Naar de content

'Misschien moet ik Instagram niet op mijn telefoon hebben'

Maken sociale media jongeren ongelukkig?

Britte voor NEMO Kennislink via Canva, vrij te gebruiken

Met name jongeren zijn niet meer weg te slaan van sociale media. Dag in dag uit zitten ze uren op Whatsapp en Instagram. Waar de één geïnspireerd raakt door een post, wordt een ander juist jaloers. Zijn jongeren ongelukkiger door sociale media?

Bang om iets te missen. Dat is de reden voor de 23-jarige Jesse om niet te stoppen met sociale media. Jesse – die liever niet met zijn achternaam in dit artikel verschijnt en niet verward moet worden met Jesse Mellema, wiens ervaringsverhaal mede aanleiding was voor dit artikel – stond op het punt zijn sociale media-accounts te verwijderen. Snapchat, Reddit en zijn drie Instagram-accounts kosten hem soms wel een paar uur per dag en echt gelukkiger wordt hij er niet van. “Al die tijd kan ik ook besteden aan het koken van een uitgebreide maaltijd, aan schilderen, grafisch ontwerp of een taal leren”, zegt hij.

Jesse checkt de eerste berichten van de dag ‘s ochtends in bed, dat kost ongeveer een kwartier. Later op de dag is hij naar eigen zeggen nog een half uur tot drie kwartier met Instagram en Snapchat bezig, plus een half uur Reddit. “Zeker op de momenten dat ik even niks te doen heb, is het makkelijk de telefoon erbij te pakken”, zegt hij. Vooral Instagram Reels – korte filmpjes van andere gebruikers van maximaal een minuut – hebben een grote aantrekkingskracht op hem, merkt Jesse. “Daar kan ik lang doorheen scrollen. Soms denk ik dat ik er maar even opzit, maar dan blijkt er bijna een uur voorbij te zijn. In de instellingen van de app heb ik gezocht naar een manier om die Reels uit te schakelen, maar dat kan niet.”

Uit metingen van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat 14- en 15-jarigen ruim anderhalf uur per dag aan sociale media besteden. In enquêtes geven de jongeren zelf aan dat het nog meer is: gemiddeld ruim 2,5 uur per dag. De mobiele telefoon gaat aan bij het opstaan en pas laat uit; vijftig procent van de kinderen checkt de telefoon nog na tien uur ‘s avonds. De populariteit is wellicht te verklaren uit de behoefte van pubers om zich te spiegelen aan leeftijdsgenoten, en om daar hun eigen identiteit mee te vormen. Sociale media lijken wel gemáákt voor pubers van deze leeftijd, schrijven de onderzoekers in een van hun rapporten.

Een verwoeste generatie

Als je het betoog van de Amerikaanse psycholoog Jean Twenge op de website The Atlantic leest, denk je dat het helemaal misgaat met de jeugd: sociale media verwoesten een generatie. Het artikel is een bewerking van haar boek uit 2017 over hoe sociale media volgens haar een epidemie van depressiviteit en zelfmoorden onder de Amerikaanse jeugd veroorzaken. Jongeren spreken minder af met vrienden, zijn vaker eenzaam, hebben een steeds groter slaaptekort, zijn later seksueel actief en afhankelijker van ouders. Een reeks grafieken laat zien dat deze trends zich allemaal na 2007 afspelen, ná de introductie van de iPhone.

Twenge verklaart de ongelukkigere jeugd aan gevoelens van uitsluiting die sociale media kunnen versterken. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer je ziet dat anderen bij elkaar waren zónder dat jij erbij was. Ook noemt ze de stress die gepaard gaat het zoeken van bevestiging van anderen door middel van likes en het gevaar van cyberpesten.

Onderzoeker Ine Beyens van de Universiteit van Amsterdam kan zich niet vinden in de conclusies van Twenge. Althans, ze ziet de trends niet terug in haar onderzoek onder 14- en 15-jarigen. In 2019 en 2020 volgde ze met collega’s de digitale levens van zo’n vierhonderd jongeren. De onderzoekers keken hoeveel zij hun telefoon gebruikten, wat ze ermee deden en met korte en frequente vragenlijstjes peilden ze de gevoelens van proefpersonen na het gebruik van sociale media. “Bij het overgrote deel van van de jongeren zien we nauwelijks een effect op welbevinden. Er is een kleine groep die er iets gelukkiger of juist ongelukkiger van wordt”, zegt ze. “Maar sociale media zijn niet zo slecht als veel mensen denken.”

Uit het onderzoek blijkt dat mensen verschillend reageren op berichten. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij de ‘mooidoenerij’ waar het op sociale media van wemelt: gebruikers zijn geneigd om vaker positieve dan negatieve ervaringen te delen. “Sommige mensen raken daarvan geïnspireerd, anderen raken juist gefrustreerd en jaloers”, zegt Beyens. Waarom dat zo is, is onderwerp van onderzoek. “Van mensen die zeggen dat ze snel jaloers zijn wordt zo’n 25 procent ongelukkiger van het zien van positieve berichten van anderen. Bij niet-jaloerse mensen is dat dertien procent”, vertelt ze.

Twee personen in de metro. Een persoon leest de krant, de andere persoon zit op een smartphone en heeft oortjes in.

Sociale media in de metro. Sommige mensen raken geïnspireerd van positieve berichten op sociale media, anderen raken juist gefrustreerd en jaloers.

flickr.com, Matteo Garza via CC BY-NC-ND 2.0

Jesse herkent die gevoelens van jaloezie. “Er zijn veel influencers die ik zal maar zeggen ‘het goede leven’ uitdragen, met mooie plaatjes van vakantie en eten. Ze beleven altijd wat leuks. Ik weet dat het voor het groot deel niet echt is en dat ik me daar niets van aan moet trekken. Maar toch doet het iets. Het frustreert me misschien nog het meest dát het me jaloers kan maken.”

Finsta en rinsta

Sociale media draaien overigens niet alleen maar om juichberichten. Met doorgaans een kleinere groep mensen delen gebruikers intiemere en ‘eerlijkere’ berichten, ook over negatieve gebeurtenissen en gevoelens. In hun onderzoek vonden de wetenschappers dat ongeveer een kwart van de deelnemers meerdere Instagramaccounts heeft om die werelden te scheiden. Beyens heeft het over ‘rinsta’ en ‘finsta’, ofwel real instagram en fake instagram. Die naamgeving kan verwarring geven, want juist op het openbare ‘real’ instagramprofiel delen jongeren een selectie van de mooiste plaatjes en het afgeschermde ‘fake’ profiel dient voor onopgepoetste posts. Ze zijn heel bewust bezig met wat ze delen en met wie, aldus Beyens. “Dat is natuurlijk een weerspiegeling van de echte wereld, waar je ook niet alles met iedereen deelt”, zegt ze.

Zelf heeft Jesse geen besloten en open account. Hij ziet dat mensen die dat wel hebben anders posten op hun verschillende accounts. Op gesloten accounts komen bijvoorbeeld ook berichten voorbij over een slechte week die iemand heeft, of mogelijk gevoelige onderwerpen zoals drugsgebruik. Jesse schermt overigens wel eens posts af van zijn verder openbare profiel. “Een ‘ruw’ opgeschreven reactie op de politiek deel ik met een beperkte groep volgers”, zegt hij. “Ik heb geen zin in een discussie met een groot publiek.”

Tweet met mate

Kunnen we de jeugd beschermen tegen overmatige jaloezie en misschien wel depressieve gevoelens als gevolg van sociale media? Twenge denkt dat een ‘milde’ limitering van het gebruik bij jongeren goed zou zijn. Hardere maatregelen acht ze onrealistisch voor een generatie die gewend is om altijd verbonden te zijn. “De telefoons uit de handen van onze kinderen wrikken is misschien nog lastiger dan de pogingen van mijn ouders’ generatie om de kinderen voor de televisie weg en naar buiten te krijgen”, schrijft ze.

Het is ook maar de vraag of we bij het limiteren van sociale media al die ‘verloren’ uren weer terugkrijgen. Kruipen we niet gewoon weer ‘terug achter de tv’, denkend aan het boek dat we eigenlijk zouden willen lezen? Beyens is terughoudend met geven van algemene adviezen voor het gebruik van sociale media. Dat zal volgens haar namelijk afhangen van de persoon. Waar de een baat heeft bij minder online aanwezigheid op sommige momenten, kan online zijn bij een ander net wel positief uitpakken.

Voor Jesse is het verwijderen van zijn accounts nu geen optie. Hij heeft wel ideeën over hoe hij zijn gebruik beter kan controleren. “Het voelt alsof ik Instagram niet op telefoon zou moet hebben. Het zou ideaal zijn als ik twee telefoons heb en dat ik die mét sociale media op mijn kamer laat. Ik merk dat ik erg kan genieten van dagen dat ik vergeet dat ik een telefoon heb.”

Jean Twenge reageerde niet op interviewverzoeken voor dit artikel.

ReactiesReageer