Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Weg met de psychologie!

De neuromaatschappij deel 3

Pixabay CC0

Nu we onze hersenen kunnen meten met neurowetenschappelijke technieken zoals MRI, hebben we de psychologie niet meer nodig. Waarom gedrag bestuderen, als je ook direct de hersenen kan meten?

Toen ik in 2013 aan de onderzoeksmaster psychologie begon, wilde ik mij specialiseren in de cognitieve neurowetenschappen – het vakgebied waarin men psychologische onderwerpen (perceptie, geheugen, bewustzijn, emotie, etc.) bestudeert vanuit het perspectief van het brein. De ‘traditionele’ psychologie, waarin men vooral gedrag (en niet zozeer de hersenen) bestudeert, vond ik eigenlijk maar een beetje vaag.

Onderwerpen zoals moraliteit, leiderschap, en creativiteit – dat zijn toch geen dingen om te onderzoeken met vragenlijsten, zoals men deed (en nog steeds doet) in de psychologie? Nee, om zulke dingen te onderzoeken, moeten we naar de hersenen kijken, want de hersenen kunnen namelijk niet liegen of een sociaal wenselijk antwoord geven. Daarom was ik van mening dat neurowetenschappen de objectieve tegenhanger van de psychologie was.

Natuurlijk weten we inmiddels veel meer over de menselijke psyche en gedrag en zijn onze methodes beter dan in de 18de eeuw, maar ‘onze’ theorieën zijn nog lang niet zo goed en elegant als in bijvoorbeeld de natuurkunde.

XKCD CC BY-NC 2.5

Inmiddels zijn we zo’n vier jaar verder, ben ik halverwege mijn PhD project, en heb ik mijn beeld van de psychologie en de neurowetenschappen flink bijgesteld. Waar ik ooit dacht dat hersenscans ons zouden verlossen van de vaagheden van de psychologie, ben ik er nu van overtuigd dat we de psychologie nodig hebben om de mens met al zijn/haar gedragingen, emoties, en gedachten te kunnen begrijpen. Blindelings hersenscans verzamelen in de hoop dat deze magischerwijs het antwoord op al onze (wetenschappelijke) vragen beantwoordt,gaat ons geen steek verder helpen.

Emotie-theorie

Kijk bijvoorbeeld naar het onderzoek naar (de neurale basis van) emotie. Iedere onderzoeker heeft een eigen theorie over wat emotie is en hoe het onderzocht moet worden. Vervolgens laat iedere onderzoeker zijn of haar proefpersonen in de MRI-scanner andere emotionele plaatjes (bijvoorbeeld alleen negatieve plaatjes, of ook positieve?) of taakjes doen (bijvoorbeeld emotieherkenning of alleen passief bekijken?). Totdat we als (emotie)onderzoekers het eens kunnen worden wat het nou precies is wat we onderzoeken en hoe we dat moeten doen, zouden we eigenlijk niet in de buurt van een MRI-scanner moeten komen.

Waarom ‘neuro-data’ niet genoeg is, heeft ironisch genoeg te maken hoe weinig we nog afweten van psychologische onderwerpen zoals empathie, emotie, persoonlijkheid, en geheugen. Dat komt omdat de psychologie als wetenschappelijk discipline eigenlijk pas in de kinderschoenen staat — we doen pas sinds eind 18de eeuw experimenteel psychologisch onderzoek.

Psychologie is eigenlijk een verdomd complexe wetenschap!

Pixabay CC0

Menselijke psyche en gedrag

Toentertijd ging het heel anders: bij onderzoek naar emotie, bijvoorbeeld, vroegen onderzoekers simpelweg aan de proefpersonen, “Hoe voel je je?”. Tegenwoordig zouden we dit waarschijnlijk niet echt een goede objectieve methode vinden. Natuurlijk weten we inmiddels veel meer over de menselijke psyche en gedrag en zijn onze methodes beter dan in de 18de eeuw, maar ‘onze’ theorieën zijn nog lang niet zo goed en elegant als in bijvoorbeeld de natuurkunde.

Neem bijvoorbeeld het psychologisch onderzoek naar emotie. Al decennia lang doen psychologen hier al onderzoek naar, maar eigenlijk weten we nog steeds niet zo goed wat ‘emotie’ nou eigenlijk is en hoe we het moeten definiëren. Is emotie per se een lichamelijk gevoel? Je zou misschien denken van wel, maar hoe zit het dan met verlamde mensen? Kunnen zij dan geen emoties ervaren? Zo simpel is het dus niet!

Complexe vraagstukken

Hoeveel emoties zijn er eigenlijk? Men ging er decennia lang van uit dat dit er zes zijn (woede, angst, blijdschap, verdriet, verbazing, en walging), maar dit lijkt vooral te komen vanuit het apenonderzoek, en het is nog maar de vraag in hoeverre dat van toepassing is op mensen. Is bijvoorbeeld verliefdheid een (aparte) emotie? Deze en andere basale en fundamentele vragen hebben we als psychologen nog steeds niet opgelost, met name omdat het ontzettend complexe vraagstukken zijn die moeten worden onderzocht met inachtneming van de invloed van genetica, de interactie met de omgeving, en de cultuur. Kortom, psychologie is eigenlijk een verdomd complexe wetenschap!

Daarom pleit ik voor de psychologie! We hebben eerst een duidelijke definitie nodig van de psychologische concepten die we onderzoeken, zoals emotie, voordat we verder gaan met het onderzoeken naar de neurale oorsprong ervan. Daarom denk ik dat hersenscans, zoals we die nu gebruiken, ons op dit moment niet veel verder gaan brengen bij dit soort onderwerpen, als we het überhaupt niet eens kunnen worden wat en hoe we dit nou moeten onderzoeken. En dit is stiekem alleen maar leuk: er is nog heel veel te ontdekken over het menselijk gedrag waar je geen dure MRI-scanner voor nodig hebt!

ReactiesReageer