Tot deze conclusies komen experts tijdens het onlangs gehouden debat over windenergie, georganiseerd door het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs, het KIVI. Twee dagen lang discussieerden voor- en tegenstanders over de technische, economische en politieke haalbaarheid van grootschalige windenergie in Nederland. Met de bouw van windmolenparken die een substantiële bijdrage aan de Nederlandse duurzame energievoorziening zouden kunnen leveren, is een totale investering van 25 miljard euro gemoeid. De jaarlijkse kosten voor onderhoud en vernieuwing zijn dan nog eens 1 à 2 miljard euro.
In 2001 stonden in Nederland meer dan 200 windmolens te draaien, waarvan de grootste in het Zeeuwse Sloewind II. Ieder jaar komen er nog nieuwe bij. Giganten als NUON en Shell zien brood in de investering, maar ook kleintjes zoals natuurbeheergroepen rondom Lelystad en zelfs boeren laten op eigen initiatief windmolens neerzetten. Vaak doen de kleintjes dat zonder subsidie maar wel met een afnamecontract bij NUON, REMU of een andere grote energieleverancier.
De windenergiedeskundigen waren het er tijdens het debat wel over eens dat de toepassing van windenergie ten behoeve van de elektriciteitsvoorziening technisch haalbaar is. Er kan zelfs een bijdrage tot twintig procent van het elektriciteitsverbruik worden bereikt. Maar de kostprijs van windenergie ligt aanzienlijk hoger dan de kostprijs van elektriciteit opgewekt met fossiele brandstof. Daarnaast helpt windenergie te voldoen aan de bestaande vraag naar groene stroom en het behalen van de Kyoto-doelstelling. Twintig procent elektriciteitsopwekking met windenergie leidt tot vijf procent reductie van de totale CO2 uitstoot. Een nadeel van het gebruik van windmolens is de grotere kans op stroomstoringen.
Windenergie:
- Mensen zijn gemaakt voor het aardse land (Kennislinkartikel)
- Positive Energy (Engels)
- The Danish Wind Industry Association (Engels)