In maart 1987 betaalde de Japanse verzekeringsmagnaat Yasuo Goto een bedrag van 39.921.750 dollar voor één van Van Goghs Vaas met vijftien zonnebloemen op een veiling bij Christie’s in Londen, voor die tijd een recordbedrag voor een schilderij van Vincent van Gogh. Van de Vaas met vijftien zonnebloemen schilderde Van Gogh meerdere versies. Over het door Goto aangekochte werk is altijd commotie blijven bestaan, omdat er wellicht sprake zou zijn van een vervalsing, bijvoorbeeld door de Franse schilder Emile Schuffenecker (1851-1934).
Links: de versie van ‘Vaas met vijftien zonnebloemen’ die de Japanner Yasuo Goto in 1987 kocht. Rechts: de versie die in het Van Gogh Museum in Amsterdam hangt. Met behulp van een wiskundige techniek, ‘stylometry’, kan worden nagegaan of de linker versie van de hand van Van Gogh zelf is.
Nu kan er – uit een onverwachte hoek – eindelijk duidelijkheid worden verschaft over de authenticiteit van de Vaas met vijftien zonnebloemen. De informaticus Richard Johnson van de Cornell University in Ithaca (New York) onderzocht op een wiskundige manier 101 schilderijen van Van Gogh en zijn vervalsers. Op 14 mei 2007 bezocht Johnson het Van Gogh Museum in Amsterdam. Hij sprak daar met curatoren en studenten over zijn onderzoek naar de schilderijen van Van Gogh.
Het Van Gogh Museum in Amsterdam
De methode
Dan Rockmore, een wiskundige van het Amerikaanse Dartmouth College, deed al eerder soortgelijk onderzoek. Hij legt uit hoe het werkt: ’Eerst zet een scan het schilderij om in digitale beelden met een hoge resolutie en daarna begint het statistische gedeelte. De digitale reproductie van het schilderij wordt in kleine gebieden ingedeeld, en daarin wordt de dichtheid van verticale en horizontale elementen berekend: lijntjes en penseelstreken in het schilderij.
Een tweede stap houdt verband met verwachtingen. Het is net als wanneer je een min of meer voorspelbare persoon een poosje observeert: je kunt dan aardig voorspellen hoe die persoon zich ook in de toekomst zal gedragen. Er worden verschillen berekend tussen de statistische voorspellingen en wat de kunstenaar echt deed. Zo krijg je een maat voor lokale stijlcoherentie. Uiteindelijk zit je met een collectie van tientallen getallen (dimensies geheten), in elk van de gebiedjes waarin het schilderij was ingedeeld. Dat is moeilijk visueel voor te stellen; het is een soort wolk van punten. De volgende stap is dan een reductie van die hele wolk tot een voorstelling van een enkel punt in een driedimensionale ruimte.’
De punten van de schilderijen waarvan wordt aangenomen dat ze écht zijn, clusterden in de driedimensionale representatie samen, terwijl de ‘punten’ van de andere schilderijen op een afstandje rond die kern verspreid lagen. De schilderijen die clusterden zijn volgens de onderzoekers authentiek, de andere zijn van imitators.
Andere kunstvormen
De methode van Johnson, die hijzelf ‘stylometry’ noemt, beperkt zich niet tot de schilderkunst. Ook literaire geschriften en muziekwerken kunnen worden bestudeerd. Waar een schilderij in bepaalde gebieden wordt opgedeeld, wordt een tekst opgedeeld in bepaalde woordgroepen. Statisticus Jose Binongo van de Emory University in Atlanta onderzocht enkele jaren geleden wie The Royal Book of Oz uit 1921 werkelijk schreef.
Is ‘The Royal Book of Oz’ van Baum of van Thompson?
The Royal Book of Oz is het vijftiende boek in de ‘Oz-serie’, waarvan de eerste dertien delen werden geschreven door Lyman Frank Baum. Na zijn dood in 1919 werd de serie voortgezet door Ruth Plumly Thompson. Veel Oz-fans hielden vol dat deel 15 door Baum was geschreven, anderen meenden dat het boek van Thompsons hand was. Simpel gezegd deed Binongo het volgende: hij verzamelde van (met zekerheid echte) werken van Baum en Thompson de meest gebruikte woorden. De meest gebruikte woorden in The Royal Book of Oz kwamen voornamelijk overeen met die van Thompson, waarmee Binongo twijfelaars wist te overtuigen van het feit dat zij de werkelijke auteur was.
Veel historici zijn onder de indruk van de methode om de echtheid van, bijvoorbeeld, schilderijen vast te stellen. Maar er zijn ook kritische geluiden: ‘Is het waar dat elke kunstenaar één duidelijk identificeerbare, kenmerkende stijl heeft die door deze techniek kan worden herkend?’
Bronnen:
- Artikel over het onderzoek van Richard Johnson (Cornell University; Engels)
- Artikel over de echtheid van schilderijen van Brueghel (Katholieke Universiteit Leuven)
- Artikel over The Royal Book of Oz (Science News Online; Engels)