf soep met bleekselderij en stokbrood op het menu. Daarna mogen de tafels één voor één langs het buffet. In de metalen warmhoudbakken ligt salade, spaghetti, kruidige rijst met spliterwten, bloemkool, broccoli en zoete puntpaprika uit de oven, asperges, fruitsalade, stukken watermeloen en stamppot van aardappel met wortel.
Het Free Café is ontstaan als kunstenaarsinitiatief om aandacht te vragen voor voedselverspilling, vertelt vrijwilliger Teun(tje) Zijp, al lepelend aan de soep. “Om te laten zien hoe belachelijk het idee van een houdbaarheidsdatum is. Je kunt dit nog prima eten.”

Burgers nemen steeds vaker het heft in eigen hand, volgens onderzoeker planologie Ciska Ulug. Voor haar promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen onderzocht ze meerdere lokale voedselinitiatieven in zowel Nederland als de Verenigde Staten, waar ze oorspronkelijk vandaan komt. Deze collectieven, opgezet door burgers, willen een alternatief bieden voor het systeem waarmee voedsel wereldwijd geproduceerd en geconsumeerd wordt. Ten koste van het milieu en lokale boeren. “Mensen zijn er helemaal klaar mee”, aldus Ulug. “Ze denken ‘kom op, we zitten in een crisis, doe er iets aan!’ Als de overheid geen actie onderneemt, dan voel je je als burger verantwoordelijk om zelf iets te doen. En daarmee hopelijk de aandacht te trekken.”

Hippies

Op een gemiddelde zondag lopen hier minimaal acht mensen rond om te helpen, waaronder een groepje internationale studenten. Er is genoeg te doen: koken, het restaurant inrichten, afwassen en opruimen. Op woensdag kookt een team maaltijden om af te halen. En dan zijn er nog de inzamelaars. Zijp, vorig jaar afgestudeerd in de nanowetenschap, gaat met witte kratten langs de markt om overgebleven voedsel op te halen. Een ander gaat langs de bakker en de voedselbank, waar ook eten overblijft, vooral brood.

“Wat is dat?” Een oudere man op Adidas sneakers wijst op een van de bakken. “Rijst met spliterwten”, antwoordt de kok. “Watte?” Rijst met spliterwten, herhaalt de kok met luide stem. “Oh”. Bij het Free Café zien zien ze vaak dezelfde gezichten. Veel gepensioneerden en studenten. Het is de mee-eters niet alleen om de gratis maaltijd te doen. “Er zijn erg veel hippies hier, zo identificeer ik mezelf ook”, aldus Zijp. “Mensen die nét niet kunnen meedraaien in een kapitalistische samenleving. Voor die groep is het sociale aspect erg belangrijk.”

De sociale cohesie is een wezenlijk deel van het lokale voedselinitiatief, zegt ook Ulug, die het Free Café analyseerde aan de hand van observaties en diepte-interviews. Over het algemeen gaat de aandacht echter vooral uit naar duurzaamheid. Naast het Free Café onderzocht zij drie buurttuinen in Noord-Nederland, zoals de Pluk en Moestuin in Eenrum, en een aantal ecovillages in de Verenigde Staten, waar het hele leven van bewoners georganiseerd is rond een duurzaam bestaan. “De behoefte aan dorpsmoestuinen groeit. De hoop is dat gemeenten dat ook zien en zich gestimuleerd voelen om duurzaamheidskwesties in hun beleidsagenda’s op te nemen.”

Gemeenschappelijke moestuin in de wijk Bos en Lommer in Amsterdam.

Flickr.com via Anne Helmond, CC BY-NC-ND 2.0

Zelfsturend

Via collectieve actie kun je meer bereiken dan in je eentje om de wereld te veranderen. Toch is er ook kritiek op lokale initiatieven, weet Ulug. Ze zouden zich alleen richten op hun directe omgeving zonder verder te kijken. Gaan die paar geredde broden en courgettes echt impact hebben op het globale voedselprobleem? Ja, toch wel, denkt de onderzoeker. “Bij duurzaamheid denken we snel aan technische problemen, zoals de productie en het transport van van voedsel. Hiervoor een oplossing vinden is meestal het makkelijke deel. Het grotere probleem met duurzaamheid is hoe we het moeten organiseren en besturen.”

Hierin zit de echte waarde van projecten als het Free Café, waar geëxperimenteerd wordt met nieuwe vormen van samenwerken. Alles wordt democratisch geregeld, blijkt uit de analyse van Ulug. Wie de baas is? De man die door de meeste vrijwilligers als leidinggevende wordt aangewezen, schudt zijn hoofd. Niet hij. Er zijn shifts, maar die zijn niet in beton gegoten. Je helpt waar het nodig is. De groep organiseert zichzelf.

Groeien? Nee, daar zijn ze bij het Free Café Groningen niet op uit. Als er straks honderd mensen voor de deur staan moeten er ook meer vrijwilligers komen. “Bovendien hebben we de aanvoer van overgebleven voedsel niet in de hand. We koken met wat we meekrijgen en zien wel aan wie we het serveren”, zegt Zijp schouderophalend. “Soms is het eten al op voor de laatste mensen binnenkomen. Het gaat ongecoördineerd.”

Misschien dat het Free Café zich niet uitbreidt in omvang, maar het concept verspreidt zich wel. Er zijn meerdere groepen die zich zo noemen. Iedereen kan een restaurant oprichten om gratis maaltijden te verzorgen. “Toen ik een paar jaar terug zelf het Café bezocht, waren er bezoekers uit een andere stad die kwamen kijken hoe zo’n voedselcollectief werkt, met als doel het zelf op te zetten”, zegt Ulug. “Dit soort projecten draaien ook op bewustwording en delen van kennis. Daarin zit de grootste impact.”

Actiegroepen willen van de Lutkemeerpolder in Amsterdam een voedselpark maken in plaats van een distributieterrein.

Flickr.com via robin robokow, publiek domein

Plek voor een moestuin

Voedselcollectieven zijn steeds minder een niche. En er zijn veel mensen die het graag een grotere beweging zien worden, maar dat is niet makkelijk. Een paraplu-organisatie om kennis en middelen te delen zou handig zijn voor de toekomst, denkt Ulug. Zodat het bestaan van lokale voedselinitiatieven wat zekerder wordt. “Er is een hoop trial and error.”

Een grote barrière is fysieke ruimte. Je moet met je collectief dicht bij de mensen zitten die je wil bereiken. En alleen ‘een plek’ is niet genoeg. Voor een moestuin heb je bijvoorbeeld goede grond nodig waar groenten kunnen groeien. Niet tijdelijk, maar jarenlang. Wat er nu gebeurt in de Lutkemeerpolder, gelegen aan de rand van Schiphol, illustreert het probleem, volgens Ulug. Het gaat om een stuk grond van 57 hectare waar actiegroepen een voedselpark willen maken. Maar in het bestemmingsplan van de gemeente staat dat er een bedrijventerrein moet komen, waarmee een stuk vruchtbare grond verloren zou gaan.

In het restaurant in Groningen zijn rond half zeven de borden leeg. Bezoekers scharrelen voor ze naar huis gaan langs de tafel met overgebleven brood, nemen nog een halfje volkoren of een pak afbakbroodjes mee. Zijn er nog steeds left overs? Dan is er Peter. Hij maakt op de bakfiets een ronde door de stad, langs slaaphuizen, het AZC en een vluchtelingenhotel. Er wordt niets verspild.

Het restaurant zit nu vijf jaar op de huidige locatie, maar het voormalig schoolgebouw staat voor eind dit jaar op de slooplijst. “Op dit moment maken wij er dankbaar gebruik van, maar het gebouw is wel echt versleten”, aldus Zijp. Een andere locatie vinden zonder geld is altijd weer een uitdaging. Zullen de bezoekers straks mee verhuizen naar een nieuwe locatie? “Voor een deel nemen we ons publiek mee, aan de andere kant is dit gewoon iets heel lokaals. Het Café verandert en dat is oké.”

Lees ook het artikel over Emmy van Daele. Zij leeft in een woongroep, waar ze zo min mogelijk proberen te verspillen.

Bronnen:
ReactiesReageer