Je leest:

Wesp proefdier van de toekomst

Wesp proefdier van de toekomst

Auteur: | 14 januari 2010

De fruitvlieg kan wel inpakken. Een kleine parasitaire wesp wordt het proefdier van de toekomst op het gebied van genetisch onderzoek. Dat zeggen wetenschappers van de Nasonia Working Group, die deze week het genoom van drie parasitaire wespen presenteren in vakblad Science.

Voortplantingsritueel bij parasitaire wespen, met boven het mannetje en onder het vrouwtje.
Michael Clark, University of Rochester

Het geslacht Nasonia bevat 600.000 soorten parasitaire wespen. De vrouwtjes ontstaan uit bevruchte eitjes en hebben daardoor twee sets chromosomen. De mannetjes daarentegen komen uit onbevruchte eitjes en hebben slechts één set chromosomen. Dit maakt hen uitermate geschikt voor genetisch onderzoek. Wetenschappers kunnen straks aan de slag met een proefdier dat voor 60 procent bestaat uit genen die, in vergelijkbare vorm, ook bij de mens voorkomen. Zo wordt het minder complex om het gen of de interactie tussen verschillende genen van interesse te bestuderen.

Genetisch onderzoek

De enkele set chromosomen is niet het enige voordeel van de parasitaire wesp ten opzichte van het fruitvliegje. Wespen hebben, net als de mens, een set van genen die coderen voor eiwitten die aanpassingen kunnen maken in het DNA. Die genen zijn van belang in verschillende biologische processen, zoals bijvoorbeeld ontwikkeling. Omdat het fruitvliegje deze set van genen mist, is onderzoek naar deze processen nu erg lastig. De parasitaire wesp kan daar als proefdier verandering in brengen.

Onderzoekers bestuderen parasitaire wespen en huisvliegen (één van de gastheren van de wesp). De parasitaire wespen zijn slechts een kwart van het formaat van een fruitvliegje.
Adam Fenster, University of Rochester

Een laatste voordeel is de mogelijkheid tot het ontdekken van genetische verschillen tussen soorten. De Nasonia Working Group laat zien dat genen uit de mitochondriën van de parasitaire wesp erg sterk geëvolueerd zijn. Om die evolutie bij te houden, moeten ook genen in de kern (die eiwitten voor de mitochondriën produceren) snel veranderen. Zo komt het dat verschillende soorten parasitaire wespen wel met elkaar kunnen voortplanten, maar daarna heel moeilijk zijn door te kruisen. Werkt dat bij zoogdieren net zo?

Plaaginsecten verdrijven

Vrouwelijke wespen blijven niet achter bij hun mannelijke soortgenoten, ook zij zijn bruikbaar. Zij steken, injecteren gif en leggen eitjes in allerlei andere insecten. Daaronder vallen ook soorten die een bedreiging vormen voor onze landbouw of ziekten verspreiden. Die plaaginsecten kunnen we in de toekomst wellicht verdrijven door er gericht parasitaire wespen op af te sturen. Of nog beter, we gebruiken alleen het gif van de wesp om plagen te bestrijden. De wetenschappers hebben in het Nasonia genoom al 79 kandidaatgenen gevonden die een rol spelen bij de gifproductie.

Vrouwelijke parasitaire wesp legt haar eitjes in de pop van een vlieg.
Peter Koomen/Matthijs Zwier, Universiteit Groningen

De publicatie van het genoom van de parasitaire wespen maakt het mogelijk om al deze theoretische voordelen verder uit te zoeken. Of de wesp echt een beter proefdier is dan het fruitvliegje zal in de komende jaren moeten blijken.

Bronnen

Functional and evolutionary insights from the genomes of three parasitoid Nasonia species (The Nasonia Genome Working Group), Science, 15 januari 2010

Zie ook

Biology’s next topmodel (Kennislinkartikel van Bionieuws)

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 14 januari 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.