Per e-mail ontving ik medio januari 2011 een herinnering van de redactie van het tijdschrift Evidence-Based Complementary and Alternative Medicine. Het gaat over een, eerder aan mij verzonden, uitnodiging een bijdrage te leveren aan een speciale editie die in juni 2012 moet verschijnen. Die editie wordt geheel gewijd aan het thema ‘Evidence-Based ZHENG’: de wetenschap achter de traditionele Chinese geneeskunde (TCM).

Gastredacteuren Shi-Bing Su, Wei Jia, Aiping Lu en Shao Li wijzen mij erop dat hun tijdschrift is opgenomen in de toonaangevende online database Pubmed en dat het een impactfactor – een score die aangeeft hoe vaak artikelen uit het betreffende tijdschrift geciteerd worden door anderen – heeft van bijna 3. Ter vergelijking: vakbladen als Science en Nature hebben een impactfactor van rond de 30. De redactieraad van Evidence-Based Complementary and Alternative Medicine telt meer dan vijftig personen uit de hele wereld. Nederlanders zitten daar overigens niet bij.
Vervolgens wordt nog eens uitgelegd wat Evidence-Based ZHENG betekent. Het gaat om een classificatie van ziektebeelden op basis van de traditionele Chinese geneeskunde. Deze syndromen worden vastgesteld en leiden tot een bepaalde therapiekeuze door de TCM-beoefenaar. Volgens de gastredacteuren hebben recente inzichten in de systeembiologie en de geneeskunde ertoe geleid dat deze syndromen nu ook op wetenschappelijke wijze kunnen worden gediagnosticeerd en behandeld. Er is nog wel een lange weg te gaan en mijn artikel zou kunnen gaan over ‘nieuwe inzichten in de ZHENG classificatie en behandeling met behulp van genen, eiwitten en hun profielen’.
Dit voorstel hoefde ik niet als limitatief te beschouwen: als ik een ander leuk idee heb, dan wordt dat welwillend bekeken en beoordeeld. Peer review, zo heet dat, en anders kom je ook nooit in de database Pubmed terecht. Wij hebben hier te maken met een loepzuivere vorm van wetenschapsimitatie: een eigen tijdschrift, opgenomen in de meest prestigieuze medische database ter wereld, dichter bij de wetenschap kan je nauwelijks komen.
Congressen horen ook bij wetenschap en ook daaraan is gedacht. Met de zegen van de rector van de Leidse universiteit vindt er daar bijvoorbeeld in april 2012 een groot congres over traditionele Chinese geneeskunde plaats, georganiseerd door de Wis- en Natuurkunde faculteit en zonder enige bijdrage van de Medische faculteit (daar is men nog niet zo ver).

Alle inspanning van de propagandisten van de traditionele Chinese geneeskunde (kruiden, acupunctuur, moxabranden en drakenmaskers om boze geesten te verdrijven) is erop gericht acceptabel te worden voor de westerse wetenschap. En voor de taxonomie van het Chinese begrippenapparaat moet een vertaling worden gevonden, die strookt met gewone biomedische kennis. Vuur, aarde, water en lucht spelen in die Chinese taxonomie een grote rol en vertaal dat maar eens in diagnosen als longontsteking, suikerziekte of spit!
De Amerikaanse blogger Orac (oncoloog David Gorski) noemde de voorstelling van zaken alsof de recentste inzichten van de moderne geneeskunde precies blijkt te passen in die mythologie ‘retrofitting’. Zo wordt de systeembiologie te hulp geroepen om kruidenmiddelen te rechtvaardigen en zouden meridianen zijn te correleren met ‘biofotonen’ activiteit.
De traditionele Chinese geneeskunde liep eigenlijk voor op de ‘westerse geneeskunde’ en zo naaien kwacademici vaag gehouden stukjes TCM aan de nieuwste wetenschappelijke ontdekkingen met als resultaat een hybride, een monster van Frankenstein. Zelfs het tijdschrift Nature, dat in december 2011 een gesponsord supplement had over Aziatische geneeskunde, publiceert dergelijke pseudowetenschap. Ik zeg het Willem Frederik Hermans graag na: wij worden door gevaarlijke gekken omringd.