Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Beter lees je mijn blog op NEMO Kennislink

Over de opkomst van een nieuw bijwoord

Kristel Doreleijers voor NEMO Kennislink

‘Beter ga je naar huis’ of ‘beter bestellen we pizza’: je hoort steeds vaker dat het bijwoord ‘beter’ aan het begin van de zin staat. Taalonderzoek laat zien dat we te maken hebben met een nieuw bijwoord. Hoe zit dat?

Je kent het woordje ‘beter’ waarschijnlijk vooral als de vergrotende trap van ‘goed’: goed-beter-best. In die context is het bijwoord ‘beter’ een zogenoemde ‘comparatief’. Dat wil zeggen dat er sprake is van een vergelijking, zoals ‘hij kookt beter dan zij’ of ‘die blauwe pen schrijft goed, maar deze zwarte pen schrijft nog beter (dan die blauwe)’. Wat opvalt is dat deze vergelijking ook achterwege kan blijven bij het nieuwe ‘beter’. Je zegt meestal niet ‘beter ga je naar huis dan dat je blijft’ of ‘beter bestellen we pizza dan friet’.

Dat verschil is heel interessant voor taalkundigen die willen uitpluizen hoe zo’n taalverandering precies werkt. Maar het valt ook taalgebruikers op: het verschijnsel eindigde eerder niet voor niets op de tweede plaats in de verkiezing ‘Grammaticale structuur van het decennium’ van dagblad Trouw.

Naast het ontbreken van de expliciete vergelijking, heeft het nieuwe ‘beter’ ook een andere betekenis. De spreker wil er het gedrag van de ontvanger mee sturen. Stel persoon A is van plan om friet te bestellen, maar persoon B heeft veel meer zin in pizza. Persoon B kan dan tegen A zeggen: ‘beter bestellen we pizza’. Daarmee drukt persoon B een wens of advies uit (misschien zelfs met een licht dwingende ondertoon).

Vanwege deze eigenschap noemen taalkundigen het nieuwe ‘beter’ ook wel adviserend ‘beter’. Het adviserende karakter hangt samen met de houding van de spreker: die staat meestal niet neutraal tegenover de bewering, maar heeft er juist een positief of negatief gevoel bij. We kunnen dat zien als we ‘beter’ vergelijken met een bijwoord als ‘gelukkig’, dat ook een positief gevoel uitdrukt. Je kunt niet beide woordjes in één zin zetten, wat wijst op een betekenisoverlapping: ‘beter bestellen we gelukkig pizza’ klinkt gek (en in negatieve zin geldt hetzelfde voor ‘helaas’).

Dat het bijwoord ‘beter’ zich goed leent voor het sturen van het gedrag van de ontvanger, blijkt ook uit reclameslogans waarin het verschijnsel regelmatig opduikt. Voorbeelden zijn te vinden bij Schiphol (‘Beter sta je op de officiële parking’) en T-Mobile (de ‘BETER-STAP-JE-OVER-WEKEN’). Regelmatig wordt geopperd dat het nieuwe ‘beter’ een vorm zou zijn van jongerentaal, maar een goed luisterend oor verklapt al snel dat je het in alle lagen van de samenleving hoort.

Ook zijn sommige mensen ervan overtuigd dat het verschijnsel is overgewaaid uit het Engels (een anglicisme), denk bijvoorbeeld maar aan de televisieserie (You‘d/had) Better call Saul. Desondanks zou het ook zomaar invloed uit het Belgisch-Nederlands kunnen zijn, want daar komt adviserend ‘beter’ in het midden van de zin voor: ‘je gaat beter met de bus’. In het Nederlands-Nederlands zou je dan altijd het hulpwerkwoord ‘kunnen’ gebruiken (‘je kunt beter met de bus gaan’).

Daar komt met de opkomst van het nieuwe ‘beter’ dus verandering in. ‘Beter ga je met de bus!’ klinkt voor veel mensen waarschijnlijk zo slecht nog niet. Dat ‘beter’ zo lekker bekt aan het begin van de zin is daarbij niet toevallig. Dit is regelmatig de zinspositie die nadruk krijgt en zich ook uitstekend leent voor het accentueren van een contrast (een alternatief): ‘Je gaat toch niet te voet naar het centrum? Beter ga je met de bus!’

Ondanks dat ‘beter’ een uniek geval lijkt te zijn, komt het in het Nederlands vaker voor dat woordjes een betekenisverandering ondergaan. Er zijn meer bijwoorden die eruitzien als een vergelijking, maar niet altijd zo worden gebruikt. Denk maar aan een bijwoord als ‘liever’. Je kunt dat gebruiken in een zin als ‘hij eet liever pizza dan friet’, maar ook in een zin als: ‘hij eet graag pizza, of liever gezegd: hij is er echt dol op’. Een ander voorbeeld is het bijwoord ‘vroeger’. Ook dat kun je vergelijkend gebruiken: ‘de bus vertrok twee minuten vroeger dan gepland was’, maar dat hoeft niet per se: ‘vroeger ging ik elke dag met de bus’.

Dit soort bevindingen roepen voor taalkundigen de vraag op wat voor bijwoord het nieuwe ‘beter’ dan precies is. Om een antwoord te vinden op die vraag hebben ze testjes ontwikkeld. Die testjes bestaan uit het herformuleren van de zin. Sommige bijwoorden klinken namelijk prima in een herformulering en andere juist niet. Grofweg kun je onderscheid maken tussen bijwoorden die betrekking hebben op de hele zin, zoals ‘waarschijnlijk’, en bijwoorden die betrekking hebben op het werkwoord van de zin, zoals ‘snel’. Dat klinkt misschien heel technisch, maar aan de hand van voorbeelden kun je het verschil vrij gemakkelijk zelf ontdekken.

Als je zegt ‘we gaan waarschijnlijk naar huis’ dan heeft het bijwoord ‘waarschijnlijk’ betrekking op de rest van de zin: het is waarschijnlijk zo dat we naar huis gaan. Als je zegt ‘we gaan snel naar huis’, dan heeft het bijwoord ‘snel’ te maken met de hoedanigheid van het naar huis gaan, namelijk: we gaan naar huis en we doen dat snel. Deze twee herformuleringen kun je ook toepassen op het nieuwe ‘beter’, en dan zie je dat dit ‘beter’ (in ‘beter gaan we naar huis’) zich gedraagt zoals ‘waarschijnlijk’ en niet zoals ‘snel’. Vergelijk de herformuleringen met ‘waarschijnlijk’, ‘snel’ en ‘beter’ maar eens!

‘Het is waarschijnlijk zo dat we naar huis gaan’ (klinkt prima)
‘We gaan naar huis en we doen dat waarschijnlijk’ (klinkt gek)

‘Het is snel zo dat we naar huis gaan’ (klinkt gek)
‘We gaan naar huis en we doen dat snel’ (klinkt prima)

‘Het is beter zo dat we naar huis gaan’ (klinkt prima)
‘We gaan naar huis en we doen dat beter’ (klinkt gek)

Dit zijn slechts enkele voorbeelden van taalkundige analyses die je kunt doen om beter te begrijpen hoe het adviserende ‘beter’ in elkaar zit. De volgende eigenschappen van het nieuwe ‘beter’ hebben we nu in elk geval al ontdekt:

  • het vergelijkende karakter van het oorspronkelijke ‘beter’ blijft achterwege
  • het staat aan het begin van de zin
  • het heeft een directieve betekenis (het drukt een wens of advies uit, soms met een dwingende ondertoon)
  • er zijn soortgelijke constructies in het Engels en in het Belgisch-Nederlands
  • het vertoont overeenkomsten met een bijwoord als ‘gelukkig’ (of ‘helaas’) vanwege het positieve (of negatieve) gevoel bij de spreker
  • er zijn soortgelijke bijwoorden die ook een betekenisverandering hebben ondergaan, zoals ‘liever’ en ‘vroeger’
  • het vertoont meer overeenkomsten met een bijwoord als ‘waarschijnlijk’ dan met een bijwoord als ‘snel’, omdat ‘beter’ betrekking heeft op de volledige gebeurtenis die wordt uitgedrukt in de zin en niet op de manier waarop die gebeurtenis plaatsvindt

De kerstquiz van NEMO Kennislink bevatte een vraag over adviserend ‘beter’. De bovenstaande tekst vormt een uitleg bij die quizvraag.

ReactiesReageer