Met het warme weer komen de muggen, en daarmee in de VS de angst voor het westnijlvirus. Dit virus, al ontdekt in 1937, zorgde in 1999 voor enkele ziektegevallen rondom New York. Vijf jaar later zijn met dit virus besmette dieren in de meeste staten van de VS aangetroffen. Muggen brengen het virus over op mensen, waarbij een klein percentage van de besmetten overlijden, vaak aan hersenvliesontsteking. Een hengelaar die in South Carolina werd gebeten door muggen, is de eerste westnijlviruspatiënt van 2003.
Een behandeling tegen de besmetting met het westnijlvirus bestaat er niet. Er is geen geneesmiddel of vaccin. Het enige wat mensen kunnen doen is zich beschermen tegen muggenbeten. Lichte kleding met lange mouwen en broekspijpen dragen, antimuggenmiddelen aanbrengen en binnen blijven rond zonsopkomst en zonsondergang: dat moet bescherming bieden.
Bij de eerste gevallen in 1999 waren het met name kraaien die besmet waren met het westnijlvirus. De kraaien blijken uiterst gevoelig voor besmetting. Inmiddels is de besmetting vastgesteld van zeker honderdtwintig vogelsoorten en negen soorten zoogdieren, waaronder paarden. Twintig muggensoorten kunnen het westnijlvirus met zich meedragen. Daaronder zijn er die zowel vogels als zoogdieren bijten. De United States Geological Survey onderzoekt de verspreiding van het virus onder meer aan de hand van gevonden dode vogels.
In de roodgekleurde gebieden vonden onderzoekers het westnijlvirus in vogels. In de witte gebieden zijn nog geen metingen uitgevoerd. bron: Natuur & Techniek
Het westnijlvirus won de afgelopen vijf jaar in een vlot tempo terrein. Trekvogels spelen daarbij een belangrijke rol. Was het in 1999 vooral New York City waar 62 besmettingen voorkwamen en zeven mensen stierven, het jaar daarna kwam het westnijlvirus ook al voor ten zuidoosten van New York en in het noordoosten van New Jersey. In 2001 kwam het virus verspreid over tien staten voor, met 66 besmettingen en negen doden. Het jaar daarop bereikte het westnijlvirus 43 staten, plus enkele Canadese provincies. In 2002 waren er meer dan vierduizend besmette mensen waarvan er bijna driehonderd overleden.
Dit jaar zijn al diverse besmette vogels aangetroffen. Met verklikkippen, geplaatst in kooien en een gemakkelijke prooi voor hongerige muggen, bepalen onderzoekers of er met het westnijlvirus besmette muggen in een gebied voorkomen. Inmiddels tonen kaarten 28 staten waar het virus rondwaart. Het Center for Disease Control heeft richtlijnen voor lokale autoriteiten uitgevaardigd, zodat die maatregelen kunnen nemen als metingen uitwijzen dat muggen met het westnijlvirus in een gebied voorkomen. Als de trend doorzet, kan het nog een lange, bange zomer worden aan de andere zijde van de Atlantische Oceaan.