Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Lama

‘Apple had beter een beest kunnen zijn.’

Pixabay CC0

Sinds kort mag ik me het trotse lid noemen van de Lama-familie. Nee, ik heb me niet aangesloten bij een Tibetaanse sekte en ik spuug ook niet op mijn onderzoek.

Hutje op de hei
‘Lama’ is de kersverse naam die staat voor alles wat de taaltechnologen aan de Radboud Universiteit uitspoken. Ons onderzoek wil nog weleens escaleren in een bruikbare applicatie, en dan is het handig als dit gekoppeld kan worden aan een herkenbare naam. Daarom zijn we onlangs in een hutje op de hei gaan zitten om ver van alle dagelijkse beslommeringen na te denken over een goede naam. De richtlijnen vooraf waren simpel:

1 – De naam moet weergeven waar we voor staan: coole software op basis van taaltechnologie.
2 – De naam moet af te korten zijn tot een beest.

Vooral de tweede richtlijn is heel belangrijk, want beesten zijn tastbaar. Niet voor niets is het imago van Twitter opgebouwd rondom een zangvogel en is Apple genoemd naar een stuk fruit (maar dat had beter een beest kunnen zijn).

Pixabay CC0

Rare kapsels
Van het hutje zelf kan ik me niet veel meer herinneren. We kwamen er in ieder geval vandaan met een korte pakkende beestennaam: Lama, een afkorting van LAnguage MAchines. De lama is nou niet het allercoolste dier dat je kan bedenken – veel meer dan om zich heen spugen en met rare kapsels te koop lopen doen ze niet – maar de naam Language Machines geeft mooi weer waar we ons mee bezig houden: taal in, coole software uit.

Applicaties uitgeven
Je kunt je nu misschien afvragen waar het stukje ‘wetenschap’ terug te vinden is. Applicaties uitgeven onder een bepaalde naam klinkt behoorlijk als wat een softwarebedrijf zou doen. Er is echter een belangrijk verschil: waar een softwarebedrijf weinig prijs wil geven over haar producten uit angst voor de concurrent, streeft de wetenschapper ernaar haar systemen zoveel mogelijk te delen met collega’s en de buitenwereld.

Beste van twee werelden
We schrijven bijvoorbeeld in detail op hoe een systeem in elkaar zit en hoe goed het werkt, en sturen dit naar een wetenschappelijk tijdschrift. Daarnaast mogen we voor verschillende soorten publiek ons werk presenteren, één van mijn favoriete bezigheden als onderzoeker. Alsnog is het gat tussen softwarebedrijven en wetenschappers niet heel groot. Niet zelden blijft een promovendus na een stage bij Google of Yahoo daar hangen. Onderzoek in de taaltechnologie verenigt voor mij echter het beste van twee werelden: we maken coole software en mogen hierover schrijven en presenteren. En af en toe mag je in een hutje op de hei.

ReactiesReageer