Je leest:

‘Woorden als ‘saven’ en ‘updaten’ – dat is echt waanzin’

‘Woorden als ‘saven’ en ‘updaten’ – dat is echt waanzin’

Auteur: | 24 januari 2007
Lexicoloog Piet van Sterkenburg verloor de strijd tegen Engelstalige leenwoorden als saven, updaten en downloaden. Ze staan nu allemaal in het Groene Boekje. ‘Ik had meer verzet willen bieden, maar dat heb ik verloren.’ Van Sterkenburg neemt afscheid met een college over vloeken.

Prof.dr. Piet van Sterkenburg is zich steeds meer gaan ergeren aan de gedoogcultuur ten aanzien van het Nederlands. ‘Wij taalkundigen beschrijven de taalverandering zoals we die horen, maar wat we vergeten is dat we de nieuwkomers in een taal – neofyten geheten – ook moeten corrigeren. De neerlandicus gebruikt zijn rode potlood te weinig. En de lexicograaf, de woordenboekenmaker, is veel te tolerant. In plaats van dat hij bij bepaalde nieuwe woorden zegt: ’dat is nonsica, dat komt niet in mijn woordenboek’, neemt hij het keurig op.’

Piet van Sterkenburg: ‘Je wordt een gespleten persoon van die spelling.’

Saven en updaten

Van Sterkenburg: ‘Ik ben bijvoorbeeld heel erg tegen het opnemen van die nieuwe Engelstalige leenwoorden zoals saven, updaten en downloaden in het Nederlands. Dat we die woorden zo’n prominente plaats geven in het Groene Boekje, en dat we er zelfs een aparte paragraaf aan wijden om uit te leggen hoe dat geschreven moet worden – updaten, updatete, geüpdatet – vind ik echt waanzin. Wat is er mis met bewaren, actualiseren en binnenhalen? Je kunt het niet tegenhouden, dat weet ik ook wel, maar ik had veel meer verzet willen bieden. Maar dat heb ik verloren. Dat zal ik in mijn afscheidscollege ook zeggen.’

Geen opvoeders

Het Groene Boekje wordt gemaakt door het Instituut voor Nederlandse Lexicologie, waar Van Sterkenburg de afgelopen dertig jaar directeur van was. Waarom is het de baas van het INL niet gelukt het Engelstalige tij van nieuwe werkwoorden te keren? Van Sterkenburg: ‘Het heeft te maken met de opstelling van de taalkundigen. Een taalkundige is geen opvoeder. Hij schrijft nu eenmaal niet als een pedagoog op hoe andere leden van de taalgemeenschap hun taal moeten gebruiken. Maar een taalkundige kan wél beslissen of hij uitsluitend beschrijvend te werk gaat – opschrijven wat hij hoort en daar een verklaring voor geven – of dat hij ook een norm wil stellen en zeggen of iets fout of goed is. De tendens onder de invloed van de democratisering in de jaren zestig en zeventig is natuurlijk geweest: alleen maar beschrijven.’

Van Sterkenburgs afscheidscollege gaat over ‘Woorden van en voor emotie’. Hij gaat in op enkele eigen emoties met betrekking tot de spelling van het Nederlands, en besteedt uitvoering aandacht aan vloeken.

Het Nederlands: nummer veertig in de top-zesduizend

Er komen steeds meer anderstalige woorden bij, vertelt Van Sterkenburg, Engelse, maar ook leenwoorden uit het Arabisch, zoals ‘ayatollah’ en ‘jihad’. Hoe staat het met de positie van het Nederlands op de lange termijn? Blijft de Nederlandse taal wel bestaan? Van Sterkenburg: ‘In 1992 werd ik secretaris-generaal van de Permanent International Committee of Linguists. Een van de doelstellingen van dat comité is om samen met Unesco een halt toe te roepen aan het uitsterven van talen. Er zijn zesduizend talen op de wereld, waarvan er vijfduizend met uitsterven bedreigd worden. Dat zijn allemaal betrekkelijk kleine talen van bevolkingsgroepen in de Indonesische archipel, Latijns-Amerika, Siberië en Afrika. Het Nederlands staat op nummer veertig in het klassement van talen, met 22 miljoen moedertaalsprekers. Het Nederlands is dus helemaal zo klein niet. Daar komt bij dat de wetgeving, het onderwijs en het parlementaire debat allemaal plaatsvinden in het Nederlands. Ik ben niet bang dat het Nederlands zal uitsterven. Een veel groter gevaar vormt de bedreiging van binnenuit, dat het Nederlands verloedert doordat we te veel béschrijven en te weinig voorschrijven.’

Weerstand

Van Sterkenburg is lid van de Spellingcommissie, en was verantwoordelijk voor drie edities van het Groene Boekje. Hoe kijkt hij aan tegen de maatschappelijke weerstand tegen spellingshervorming? ‘Als lid van de Spellingcommissie heb ik mij inderdaad wel afgevraagd: kan dat allemaal wel wat we doen? Die weerstand in de samenleving tegen spellingshervormingen, voel ik zelf soms ook. Je realiseert je dat je iets aan het maken bent waarvan je hoopt dat 22 miljoen taalgebruikers er wat aan hebben, maar is dat ook zo? Voor het juiste gebruik van koppelteken en apostrof moeten mensen begrijpen wat het verschil is tussen een afleiding en een samenstelling. Maar wie in ’s hemelsnaam van die 22 miljoen mensen kun je dat verschil duidelijk maken?’

Permanent gevecht

Ook sprak de Spellingcommissie af dat bij de bastaardwoorden met ‘c’ of met ‘k’ het etymologisch beginsel wordt gevolgd. De spelling van die woorden wordt dus bepaald door het woord waarvan het is afgeleid. Van Sterkenburg: ‘Maar hoe krijg je aan iedereen uitgelegd wat een etymologisch beginsel is, laat staan dat ze het kunnen toepassen? Dat kunnen alleen diegenen die kennis hebben van Grieks en Latijn. Een minderheid van de moedertaalsprekers dus. Ik heb een mandaat van de taalgemeenschap om als directeur van het INL infrastructurele middelen te maken, niet alleen voor academici, maar voor alle moedertaalsprekers. Maar spreek ik die taal van die doorsnee-moedertaalspreker wel? Dát is een permanent gevecht geweest in die commissie. We realiseren ons echt wel dat we op een abstractieniveau zitten waar andere mensen niet aan toe komen.’

‘Caleidoscopisch, ik dacht dat ik het wist’

‘We moeten de spelling zó maken dat mensen zo weinig mogelijk gehinderd worden door regels. Het ideaal is dat je de schrijfwijze van het Nederlands, de spelling, afhankelijk maakt van een buitengewoon beperkt aantal regels. Maar zolang wij met afspraken zitten over zo’n kleine tienduizend bastaardwoorden, waarbij absoluut niet regelbestuurd wordt wat met c en wat met k moet, kom je er nooit. We hebben het niet mogen uniformeren, dat is een politiek ingreep geweest. Er is een voorstel geweest om ook die bastaardwoorden volgens een regel te schrijven. Gynaecoloog bijvoorbeeld zou dan met een ‘k’ gespeld worden. Daar is toen zoveel protest tegen gekomen dat het niet doorgegaan is. Dus we blijven zitten met woorden als ‘caleidoscopisch’. Dat woord zat in het Nationaal Dictee toen ik voor het eerst in de jury zat. Ik dacht dat ik het wist. Ik ken Grieks, dus ik dacht ‘kalos’ en ‘skopein’. Nou, mooi niet. Dus je moet voor al die woorden iedere keer weer naar dat boekje toe.’

Beste spelling ter wereld

Dus Van Sterkenburg is niet zo blij met de spelling? Juist wel, zo blijkt. ‘Ik vind dat we binnen de grote Europese talen de beste spelling ter wereld hebben. Als ik zie hoe in het Engels één bepaalde klank door negentien verschillende schrijfwijzen wordt weergegeven, dan zitten wij zo slecht nog niet. Het Nederlands heeft maar een paar gelijkluidende tweeklanken, zoals ’ou/au’ en ‘ei/ij’. In andere talen kom je de meest krankzinnige dingen tegen. Maar de spelling van de bastaardwoorden en het gebruik van de tussenletters ‘s’ en ‘n’ in samenstellingen – zucht – dat kun je het grote publiek niet leren.’

Spellingsanarchistje

Toch kijkt Van Sterkenburg met tevredenheid terug op zijn carrière. Onder zijn leiding is in 1998 het WNT voltooid. De dag na zijn afscheidscollege wordt het voor iedereen online raadpleegbaar (zie link onderaan). Ook is Van Sterkenburg blij dat het onderwijs en de ambtenaren een richtsnoer voor de spelling hebben. ‘Verder is de spelling natuurlijk vrij. En we zijn allemaal een soort spellingsanarchistje, want we veroorloven ons gemiddeld 5% afwijkingen van die spelling. Ik heb dat ook. Ik heb wel meegewerkt aan die regels, maar als ik aan het schrijven ben, dan denk ik ook: ik vind hier een liggend streepje nu eenmaal nodig of mooier, terwijl ik weet dat het fout is. Je wordt een gespleten persoon van spelling.’

Dit artikel is verschenen in de nieuwsbrief van de Universiteit Leiden.

Dit artikel is een publicatie van Universiteit Leiden.
© Universiteit Leiden, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 24 januari 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.