
“Vele organisaties boeken wel degelijk vooruitgang, ook al gaat dat langzaam”, zegt Lentz. “Maar de overheid moet niet denken dat met een nieuw artikel in de wet de problemen na publicatie ervan in de Staatscourant zijn opgelost. Het is de vraag of wetgeving wel de juiste weg is om het doel te bereiken. De wet straalt veel naïviteit uit. Begrijpelijkheid laat zich niet zo makkelijk afdwingen met een wetsartikel.”
Informatie onvindbaar in hypotheekpakket
In zijn oratie neemt Lentz vier onderwerpen onder de loep waarvoor de wet voorschrijft dat ze begrijpelijk moeten worden uitgelegd: hypotheken, pensioenen, bijsluiters en toelichtingen bij medisch onderzoek. “Vooral voor hypotheken is de situatie erg slecht. Slechts 5 tot 21 procent van de proefpersonen blijkt de juiste informatie te vinden in het pakket dat banken aan nieuwe klanten verstrekken. Het percentage dat een passage kan vinden én goed begrijpt is nog veel lager.”
Bijsluiters niet goed getest
Over bijsluiters bij medicijnen bestaan al lang klachten. In de wet staat dat de bijsluiter precies volgens een bepaalde – in Europa vastgestelde – opbouw moet zijn geschreven. “Die opbouw is echter niet getest bij patiënten. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat de verplichte kopjes patiënten niet goed helpen om snel informatie te vinden”, aldus Lentz.
In de wet staat echter dat nieuwe bijsluiters getest moeten worden bij lezers, maar op de testprocedure is veel kritiek. Vooral omdat een geslaagde test in één Europees land volgens de wetgeving genoeg is. Lentz: “Maar een test in Finland garandeert geen begrijpelijke bijsluiter in Nederland.”

Onbegrijpelijke teksten
Ook toelichtingen bij medisch onderzoek moeten volgens de wet begrijpelijk zijn, maar verder is daar niets over vastgelegd. “De inspectie voor de gezondheidszorg heeft diverse rapporten gepubliceerd waaruit blijkt dat ziekenhuizen er niet goed in slagen deze teksten begrijpelijk te maken”, aldus Lentz. “Ook het jaarlijkse pensioenoverzicht schiet ernstig tekort in begrijpelijkheid. Bovendien concludeerde toezichthouder AFM in 2010 dat meer dan de helft van de startbrieven die mensen krijgen zodra ze voor hun pensioen beginnen te sparen, niet voldoende begrijpelijk was.”