Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Scheikunde? Waarom?

Wikimedia Commons/Amitchell125

Waarom zou je onderzoek doen als je ook op wereldreis kunt gaan? Roy van den Berg legt zijn keuze uit.

In mijn eerdere blogs vertelde ik waarom onderzoek doen zo leuk is en waarom katalysatoren zo interessant zijn. Deze blog gaat over hoe ik in de katalysewereld terecht kwam en onderzoek ben gaan doen.

Tomatenplukker
De keuzes begonnen op de middelbare school in de vierde klas. Ik was goed in de bètavakken, maar vond de talen niet zo interessant, dus koos ik voor Natuur en Techniek met economie. Dat ging twee jaar goed en toen kwamen de echt moeilijke keuzes: Welke studie moet ik kiezen? Welke universiteit? Eerst een jaartje reizen en dan een keuze maken? Heb ik daarvoor het geld? Wil ik naar Australië gaan en daar proberen mijn verblijf te bekostigen door nu eens te werken in de horeca en dan eens als tomatenplukker? Ben ik nog wel gemotiveerd om te gaan studeren als ik na een jaar terugkom van mijn wereldreis?

Voorkeur
Ik besloot niet te gaan reizen maar direct te gaan studeren. Omdat ik in Amersfoort woonde hadden de universiteit van Utrecht of Amsterdam mijn voorkeur. Qua studie was het lastiger; door mijn vakkenpakket kon ik zo’n beetje elke studie wel kiezen en mijn interesses liepen uiteen van politicologie tot economie en van wis- tot natuurkunde. Wat moest ik kiezen?

Twee gedachtes hielpen me uiteindelijk te kiezen:

1) Na een universitaire studie is de kans groot dat je in een leidinggevende rol terecht komt. Ik denk echter dat veel mensen zich in het beeld herkennen dat hun leidinggevende geen idee heeft van hoe dingen er nu echt op de werkvloer aan toegaan. Zo’n manager wilde ik in elk geval niet worden, ik wil van de hoed en rand afweten. Daarom koos ik ervoor om eerst vakinhoudelijke kennis op te doen voordat ik mij eventueel als manager, leidinggevende, politicus of iets dergelijks zou gaan manifesteren.

2) Zoals gezegd had ik een brede interesse maar om echt te kunnen excelleren, moet je denk ik naast een brede algemene kennis ook een expert worden op een kleiner, specialistischer vakgebied. Als je geen Sven Kramer heet, kun je je beter richten op 1 schaatsafstand wil je succesvol zijn op de olympische spelen. Om deze reden vielen de nieuwe, fancy, brede, interdisciplinaire studies voor mij af.

Als je geen Sven Kramer heet, kun je je beter richten op 1 schaatsafstand wil je succesvol zijn op de olympische spelen.

Bjarte Hetland

Rommelig
Wat overbleef waren uiteindelijk de hardcore bètavakken: scheikunde, natuurkunde en wiskunde. Wiskunde was mij te theoretisch en viel daarom af. Van de andere twee fascineerde scheikunde me het meest omdat het aan de basis staat van alle materialen die wij gebruiken. Bovendien was ik gefascineerd door de vraag waarom materialen bepaalde eigenschappen hebben. De organisatie in Amsterdam vond ik nogal rommelig dus het werd scheikunde in Utrecht.

Waarom hebben materialen bepaalde eigenschappen?

Wikimedia Commons/Amitchell125

Nanomaterialen
Vroeger studeerde je voor vier jaar. Met het nieuwe bachelor/master-systeem is dat opgesplitst in 3 jaar bachelor en 1 á 2 jaar master. Er werd mij verteld dat een bachelor alleen niet zoveel voorstelt en dat je eigenlijk ook een master moet doen. Na de bachelor koos ik de 2-jarige master Nanomaterialen waarbij ik onderzoek deed naar katalysatoren. Het laatste halfjaar van die master mocht ik vrij opvullen met vakken of met een stage. Na al die jaren universiteit wilde ik eindelijk eens zien hoe het er aan toeging bij een chemisch bedrijf dus ik besloot om een stage te doen bij Albemarle in Amsterdam. Het was een leuk bedrijf en een bijzonder interessante periode. Maar uit de gesprekken met de werknemers daar begreep ik dat een masterdiploma niet genoeg was om hogerop te komen in de _research en development_-afdeling van het bedrijf. Bijna alle leidinggevenden hadden een PhD gedaan.

Glazen plafond
Dus wat moest ik nu? Gewoon aan het werk gaan en hopen dat jij wél door dat glazen plafond heen weet te breken? Meer in de businesskant van het bedrijf gaan werken waar het ontbreken van een doctorstitel minder belangrijk is? Weet ik daar wel genoeg van af? Of toch proberen om een PhD te krijgen? Kan ik mezelf voor 4 jaar committeren aan het doen van onderzoek ondanks dat onderzoek soms langzaam gaat en de kans groot is dat meer van je experimenten mislukken dan dat ze slagen?

Zenuwslopend
Ik besloot om advies te vragen aan de professor bij wie ik mijn master deed. Voor het gesprek plaats vond, kreeg ik echter al in de gaten dat het gesprek niet geheel vrijblijvend zou zijn. Er waren verschillende onderzoeksprojecten waar hij mensen voor zocht en het was dan ook zijn intentie om van het gesprek meteen een officiële sollicitatie te maken. Dit was een kans die ik niet zomaar mocht laten lopen! Na een zenuwslopend gesprek in Utrecht, waar ik ondanks al mijn werk vooraf niet helemaal goed op voorbereid was, werd ik voorgesteld aan de sponsor van één van de projecten als kandidaat. Die sponsor was het bedrijf Haldor Topsoe in Denemarken. Voordat ik goedgekeurd werd, moest ik mezelf eerst presenteren aan dat bedrijf. Ik ging dus naar Kopenhagen toe om daar, op onbekend terrein, een lezing te geven aan vijfentwintig Denen, waarvan sommigen al tientallen jaren onderzoek deden naar katalysatoren terwijl ik er net anderhalf jaar op had zitten. Gelukkig waren ze enthousiast (ook al hoor je dat altijd pas een week later) en mocht ik beginnen met mijn PhD.

Zoektocht
Nu, ruim 3 jaar later, loopt ook deze periode richting het einde en komen er dus ook weer nieuwe vragen naar boven. Wil ik onderzoek blijven doen bij de universiteit of bij een bedrijf? Wil ik in Nederland blijven of naar het buitenland gaan? Wil ik überhaupt wel in de katalyse/scheikunde blijven? Of is dit het perfecte moment om alsnog een jaartje te gaan reizen? De antwoorden op deze vragen weet ik op dit moment nog niet, maar ik zal jullie op de hoogte houden van mijn zoektocht.

ReactiesReageer