Naar de content

Witte bloedcellen strijden tegen schimmels

Sanquin

Patiënten met een lage afweer, bijvoorbeeld door een behandeling met chemotherapie, hebben een hoog risico op zogeheten secundaire infecties. Met name schimmelinfecties zijn zeer moeilijk te behandelen. Arts-onderzoeker Roel Gazendam onderzocht de witte bloedcellen van patiënten met een afweerstoornis en ontdekte welke mechanismen de cellen gebruiken om schimmels onschadelijk te maken.

21 oktober 2016

Secundaire infecties komen steeds vaker voor. Dit komt met name door het gebruik van chemotherapie. Chemotherapie doodt de schadelijke, maar ook de nuttige cellen in het lichaam. Na een behandeling hebben patiënten daardoor vaak nauwelijks afweercellen over. Een nare infectie ligt dan al snel op de loer. Ook mensen die door een aangeboren afwijking een lage afweer hebben, ontwikkelen makkelijk een ernstige infectie. Zo’n secundaire infectie is vaak moeilijk te behandelen. Soms is transplantatie van specifieke witte bloedcellen (neutrofiele granulocyten) de enige optie.

Zakjes donorbloed

In Nederland wordt dan aan familieleden of vrienden van de patiënt gevraagd om witte bloedcellen te doneren. Zij krijgen medicatie om de concentratie granulocyten in hun bloed zo hoog mogelijk te krijgen. Die behandeling duurt een dag en dat is logistiek lastig, omdat er bij een ernstige infectie geen tijd te verliezen is. Een alternatief, zoals bijvoorbeeld in Engeland voorkomt, is het gebruik van granulocyten uit verschillende zakjes donorbloed. Uit donorbloed zijn granulocyten direct verkrijgbaar en dit scheelt dus tijd. Of dit even effectief is als lichaamseigen cellen is nog maar de vraag. Zo zijn er aanwijzingen dat donor-granulocyten minder van het eiwit CARD9 aanmaken, dat van belang is bij het voorkomen van schimmelinfecties.

Arts-onderzoeker Roel Gazendam onderzocht de relatie tussen het ontbreken van CARD9 en schimmelinfecties bij menselijke proefpersonen. “CARD9 deficiëntie is een zeldzame aandoening”, vertelt hij. “Wereldwijd zijn er ongeveer honderd gevallen bekend. Daarvan hebben we er nu een aantal kunnen onderzoeken. Bijvoorbeeld een patiëntje uit Luxemburg waarvan het bloed met de taxi is gekomen. En een patiëntje uit Duitsland waarbij de behandelend arts het bloed zelf zo snel mogelijk naar ons toe heeft gebracht. Granulocyten blijven na het afnemen van bloed maar één dag in leven, dus je moet er snel bij zijn.”

Gazendam zag dat de granulocyten van patiënten die CARD9 missen niet in staat zijn om af te rekenen met de schimmel Candida albicans. “Patiënten die CARD9 missen krijgen vaak een Candida infectie in de hersenen (Candida meningitis). Als er al beschermende antistoffen tegen Candida aanwezig zijn, voorkomt dat infectie in de rest van het lichaam. Antistoffen komen in de hersenen niet binnen, waardoor patiënten die CARD9 missen juist daar een infectie krijgen.”

Oppervlakkige infecties

CARD9 werkt niet alleen, maar is onderdeel van een keten van eiwitten die een gezamenlijke functie uitvoeren. Binding van schimmels aan de dectin-1 receptor (een bindingsplaats op de oppervlakte van cellen) zorgt voor de activatie van het eiwit CARD9. Dat leidt weer tot verplaatsing van een belangrijke factor (NF kB) binnen de cel, waardoor uiteindelijk de productie van ontstekingsbevorderende stoffen op gang komt en de binnendringende schimmel onschadelijk wordt gemaakt.

De schimmel Candida albicans kan bij mensen met een verlaagde afweer tot levensbedreigende infecties leiden.

GrahamColm - Own work, via CC BY-SA 3.0

Gazendam heeft daarom niet alleen gekeken naar CARD9, maar ook naar defecten in dectin-1. Uit studies met muizen bleek dat granulocyten zonder dectin-1 niet goed in staat zijn om schimmels te herkennen. Dat zag Gazendam echter niet terug. “Wij hebben dectin-1 deficiëntie nu voor het eerst onderzocht in mensen en zagen geen problemen met het doden van schimmels. Patiënten die dectin-1 missen hebben dan ook meestal oppervlakkige schimmelinfecties die op een normale manier te behandelen zijn.”

Kennis over zeldzame afweerstoornissen helpt om beter te begrijpen hoe specifieke cellen van het afweersysteem het gevecht met ziekteverwekkers aangaan. Daarnaast heeft dit onderzoek ook zeker een praktische toepassing. Gazendam: “De granulocyten van donors die medicatie hebben gekregen zijn minder goed in het onschadelijk maken van de Candida schimmel. Misschien moet je voor de zekerheid dus maar wat meer van zulke cellen geven aan een patiënt met een Candida infectie.”

Roel Gazendam promoveerde op 28 september cum laude aan de Universiteit van Amsterdam. De titel van zijn proefschrift is ‘Neutrophil microbial killing mechanisms – lessons learned from primary immunodeficiencies’

ReactiesReageer