Naar de content

Weer op het goede spoor

Een blik achter de schermen bij ProRail

Google Deepmind, CC0 via Pexels

“Door een verstoring op het spoor rijdt de intercity naar Utrecht Centraal niet. Dit duurt tot 18:30.” Iedere reiziger herkent dit, maar wat gebeurt er op dat moment achter de schermen bij de NS?

21 mei 2025

“Daar zit-ie, voorzichtig nu... heb je de haak? Ai, hij fladdert weer. Wat een vleugels, hè! Oké. In een snelle beweging nu om z'n hals. Ja, hebbes!” De zwaan blaast naar zijn vangers, slaat vergeefs met zijn enorme vleugels. Een arm omklemt zijn lichaam en draagt hem naar het deurtje in het geluidsscherm langs het spoor. “Geen verwondingen, zo te zien. Ik zet hem hier in het weiland, geef jij het spoor weer vrij?”

Een zwaan op het spoor. De afdeling Incidentenbestrijding van ProRail heeft er vaker mee te maken dan je zou denken. (c) ProRail

Een zwaan op het spoor: het is een van de mogelijke verstoringen in het treinverkeer. Terwijl de afdeling Incidentenbestrijding van ProRail in actie komt om de zwaan te vangen, loopt je trein vertraging op. Hoe gaat de route van die verstoring, van zwaan tot vangst?

Treinmachinisten zijn onze ogen op het spoor. Zij zien, horen en voelen alles wat er onderweg gebeurt

— Marcel Snijders

Het begint bij de machinist. “Treinmachinisten zijn onze ogen op het spoor. Zij zien, horen en voelen alles wat er onderweg gebeurt”, vertelt Marcel Snijders. Als officier van dienst-spoor bij ProRail is hij verantwoordelijk voor alles wat in het land misgaat met, of impact heeft op het treinverkeer. “Dat kan een vogel op het spoor zijn, mensen die langs het spoor lopen, maar daar niet horen, een kapotte bovenleiding, seinen die niet werken, een verzakking in de rails, een aanrijding, noem maar op.”

De treinmachinisten geven hun meldingen door aan het Operationeel Controle Centrum Rail (OCCR). Dat zit midden in Utrecht, in plaats van naast het station. Een bewuste keuze. “Stel dat het station ontruimd moet worden, om welke reden dan ook. Als wij ook het gebouw uit moeten, valt het hele treinverkeer in het land stil”, licht Snijders toe.

Vijf eilandjes van bureaus en computerschermen staan in de grote zaal van het OCCR. Op de meeste in hoogte verstelbare bureaus staan vier schermen naast elkaar. Een plek achter in de hoek heeft er wel acht, in twee rijen van vier. Het grasgroene tapijt op de vloer dempt ieders voetstappen. Er klinkt geroezemoes, maar niet te luid. Snijders benoemt een aantal eilandjes. “In het midden van de zaal zit de operationele zenuw. Daar zitten de officieren van dienst-spoor, incidenten en asset management.”

“Ernaast wordt de dienstregeling geregeld op het NS-eiland. Zij hebben ook de regie over de reisinformatie.” Snijders doelt op de stem die door alle treinstations galmt. “Alle informatie naar reizigers toe sluit zo aan op wat hier gebeurt.” Achterin zit de hoofdverkeersleiding van ProRail. “Die rij dubbele schermen is voor het goederenverkeer, tot in Duitsland. Zij doen niets met het afhandelen van verstoringen, maar sturen het treinverkeer bij als gevolg van zo'n storing.”

Een bureau met twee rijen beeldschermen, acht in totaal. Op de beeldschermen is allerlei data te zien

Op een dubbele rij beeldschermen houdt de hoofdverkeersleiding van ProRail al het goederenverkeer op de Nederlandse spoorwegen in de gaten, en stuurt het treinverkeer bij als dat nodig is.

Juliska Wijsman

De meldkamer spoor, waar alle telefoontjes binnenkomen, is een apart blok met glazen wanden en een laag, akoestisch plafond. “Dit is SpoorWeb, ons communicatiesysteem dat ProRail zelf ontwikkelde.” Snijders wijst naar een programma op een van de schermen. Alle medewerkers van ProRail, Incidentenbestrijding, vervoerders en hulpdiensten hebben toegang tot dit systeem. “Zodra een melding binnenkomt, maken we in SpoorWeb een dossier aan. Waar is het incident? Is er een persoon bij betrokken? Zijn er gevaarlijke stoffen in de buurt? Alle extra informatie zet het systeem om in acties.”

Standaard geeft SpoorWeb ook een eerste tijdsindicatie van het incident, op basis van vergelijkbare voorgaande gevallen. De acties worden door de betreffende actoren opgepakt. “Kijk, hier is de melding van een zwaan langs het spoor. Op de Hanzelijn tussen Zwolle en Lelystad, daar zie je ze wel vaker”, legt Snijders uit. “Een eerste actie is voor de treindienstleider. Die geeft een bericht af aan het treinverkeer: op dit traject langzaam rijden. De vervoerder kan nu ook de reiziger informeren over de vertraging.”

De volgende stap is kijken hoe een incident opgelost gaat worden. Is er een defect? Dan wordt een aannemer ingeschakeld om de klus te klaren. Bijvoorbeeld om een defecte bovenleiding, wissel of sein te repareren. Is er een incident? Dan is de Incidentenbestrijding (ICB) van ProRail aan zet.

De ICB’ers zijn over het land verdeeld in verschillende regio's. Zo zijn ze met hun herkenbare witte busjes, met rode en gele strepen en eventueel een zwaailicht op het dak, bij elk incident snel ter plaatse. In blauwe werkbroek met reflectoren op de pijpen, stevige schoenen met stalen neuzen en portofoon aan zijn broekriem, zit ICB’er Mark de Jong met vier collega's aan een picknicktafel in het zonnetje. Zijn dienst van tien uur zit er bijna op. Hij laat de uitrusting van het busje zien, wat een beeld schetst van het uitgebreide takenpakket van de incidentenbestrijding.

“Voorin bedienen we de sirene en de verlichting boven op de bus. Blauwe of oranje zwaailichten of groot licht. Incidenten gebeuren ook 's nachts, dus we hebben veel verschillende lampen mee. Een verrekijker, om bijvoorbeeld koperdiefstal te spotten. Of wagons met gevaarlijke stoffen. Daar is ook de absorptieworst voor: die neemt lekkende vloeistof op.” De Jong trekt lades met gereedschap open. “Een slijptol, kettingzaag, touw. Alles om dingen open te maken of weer vast te zetten.” Een waterreservoir met slang dient voor de kleinere schoonmaaktaken. “Na een aanrijding met een vogel spuiten we hiermee de trein schoon.”

Uit weer een laatje haalt De Jong een zwanentas en zwanenvanghaak. Ze zijn speciaal getraind om allerlei dieren te kunnen vangen. “Zwanentraining? Ja, in de praktijk komt het neer op een hoop rennen en een hoop lachen. Maar het zijn sterke beesten en zwanen zijn een beschermde diersoort, dus je moet wel weten wat je doet.” Verder liggen achter in het busje grote afdekschermen, een oranje redbrancard en een speciaal karretje, precies zo breed als het spoor. “Daarmee vervoeren we bijvoorbeeld slachtoffers, na een aanrijding.”

Binnenkant van een ICB-busje, vol met allerlei spullen om allerlei calamiteiten het hoofd te kunnen bieden.

Binnenkant van een ICB-busje, vol met allerhande spullen om de meest uiteenlopende calamiteiten het hoofd te kunnen bieden.

Juliska Wijsman

Het zijn de minder leuke klussen van de incidentenbestrijding, legt De Jong uit. Na een aanrijding zorgen ze vooral voor het bergen en reinigen, zodat de treindienst hervat kan worden. ICB-ploegleider Maurice van Goor leunt tegen zijn busje en voegt toe: “Ook daar zijn we op getraind. En we krijgen goede ondersteuning bij het verwerken van alles wat we zien.” Naast het opruimen, hebben de medewerkers van ProRail een grote rol in aanrijdingen voorkomen. Daarvoor gaan we terug naar het OCCR.

Onbegrepen gedrag 

Verstopt achter de meldkamer spoor zit een aparte ruimte. In deze smart monitoring room (SMR) loop je niet zomaar langs voor een praatje. Het is hier stiller dan in de zaal. Twee medewerkers kijken geconcentreerd naar een lange rij schermen. Sharif Kasem legt uit wat er op de beelden gebeurt. “Dit zijn beveiligingscamera's bij spoorwegovergangen. In totaal zijn dat er 250. Wij zien er een stuk of dertig: dit zijn de ‘hotspots’, de overgangen waar de meeste incidenten gebeuren.”

De beelden die onze collega's soms zien, zijn heftig. Zij zijn erop getraind en worden er ook goed bij begeleid

— Sharif Kasem

De overige camerabeelden komen tevoorschijn zodra een persoon in de buurt van de overgang blijft staan, of anderszins opvallend gedrag vertoont. ‘Onbegrepen gedrag’, heet dat tegenwoordig. “Voor ons zijn dit vaste plaatjes, wij zien dus heel snel of er iets afwijkends gebeurt”, vertelt Kasem. “Op dit beeld bijvoorbeeld, zie je deze persoon? Hij loopt wat onrustig heen en weer, blijft vaak stilstaan terwijl daar niets is. Dat is voor mij reden om hem beter in de gaten te houden.”

Handmatig volgt Kasem de persoon met de camera. “Hier ga ik een melding van maken.” Snijders grijpt in: tijd voor het bezoek om weg te stappen. “De beelden die onze collega's soms zien, zijn heftig. Zij zijn erop getraind en worden er ook goed bij begeleid.” De medewerkers van de SMR handelen proactief en preventief: de melding van een mogelijk suïcidaal persoon krijgt voorrang op alle andere belletjes in de meldkamer.

Een foto van een busje van de afdeling Incidentenbestrijding van ProRail. Het witte busje is herkenbaar aan de wit/gele strepen aan de zijkant

Het kenmerkende busje van de afdeling ICB van ProRail.

Juliska Wijsman

Het is een grote verantwoordelijkheid, licht Snijders buiten de SMR-ruimte toe. “Bij elke vertoning moeten ze filteren: hoe verdacht is het gedrag van deze persoon? Je wil ook niet onnodig het treinverkeer hinderen.” Wat gebeurt er na een melding als deze? “De treindienstleider geeft direct de opdracht: langzaam rijden bij deze overgang. En de politie krijgt de camerabeelden te zien via een live verbinding.”

Samen met de politie gaat de incidentenbestrijding eropaf. Ploegleider Van Goor legt uit: “We gaan in eerste instantie in gesprek met de persoon. Sommige van ons zijn ook boa (buitengewoon opsporingsambtenaar, red.). Zo kunnen we ook ingrijpen als de politie nog niet in de buurt is.”

Als de spoorloper is ondervraagd, de zwaan is gevangen (en vrijgelaten), de wissels zijn gerepareerd of de treinen gereinigd, geeft de incidentenbestrijding het spoor weer vrij. In SpoorWeb geven ze aan dat hun actie is voltooid. Zo kan de treindienstleider de reguliere dienstregeling weer hervatten. En dan hoor jij als reiziger op het perron: “De intercity naar Utrecht Centraal vertrekt over enkele minuten. De storing is verholpen.”

ReactiesReageer