
Onlangs bracht Waterbedrijf Vitens een bericht in de wereld over hun kijk op de winning van schaliegas. De media-aandacht voor dit onderwerp is, gezien alles wat er momenteel gaande is in Nederland, soms wel verbazend. Het punt van Vitens – over de risico’s van schaliegaswinning voor de drinkwaterproductie – kreeg in ieder geval een groot platform.
Wij maken ons grote zorgen over de winning van schaliegas. Wij hebben gesproken met diverse partijen uit de olie- en gassector, maar zij hebben ons niet kunnen overtuigen dat de risico’s zo klein zijn dat we rustig kunnen gaan slapen. Indien grondwater wordt verontreinigd is dit onomkeerbaar en mocht dit leiden tot sluiting van een winlocatie, dan kunnen in het ergste geval vele tienduizenden mensen langdurig zonder water komen te zitten.
Mocht er zich een calamiteit voordoen, dan is de impact in Nederland relatief groot. De schaliegasvoorraden bevinden zich in Nederland in dichtbevolkte gebieden. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Dit maakt de bevolking ook afhankelijk van de watervoorraden, want bij een calamiteit heeft dit directe gevolgen voor de mensen die er wonen. Zo kan een waterbedrijf bij een grootschalige calamiteit de gevolgen niet altijd opvangen met grootschalige drinkwaterlevering van een alternatief pompstation. Dit kan de levering van drinkwater in Nederland in gevaar brengen.
Bij waterwinning wordt grondwater uit watervoerende lagen onttrokken die zich tientallen kilometers onder de grond kunnen uitstrekken. Deze watervoerende lagen staan met elkaar in verbinding wat de winning kwetsbaar maakt voor verontreiniging. Tel daarbij op dat er een relatief grote overlap zit in de belangrijkste schaliegasvoorraden van Nederland met de grondwatervoorraden van ons waterbedrijf. Eén misstap kan grote gevolgen hebben, juist daarom hameren we ook zo op het transparant in kaart brengen van alle risico’s.

Het doet me ook denken aan een andere kwestie. In de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw namen we het niet zo nauw met eisen rondom milieuvervuiling. Alle rotzooi die op stortplaatsen door het hele land heen is gedumpt trekt langzaam in onze bodem. Het kost soms tientallen jaren voordat het ons grondwater bereikt. Op dit moment worden als gevolg van deze historische verontreinigingen een kwart van al onze wingebieden bedreigd. Dit heeft al tot sluiting van winlocaties geleid, prijzige saneringstrajecten of gecompliceerde waterzuiveringsmaatregelen. Een groot deel van ons drinkwatertarief is direct naar dit soort misstappen uit het verleden te herleiden.
Natuurlijk hebben wij een lijst opgesteld met de belangrijkste risico’s rondom schaliegaswinning, zodat er ook gericht gezocht kan worden naar risicoreductie. Maar helemaal uitsluiten kun je risico’s nooit. En daar ligt voor ons de kern van de problematiek. Vitens publiceerde in maart jl. in dagblad Trouw een lijst van zorgpunten omtrent de winning van schaliegaswinning. In mijn ogen zit de echte zorg echter niet besloten in een opsomming van enkele risico’s, maar in het relatief onbekende en de potentiële gevolgen die het kan hebben voor de drinkwatervoorziening.
Hoeveel risico’ s maakt de winning van schaliegas acceptabel? Daarom vind ik het zelf ook vervelend dat de focus in de discussie zo zwaar ligt op het economisch perspectief. Hoeveel miljard is het risico ons waard? Dit is een lastig te beantwoorden vraag. Ik verwacht dat de discussie steeds feller wordt in deze economisch moeilijke tijden als blijkt dat de winning ons veel geld gaat opleveren. Andersom geldt dit natuurlijk ook. Nu de minister van Economische Zaken, Henk Kamp, gesteld heeft dat de winning van schaliegas nog geen fractie zal gaan opleveren van de huidige aardgaswinning in Nederland, zal de balans wellicht meer uitslaan in de richting van terughoudendheid.
Ik weet in ieder geval dat voor Vitens maar één belang voorop staat en dat is de kwaliteit van ons drinkwater. Ik ben er trots op dat ik iedereen kan vertellen dat uit onderzoek blijkt dat ons drinkwater tot het beste behoort van de wereld en ik hoop dat dit over 100 jaar nog zo is.