Naar de content

Willen we embryo's kweken voor onderzoek?

Stijn Schreven

Het opheffen van het verbod op het kweken van embryo’s voor onderzoek leidt tot verdere instrumentalisering van het embryo, verwacht rechtsfilosoof Britta van Beers. 

Op dit moment is het in Nederland niet toegestaan ​​om embryo's te maken in laboratoria voor andere doeleinden dan een zwangerschap. Maar de politieke partijen VVD en D66 willen daar verandering in brengen. Vorig jaar dienden ze een wetsvoorstel in om het maken van embryo's voor onderzoek mogelijk te maken. Als dit voorstel wordt aangenomen, kan er meer onderzoek worden gedaan naar de vroege ontwikkelingsstadia van een embryo.

"Het zal nog wel even duren voordat hierover een besluit wordt genomen, omdat we eerst moeten wachten op een nieuw kabinet," zegt Britta van Beers, rechtsfilosoof aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Voor haar is deze discussie niet nieuw. "Politici pleiten zo nu en dan weer voor het opheffen van het verbod. De vorige keer kwam het voorstel van minister Edith Schippers (VVD). Zij koppelde versoepelingen van de Embryowet aan het mogelijk maken van controversiële voortplantingstechnologieën. Ze wilde het verbod op het kweken van embryo's opheffen om onderzoek naar kiembaanmodificatie (het aanpassen van embryo-DNA), in-vitrogametogenese (geslachtscellen maken uit embryonale stamcellen of uit gewone lichaamscellen) en drie-ouder-baby’s mogelijk te maken.”

Volgens Van Beers was minister Schippers hiermee te snel. "Eerst moeten we ons afvragen of we deze technieken wel willen. Haar voorstel werd dan ook niet goedgekeurd door de Tweede Kamer. Nu wordt het voorstel van VVD en D66 losgekoppeld van deze nieuwe technologieën, wat strategisch handiger is als je het verbod wil opheffen, maar we moeten natuurlijk wel blijven kijken naar de doelen."

Gebruiksvoorwerp

Er zijn misschien goede redenen om het verbod op kweekembryo’s op te heffen, denkt Van Beers. Toch is ze voorzichtig. Volgens haar is het verbod er niet zomaar. "Er is een verschil tussen het maken van embryo's alleen voor wetenschappelijke doeleinden en het gebruik van overgebleven ivf-embryo's voor onderzoek", zegt ze.

Een embryo is geen gebruiksvoorwerp

— Britta van Beers

"In het laatste geval worden embryo's gekweekt met als doel om een kind te krijgen. Die embryo's hebben een relationele waarde voor de ouders die hopen op een kind. Als we vanaf het begin weten dat een embryo alleen voor wetenschappelijke doeleinden wordt gemaakt, dan leidt dat tot instrumentalisering van het embryo. Ik ben daar niet per se op tegen, maar ik zie wel een verschil. Een embryo is geen gebruiksvoorwerp."

Maar het onderscheid tussen voortplantingsdoeleinden en wetenschappelijke doeleinden is niet altijd zo duidelijk, vervolgt Van Beers. "Ook bij een ivf-traject is sprake van een bepaalde mate van instrumentalisering, omdat er vrijwel altijd meerdere embryo's worden gemaakt, zodat wetenschappers het beste embryo kunnen kiezen om terug te plaatsen in de baarmoeder. Zo bezien kun je lastig volhouden dat hier in het geheel geen sprake zou zijn van instrumentalisering.”

Momenteel wordt er onderzoek gedaan naar nieuwe technologieën die invloed kunnen hebben op ivf-behandelingen, zoals IVG (in-vitro-gametogenese). Van Beers legt uit: "Als we in staat zijn om eicellen te maken uit huid- of bloedcellen zonder ingrijpende procedures, wordt het veel gemakkelijker om honderden embryo's te produceren voor voortplantingsdoeleinden. Stel je voor dat al deze embryo's genetisch worden onderzocht om de beste te kiezen. Kunnen we dan nog steeds zeggen dat deze embryo's alleen bedoeld zijn voor voortplanting?"

Big data en embryo’s

Het debat over het opheffen van het verbod op het maken van embryo's voor wetenschappelijk onderzoek kan niet los worden gezien van andere ontwikkelingen, benadrukt Van Beers. "Het is belangrijk om deze vraag te bekijken in relatie tot technologieën zoals IVG (in-vitro-gametogenese), AI (artificiële intelligentie) en kunstmatige baarmoeders." Deze ontwikkelingen zijn cruciaal om te bepalen onder welke voorwaarden embryo's mogen worden gekweekt in laboratoria voor wetenschappelijk onderzoek.

Door IVG, waarbij geslachtscellen worden gemaakt uit gewone lichaamscellen, zoals bloed- of huidcellen, wordt het bijvoorbeeld makkelijker om embryo’s op grote schaal te produceren, omdat het niet langer nodig is om eicellen te gebruiken (wat een pijnlijke ingreep is voor vrouwen die eiceldonaties ondergaan). “Gecombineerd met AI en big-data-analyses, opent dit de deuren voor nieuwe vormen van voortplanting”, zegt Van Beers, “zoals de genetische screening van grote aantallen embryo’s op de vermeende aanleg voor tal van eigenschappen, uiteenlopend van hart- en vaatziektes tot verwacht opleidingsniveau.”

Een andere relevante ontwikkeling is de kunstmatige baarmoeder, die momenteel wordt ontwikkeld met als doel om vroeggeboren foetussen een betere kans te geven. Zo’n baarmoeder zou in de toekomst kunnen worden ingezet om embryo’s ook voor onderzoek nog veel langer in leven te houden dan 28 dagen.

Momenteel zijn dit slechts toekomstscenario's. Toch is het belangrijk om nu al na te denken over deze ontwikkelingen om te voorkomen dat de wetgeving achterloopt op de technologische vooruitgang, benadrukt Van Beers. Want ook al wordt embryo-onderzoek op dit moment zeer streng gereguleerd; nieuwe mogelijkheden kunnen de wetgeving in de toekomst onder druk zetten als blijkt dat daarnaar vraag is. Daarom moeten we volgens haar nu al nadenken over de vraag: willen we dit?

De kunstbaarmoeder is al succesvol getest bij lammetjes. In 2017 lukte het onderzoekers in de Verenigde Staten om lamsfoetussen in een verwarmde plastic zak met vruchtwater te laten groeien. 

Partridge et al, Nature, DOI:10.1038/ncomms15112

Zelf weten

Op dit moment worden in Nederland alleen embryo's gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek als ze over zijn van een ivf-behandeling, en dat gebeurt alleen als de ouders daar expliciet toestemming voor geven. Maar in het wetsvoorstel van D66 en VVD staat dat Nederlanders ook zaad- of eicellen kunnen doneren, opdat wetenschappers daar embryo’s van kunnen maken. Een veelgehoord argument in deze discussie is dat mensen zelf moeten kunnen beslissen of ze hun geslachtscellen aan de wetenschap willen geven. Is het niet gewoon aan mensen zelf om te beslissen wat er met hun lichaamsmateriaal gebeurt?

Dat klinkt misschien simpel, maar volgens Van Beers is het dat niet. Allereerst moeten we goed kijken naar de doelen van het onderzoek. Dienen die op de lange termijn het algemeen belang en de waarden van de samenleving? Daarnaast moeten we de intrinsieke waarde van een embryo niet vergeten. "Soms denken mensen ten onrechte dat de overheid neutraal is als ze aan mensen zelf overlaten wat er met hun embryonaal materiaal gebeurt, omdat het wordt gezien als eigendom van individuen”, zegt Van Beers. “Maar als de overheid dit geheel aan mensen zelf overlaat, suggereert ze eigenlijk dat een embryo geen speciale waarde heeft en slechts een gebruiksvoorwerp is. Dat maakt deze discussie zo ingewikkeld. Hoewel het misschien liberaal lijkt om dit aan individuen over te laten, kan de overheid in dit geval niet anders dan een bredere moraal uitdragen.”

De Embryowet

De Embryowet is al sinds 2002 nagenoeg onveranderd gebleven. De wet verbiedt het om embryo’s speciaal voor wetenschappelijk onderzoek te kweken, maar VVD en D66 willen daar verandering in brengen. Zij willen meer ruimte maken voor onderzoek met embryo’s. SGP en ChristenUnie zijn tegen het gebruik van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek. De meeste partijen, waaronder GroenLinks/PvdA, PVV, SP en Partij voor de Dieren, vermelden niets over embryo-onderzoek in hun verkiezingsprogramma. Lees hier meer over de standpunten van politieke partijen.