Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Mijn geheime wapen

Hugo Doeleman

Men zegt dat je iets pas echt begrijpt wanneer je het ook aan een kind kan uitleggen. Ik heb nog geen kind om dat op uit te proberen. Wel een vriendin met een hekel aan alles dat met cijfers en formules te maken heeft. Dat werkt ook erg goed, merkte ik drie weken geleden toen ik een presentatie moest maken voor een lekenpubliek in Spui25.

Klaar voor mijn presentatie bij Spui25!

Hugo Doeleman

Een wereld zonder getallen
Mijn vriendin is juriste en als ze mocht kiezen zou ze leven in een wereld zonder getallen en alleen maar mooie verhalen. Als ze mocht kiezen, zou ze de hele dag boeken lezen, koken, met mij knuffelen en mensen helpen. Als ze mocht kiezen, zou men zich op school niet druk maken om een rekentoets, maar er voor zorgen dat geen kind de school verliet zonder alle werken van Thea Beckman te hebben gelezen. Als zij mocht kiezen, zou ze nooit hebben geleerd wat een staartdeling was – wat ze inmiddels toch weer vergeten is – maar in plaats daarvan wel in vloeiend oud-Grieks de Ilias hebben kunnen opdreunen.

Te ongeduldig voor de krant
Ik zit anders in elkaar. Ik houd van nieuwe talen leren, maar mij doe je meer plezier met een lastig wiskundig probleem. Ik heb zelden genoeg geduld om de krant te lezen, maar ik kan zonder me te vervelen dagen zitten puzzelen met computercode om een berekening te doen of een mooi grafiekje te maken. Ik haak onmiddellijk af wanneer men op televisie een zielig verhaal vertelt, maar kan me grote zorgen maken als het de warmtedood van ons heelal of de opwarming van de aarde aangaat.

Absolute desinteresse
Drie weken geleden mocht ik bij Spui25 in hartje Amsterdam een lezing houden over mijn onderzoek. Het publiek: meestal met een universitaire opleiding maar wel uit hele uiteenlopende richtingen, van psychologie tot wiskunde. Probeer dan maar eens uit te leggen wat vacuüm-velden zijn, op zo’n manier dat het voor iedereen leuk en te begrijpen is… Gelukkig heb ik een geheim wapen: mijn vriendin. Wanneer ik haar, met haar absolute desinteresse in exacte wetenschappen, wil vertellen over mijn onderzoek zonder dat ze daarbij in slaap valt, moet ik echt mijn best doen. Maar dat betekent ook: als zij het leuk vindt en er wat van opsteekt, dan is het echt een goed verhaal.

Een nano-gasfornuis
Daarom heb ik mijn presentatie maar liefst twee keer op haar geoefend. De eerste keer was natuurlijk een drama. In mijn enthousiasme wilde ik veel te veel vertellen, waardoor het niet het beoogde halfuur duurde, maar een uur. Halverwege zag ik haar al een beetje knikkebollen. En toen ik mijn grote trots – een heel mooi plaatje van de nano-deeltjes die ik onderzoek – aan haar liet zien, zag ze het voor een gasfornuis aan. Het was duidelijk: dit moest korter en leuker.

Een plaatje van het soort structuren waar ik onderzoek naar doe. Licht dat gevangen is in de platte schijf kan koppelen aan de gouden antenne daar bovenop. In de uitsnede zie je waar het licht in de schijf geconcentreerd zit.

Hugo Doeleman

Natuurkunde op zijn mooist
Na dit debakel heb ik de helft geschrapt en er een leuk filmpje in gedaan. In mijn onderzoek behandel ik sommige nanostructuren namelijk alsof het gekoppelde slingers zijn. Slingers, gekoppeld of ongekoppeld, worden door natuurkundigen al meer dan 100 jaar bestudeerd. Het is een simpel modelsysteem dat verrassend veel echte systemen kan verklaren, en vaak hele mooie resultaten oplevert, zoals hier:

Het filmpje dat ik tijdens mijn presentatie liet zien.

De nerd in mij
De tweede keer oefenen met mijn vriendin ging gelukkig veel beter: ik zag haar niet één keer knikkebollen! Ondanks deze goede voorbereiding was ik op de dag zelf toch zenuwachtig. Ik probeerde nog wat te werken, maar ik merkte dat ik me nergens op kon concentreren. Dat bleef zo tot het moment dat ik het podium opstapte; toen viel alle spanning weg en nam de nerd in mij het over. Een halfuur vloog voorbij terwijl ik over mijn vak vertelde en zowaar, het oefenen had gewerkt: mijn publiek begreep het! Drie kwartier lang werden er nog slimme vragen gesteld, bijvoorbeeld over het verschil tussen kwantummechanica en klassieke mechanica. Daarna gingen we samen aan de borrel om het af te sluiten.

Geen formules maar de grote vragen
Begrijp ik mijn onderzoek nu écht beter dan voor die presentatie? Ik denk het wel. Om het aan een algemeen publiek uit te kunnen leggen, moet je niet alleen versimpelen in je taalgebruik. Je moet het vooral terugbrengen tot de kern. Niet de details over termen in formules of configuraties van lenzen en spiegels waar ik dagelijks mee bezig ben, maar de grote vragen: Waarom doe je het? Hoe is het anders dan wat anderen doen? Wat wil je bereiken? Wanneer je onderzoek doet, is het heel gemakkelijk om die vragen te vergeten, terwijl je opgaat in details. Ik ben blij dat Spui25 ze me heeft helpen herinneren!

ReactiesReageer