Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Avonturen in het archief deel I: een eerste zoen met oud papier

_De Groene Amsterdammer_ (11 februari 1939)

Historici zijn verzot op de geur van oud papier. Een kleine rondvraag bij collega’s en oud-studiegenoten leverde onder andere de volgende beschrijvingen op: ‘vanille, met een vleugje houtrot’, ‘een vurrukkullukke Franse kaas’ of ‘als een kurk die je net uit een goede fles wijn getrokken hebt’.

Franse kaas en goede wijn: de geur van oude boeken is blijkbaar iets dat je moet leren waarderen. Het enige goede antwoord lijkt trouwens te zijn dat iedere bibliotheek anders ruikt. Papier neemt de geur op van de plaats waar het bewaard wordt. Zo krijgt elke bibliotheek zijn eigen ‘persoonlijkheid’: iets dat ik een e-reader nog wel eens wil zien doen.

Amazonerivier
Misschien vinden historici oud papier wel zo lekker ruiken omdat het ze herinnert aan de plaatsen waar ze het meestal vinden: de bibliotheek en het archief. Wat een lab vol moderne apparatuur is voor de natuurkundige, of een amazonerivier voor een avontuurlijke bioloog, dat zijn de bibliotheek en het archief voor de historicus: de plaats waar nieuwe dingen te vinden zijn.

Lekker wetenschappelijk
Als geschiedenisstudent doe je die liefde voor archieven hopelijk ergens op. Bij mij gebeurde het op een onverwacht moment. Voor een werkstuk wilde ik onderzoeken hoe De Groene Amsterdammer had geschreven over de dekolonisatie van Nederlands-Indië en Frans-Algerije ‘in vergelijkend perspectief’. ‘Dat klinkt lekker wetenschappelijk,’ dacht ik toen. Maar waar bevond het archief van De Groene Amsterdammer zich eigenlijk? Na een korte zoektocht op internet, besloot ik – het was slechts tien minuten lopen van de universiteit – zenuwachtig aan te bellen bij de redactie van het blad op het Frederiksplein.

Eerste zoen
Ik wil dit soort dingen liever niet romantiseren, maar je eerste archief herinner je je als je eerste zoen. In mijn ervaring omvatte deze welgeteld één kast in een kleine kamer, waar alle nummers van De Groene Amsterdammer (opgericht in 1877) lagen opgeslagen. Misschien eerder een kus op de wang na een dronken-schoolfeest dus. De redactie-secretaresse, die me koffie en tosti’s bracht, vertelde na een aantal dagen dat ik alle nummers van het blad ook in de bibliotheek had kunnen opvragen: ‘Iedereen dacht al, wat komt die jongen hier toch doen.’

Beschaamd
Lichtelijk beschaamd trok ik de deur achter me dicht. Maar de vonk tussen mij en oud papier was overgeslagen. Al snel hield ik me echter niet meer bezig met wat het tijdschrift schreef over de dekolonisatie, maar raakte ik gefascineerd door de foto’s en tekeningen. Neem bijvoorbeeld deze covers van de beroemde cartoonist Leo Jordaan, waarmee hij in de late jaren dertig het bewind van Hitler in Duitsland belachelijk maakte.

Hitlers handlanger
Op de eerste cover tekent Jordaan Hitler en Mussolini als de beroemde Marx Brothers: een familie van Amerikaanse komieken van Joodse komaf. De tekening is zo knap door de gelaagdheid. Hitler en Mussolini waren zowel fel antisemitisch als anti-Marx. Op de tweede tekening staat Joseph Goebbels, de propagandaminister van Hitler, afgebeeld als de opvolger van vijf Duitse komieken die hij een beroepsverbod had opgelegd. Goebbels ‘eist’ dat het Duitse volk meer lacht, het publiek in de zaal draagt maskers met lachende gezichten, terwijl ze in werkelijkheid vol afschuw naar Hitlers handlanger kijken.

Eerste
Naast de politieke karikaturen van Jordaan stond het blad vol prachtige foto’s en interessante reclames. Vooral de kleurenadvertentie van de ‘Philips korte golf zender’, een radio die ervoor zorgde dat je overal ter wereld naar Nederlandse zenders kon luisteren, staat me bij. Helaas ben ik vergeten om een foto te maken. Misschien is dat ook wel beter, en horen ze thuis in de kast van De Groene Amsterdammer: mijn eerste archief.

ReactiesReageer