Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Uit de ivoren toren

Pixabay CC0

Af en toe moet je als wetenschapper naar buiten, weg uit je veilige en door koffie verwarmde ivoren toren, om af te dalen naar de wereld buiten de academische wereld: de buitenwereld.

In die buitenwereld gebeuren dingen die je nog wel kunt overzien maar je reinste tijdverspilling zijn voor een genie zoals jij, bijvoorbeeld het doen van boodschappen, bezoeken van de tandarts of maaien van het gras. Deze zaken vermijd je dus het liefst, en een winkel op de campus met extra grondige kauwgom slaat de eerste twee vliegen alvast in één klap.

Bep de specialist

In de buitenwereld gebeuren echter ook dingen die je nog veel liever vermijdt, omdat ze je eerlijk gezegd angst aanjagen. Wat je nooit zal toegeven, maar wel tot zweetuitbraken achter je bureau leidt. De buitenwereld is bijvoorbeeld bevolkt met mensen, en die mensen hebben meningen, en zo af en toe over jouw onderzoek, bijvoorbeeld wanneer het hen aangaat of iets over hen beweert. Mijn eerste artikel zou binnenkort weleens gepubliceerd kunnen worden, mits de reviewers mij goed gezind zijn, en ik heb al enige tijd angstbeelden van Sabanen of Statianen die het lezen en me in venijnig Facebook proza verstaanbaar zullen maken dat ik er niet verder naast had kunnen zitten.

Het UMC Utrecht adverteert met posters waarop staat: “Jij de expert, Bep de specialist”. Jij bent in dit geval een jonge coassistent, en Bep een oud dametje dat geopereerd is aan haar pols. Als expert mag ik in mijn artikel over de verhoudingen tussen Europese landen en hun overzeese gebieden in de Caraïben dan wel keurig een wetenschappelijk raamwerk gevolgd hebben, en conclusies trekken die uit de data volgen, maar daarom hoeven de specialisten nog niet te vinden dat het de waarheid is. Waar staan expert, specialist en De Waarheid in de papier-steen-schaar-hiërarchie?

Ik bevond mij laatst in de buitenwereld, en deze driehoeksverhouding tussen wetenschappers, burgers en de waarheid werd voor mijn ogen goed op scherp gezet. Donderdag 22 juni j.l. vond er een debat plaats in De Balie, getiteld ‘Voorbij de Nederlandse Antillen’, met de omineuze ondertitel ‘Van gedeeld verleden naar gezamenlijke toekomst?’.

Tijdens deze avond kwamen verschillende sprekers aan het woord over de Nederlandse eilanden in het Caribisch gebied. Sinds 2010 zijn sommigen aparte landen in het Koninkrijk, namelijk St. Maarten, Curaçao en Aruba, wat Aruba al was sinds 1986. Bonaire, Saba en St. Eustatius zijn sinds die tijd bijzondere gemeenten van het land Nederland, en de Nederlandse Antillen zijn opgeheven. De evaluatie van die veranderingen leidt altijd tot vurige debatten, en vooral op St. Eustatius bestaat veel onvrede over de huidige situatie. Er zat overigens niemand van St. Eustatius in de zaal, wat wel een gemis was.

Zo bevind je je als expert in de buitenwereld opeens in een wetenschapsfilosofische discussie met specialisten, over de manier waarop je De Waarheid te pakken probeert te krijgen.

Pixabay CC0

Bestaat objectief onderzoek wel?

Eén van de sprekers op die avond was Wouter Veenendaal van het KITLV, een instituut in Leiden waar antropologisch, historisch en taalkundig onderzoek in voornamelijk Azië en de Cariben wordt gedaan. Ik ken Wouter van overleggen met andere wetenschappers die momenteel projecten in de Cariben hebben lopen, en ben altijd onder de indruk van zijn kennis en passie. Als politicoloog is hij gespecialiseerd in kleine eilandstaten, en vertelde hij hoe de eilandbewoners aankijken tegen de veranderingen sinds 2010, en welke band zij graag met Nederland willen. Dit alles deed hij op grond van vragenlijsten die zij onder de bevolking hebben afgenomen, en die volgens wetenschappelijke regels zijn opgezet.

Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat je een vraag op een neutrale manier formuleert. Dus niet: “vindt u Nederland ook zo knieperig met subsidies?” maar “hoe zou u Nederlandse subsidies beschrijven: ruim, gepast of te laag?”. Als ik mijn onderzoek presenteer aan andere wetenschappers nemen zij meestal aan dat ik dit soort regels in acht hebt genomen. In de buitenwereld worden daar echter nog weleens vraagtekens bij gezet, zoals ook hier in De Balie. Vanuit de zaal kwam een opmerking over de Hollandse achtergrond van Wouter en het KITLV, waarop hij naar die norm van objectiviteit in het doen van wetenschappelijk onderzoek verwees.

Het feit dat Wouter vóór dit onderzoek niet heel bekend was met de Nederlandse Cariben zou daarom niet uit moeten maken voor de uitkomsten van het onderzoek. Voormalig politicus John Leerdam reageerde met de (naar mijn vermoeden retorische) vraag of zoiets als objectief onderzoek doen wel bestaat. En zo bevind je je als expert in de buitenwereld opeens in een wetenschapsfilosofische discussie met specialisten, over de manier waarop je De Waarheid te pakken probeert te krijgen. Heel erg interessant en angstaanjagend tegelijkertijd! Alsof Bep aan jou vraagt of je wel zeker weet dat de MRI-scan laat zien hoe haar pols er voor staat. Ja en nee. Weten we zeker dat de radio-magnetische straling weergeeft hoe haar pols eruit ziet? Nee. Werken we iedere dag met die aanname? Ja. Het is dus maar de vraag op welke werkelijkheid je grip probeert te krijgen.

Jouw werkelijkheid

En dat was precies waar de discussie in De Balie heel even heen leek te voeren. In de wetenschapsfilosofie zijn er grofweg twee visies over hoe je de werkelijkheid kunt onderzoeken: een constructivistische en een positivistische visie. Positivisten geloven dat wanneer je grondige wetenschappelijke methodieken toepast, objectieve metingen mogelijk zijn. Constructivisten menen dat er geen werkelijkheid bestaat los van menselijke waarnemingen, dus dat de tussenkomst van een mens (wat wetenschappers per slot van rekening ook zijn) altijd de meting beïnvloedt, en objectiviteit daarmee niet bestaat. Of zoals Paulien Cornelissen dat ooit eens verwoordde: Dat is dan jouw werkelijkheid. Zij vond deze uitspraak de ultieme dooddoener, en zo’n visie maakt wetenschap inderdaad wel erg lastig. Hoe kun je ooit medicijnen voor Bep voorschrijven als je niet durft uit te gaan van een MRI-scan? En kunnen we Wouters onderzoek meteen afdoen als subjectief, en daarom niet waardevol? Hoewel ik niet denk dat complete objectiviteit bestaat, kun je volgens mij wel je best doen daar zo dicht mogelijk bij te komen. Als je dat zo goed mogelijk gedaan hebt als onderzoeker, produceer je in mijn ogen waardevolle data.

Tegelijkertijd wil je als wetenschapper graag iets bijdragen aan de maatschappij. Want ik zet weliswaar het stereotype van de wetenschapper als verwarde persoon in een stoffig kantoortje dat boek na boek publiceert die nooit door iemand gelezen worden, graag in om de spot met mezelf te drijven. Maar wetenschappers dalen steeds vaker af uit die ivoren toren waar ik in het begin sarcastisch naar verwees, en worden in toenemende mate afgerekend op hun bijdrage aan de samenleving.

Ook ik doe mijn uiterste best om mijn onderzoek naar invasieve plantensoorten niet enkel voor de wetenschap, maar ook voor de inwoners van Saba en St. Eustatius relevant te laten zijn. Dat staat wel op enigszins gespannen voet met het streven om zo objectief mogelijk te zijn. Stel dat ik constateer dat Coralita een groot risico voor biodiversiteit is, en op debatavonden daarom ga betogen dat het uitgeroeid moet worden – dan kun je je afvragen of dat wel past bij een objectieve wetenschapper. Dit is precies het dilemma waar ook klimaatwetenschappers ten opzichte van klimaatverandering en economen aan de vooravond van de Brexit mee kampen, zoals David Runciman schreef in The Guardian. Met feiten schermen in een politiek debat kan geïnterpreteerd worden als bewijs dat je geen onafhankelijk wetenschapper bent.

Hoewel ik niet denk dat complete objectiviteit bestaat, kun je volgens mij wel je best doen daar zo dicht mogelijk bij te komen.

Pixabay CC0

Dus daar sta je dan als wetenschapper: afgedaald uit je toren met achterlating van de gemoedelijk ronkende koffiemachine, beide benen in de buitenwereld en een geëngageerd publiek recht voor je neus. Zij stellen legitieme vragen, en jij geeft legitieme antwoorden. Nu maar hopen dat jullie daar allebei, in jullie beider werkelijkheden, genoegen mee kunnen nemen.

ReactiesReageer