Je leest:

Zuid-Europa verdroogt

Zuid-Europa verdroogt

Het zuiden van Europa heeft te kampen met verdroging. Daardoor ontstaan gemakkelijk bosbranden en wordt de overheid gedwongen tot maatregelen om watertekorten te beperken. Opmerkelijk is dat droogte en bosbranden zich juist steeds eerder in het jaar voordoen.

Verdroging in Zuid-Europa wordt vooral veroorzaakt door gebrek aan winterneerslag. In het gebied van de Middellandse Zee is het winterhalfjaar juist het regenseizoen. Als de winter droger is dan normaal leidt dat gemakkelijk tot droogte. De ernstige droogte van 2003 is daar een voorbeeld van, ook dit jaar levert droogte steeds grotere problemen op.

In het voorjaar neemt de hoeveelheid regen in Zuid-Europa sterk af en ’s zomers valt er erg weinig. Als er in de winter minder neerslag valt dan normaal leidt dat in het voorjaar al gauw tot problemen. Zomerzon en warmte zorgen samen met de vegetatie voor een sterke verdamping. Als er dan ook nog weinig vocht in de bodem zit leidt dat gemakkelijk tot grote droogte.

Klimaatonderzoekers wijzen erop dat de verdroging in Zuid-Europa past in het beeld van het veranderende klimaat. De recente droogte is er nog geen bewijs van maar past wel in de scenario’s van het broeikaseffect. Volgens computerberekeningen schuift het bekende hogedrukgebied bij de Azoren in een warmer klimaat iets op. Daardoor trekken de depressies die zorgen voor regen en wind wat noordelijker over Europa. Voor Zuid-Europa wordt op termijn een duidelijke afname van de zomerneerslag berekend.

Zomerneerslag Europa 1946-2004. Blauw: toename, geel: afname; groen: geen significante verandering. klik op de afbeelding voor een grotere versie

De statistieken laten echter nog geen afname zien van de neerslag in Zuid-Europa. De neerslag kent van jaar tot jaar grote variaties. Eén of zelfs paar droge seizoenen na elkaar kunnen dus ook een normale gril van het klimaat zijn. Wel blijkt uit de gegevens dat de gemiddelde temperatuur bijvoorbeeld in Spanje de laatste kwart eeuw sterk is gestegen. Alle seizoenen zijn ongeveer een graad warmer geworden met uitzondering van de herfst. Door de hogere temperaturen is ook de verdamping toegenomen en hebben de landen rond de Middellandse Zee steeds vaker te kampen met droogte.

Door een klimaatmodel berekende stijging van de zomer-temperatuur per jaar (2000-2100).

Een uitgedroogde bodem leidt op zijn beurt tot een verdere stijging van de temperatuur. Verdamping kost warmte en zolang er nog voldoende vocht in de bodem zit tempert de verdamping de opwarming. Als dat vocht ontbreekt, zal het dus vooral heter worden. Mogelijk heeft dit effect ook een rol gespeeld in 2003. De komende decennia neemt de kans op zulke hete zomers verder toe. In sommige scenario’s zou al in 2040 de helft van de zomers in Europa nog warmer worden dan de extreme zomer van 2003.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI).
© Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 08 augustus 2005
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.