Veel ouderen vinden het prettig als ze in hun eigen streektaal kunnen praten. Ook met verpleegkundigen, zo blijkt uit onderzoek van de wetenschapswinkel van de Universiteit Twente. Volgens Harry Nijhuis, organisator van de vijfde Internationale Streektaalconferentie, moet er meer aandacht komen voor het belang van streektaal in de zorg: “Het Twents geneest niet, maar voelt wel beter. Je kunt er mensen mee op hun gemak stellen”.

Moedertaal
Voor veel ouderen van nu is de streektaal de moedertaal. Voor volgende generaties zal dit minder opgaan. Daarom is het van belang er nu aandacht aan te besteden, aldus Nijhuis. Overigens hoeven niet alle hulpverleners stante pede het Twents -of een ander dialect- te leren. “Het gaat vooral om het inlevingsvermogen van de verpleegkundigen. Er wordt in Twente en omgeving al veel dialect gesproken in zorginstellingen. Alleen gebeurt het nu vaak onbewust. Zorgaanbieders moeten beseffen hoe belangrijk de streektaal voor ouderen is. De meeste jeugdige Twentenaren verstaan het ook wel, maar het gaat erom dat ze het ook wíllen verstaan.”
Hoe belangrijk de streektaal kan zijn, is vooral zichtbaar bij patiënten met een neurologische aandoening. Zij kunnen zich soms nog maar beperkt uitdrukken en vallen dan volledig terug op hun moedertaal. In zo’n geval helpt het als de zorgverlener de streektaal verstaat. Maar ook bij een ingrijpende operatie is het prettig als de patiënt voorbereid kan worden in zijn moedertaal: “Dan lijkt het minder erg. Zie begriep’n mie wel, denken ze dan.”
Nederlands met de arts
Om zorgverleners beter te informeren over het belang van streektaal, hebben de IJsselacademie en het Deltion College een lesbrief ontwikkeld. Dat is overigens geen snelcursus Twents of Sallands, licht Nijhuis toe: “In deze lessenserie kunnen medewerkers in de zorg ervaren wat de meerwaarde is van streektaal.” Behalve voor zorgverleners is de cursus ook bedoeld voor studenten van zorgopleidingen zoals ROC’s en HBO-V’s.
Naast de lesbrief is er een website ontwikkeld, die onder andere laat zien dat dialect wel degelijk hip is. Nijhuis: “In het Nedersaksisch gebied is toch nog een zekere schroom om de streektaal te gebruiken, vooral bij officiële instanties.” Uit het onderzoek bleek dat de meeste patiënten graag streektaal spreken met hun dagelijkse verzorgers, maar niet zozeer met hun arts. “Daar speelt toch een zekere hiërarchie die de patiënt liever in stand houdt. Daarom spreekt hij met een arts liever Nederlands.”
Anderstaligen
Overigens is er in het Nedersaksische gebied niet echt sprake van een taalbarrière. De meeste zorgverleners spreken wel een woordje dialect. Nijhuis voorziet grotere problemen waar het gaat om anderstaligen. “Gelukkig zijn er steeds meer initiatieven om ook bij deze groep mensen de taalbarrièrre weg te nemen: zo worden er bijvoorbeeld meer Turkssprekenden ingezet om Turkse ouderen te verzorgen. Het is goed dat dit onderwerp steeds vaker op de agenda staat.”