Je leest:

Waterstof als energiedrager

Waterstof als energiedrager

Auteur: | 29 juli 2005

We moeten verstandiger omgaan met onze energiebronnen. Waterstof als schone energiedrager kan daarbij helpen.

We moeten verstandiger omgaan met onze energiebronnen. Zeggen niet alleen de milieuorganisaties en instituten zoals het gezaghebbende Internationaal Energie Agentschap. Ook de landen die dwarslagen bij ondertekening van het Kyoto-klimaatverdrag beloven nu te investeren in energiezuinige technieken. Intussen neemt wereldwijd het gebruik van vuile bronnen als olie en steenkolen alleen maar toe. Waar blijven de realistische alternatieven?

De Verenigde Staten, China, India, Australië en Zuid-Korea ondertekenden donderdag een overeenkomst over de bestrijding van het broeikaseffect. De vijf zijn verantwoordelijk voor pakweg 40 procent van de wereldwijde kooldioxide-uitstoot. In het verdrag staan geen concrete afspraken – zoals in het Kyoto-protocol – over het verminderen van de CO2-uitstoot, maar wel over het ontwikkelen van methodes om steenkool efficiënter en schoner te stoken. Geen overbodige luxe, want economisch razendsnel groeiende landen als China en India vreten energie en hun elektriciteitscentrales draaien voornamelijk op grootvervuiler steenkool. Overigens gaan ook steeds meer bedrijven in Europa over op steenkool, zegt Joop Schoonman, hoogleraar anorganische chemie aan de TU in Delft.

Waterstof als energiedrager.

Levensader

Ook landen die het Kyoto-protocol niet wilden ondertekenen – Australië en de VS – of niet aan alle verplichtingen wilden voldoen – China, India en Zuid-Korea – lijken er nu dus van doordrongen dat de natuur gebukt gaat onder het gebruik van fossiele brandstoffen als steenkool, aardgas en – nog altijd ‘s werelds belangrijkste energieleverancier- olie. Maar niet alleen het milieuaspect dwingt een ander gebruik van brandstoffen af. Bedrijven en overheden willen minder afhankelijk zijn van de macht en de willekeur van olieproducerende staten in onder meer het Midden-Oosten. De angst voor terroristische aanslagen speelt ook een rol: terroristen noemen de olieproductie niet voor niets ’de bevoorradingslijn en de levensader van de kruisvaarders’. In het verleden zijn oliepijplijnen en raffinaderijen al doelwit geweest van aanslagen.

Duurzame bronnen

Daarnaast rijst het wereldwijde energieverbruik naar verwachting tot 2030 de pan uit: het stijgt met zo’n 60 procent, en de energievoorraden zijn niet onuitputtelijk. In Nederland bijvoorbeeld zijn de aardgasreserves volgens onderzoeksinstituut TNO tegen 2040 uitgeput. En de wereldwijde oliereserves slinken snel. De vijf die het klimaatverdrag deze week ondertekenden hopen het probleem aan te pakken door een efficiënter en schoner gebruik van de fossiele brandstoffen. Milieuorganisaties pleiten al jaren voor schone alternatieven: zonne-, wind- en waterenergie, energie uit biomassa en waterstof als energiedrager. Hoe realistisch is dat eigenlijk?

Milieuorganisaties pleiten al jaren voor alternatieve energiebronnen.

Het Internationaal Energie Agentschap zegt dat in 2030 nog maar 2 % van de wereldenergieproductie komt van de zon, de wind en het water. Schoonman haalt juist een scenario van Shell aan waaruit moet blijken dat in 2050 de helft van het wereldenergieverbruik komt uit duurzame energie. Banken en energiebedrijven delen Shells visie en investeren flink in duurzame energie. Zij verwachten dat binnen vijftien jaar windenergie 10 % voor de rekening zal nemen. (Nu is dat nog 0,4 %). Zonne-energie maakt ook een goede kans, zegt Schoonman. De kritiek was altijd dat deze variant heel duur was, maar er zijn nu al goedkopere, innovatieve zonnecellen beschikbaar.

Sociale acceptatie

Welk type energie het gaat halen, ligt onder meer aan de sociale acceptatie, aldus Schoonman. Hij denkt dat waterstof één van de belangrijkste schone alternatieven zou kunnen worden. “Veel mensen denken bij waterstof gelijk aan het ongeluk met de Hindenburg, de zeppelin die in 1937 vlam vatte. De zeppelin vatte geen vlam vanwege de waterstof die erin zat, maar door de brandbare mantel. Ook wordt vaak vergeten dat wij tot 1960 in Nederland op stadsgas kookten, dat was een combinatie van waterstof en koolmonoxide.”

Overigens is waterstof geen brandstof zoals aardgas of steenkool maar een zogeheten energiedrager, legt Schoonman uit. Het kan onder meer worden geproduceerd door aardgas of kool met stoom te verhitten en wordt volgens in brandstofcellen omgezet in elektriciteit (waar auto’s op kunnen rijden). Waterstof kan schoon worden geproduceerd, door bijvoorbeeld de CO2 die vrijkomt bij de verhitting af te vangen.

Nu al rijden stadsbussen in Amsterdam op waterstof.

Politiek

Of wij echt toegaan naar een zogeheten waterstofeconomie, hangt naast de sociale acceptatie af van de politiek, aldus Schoonman. “Zolang duurzame energie hoog op de politieke agenda staat, zal onderzoek er naar gestimuleerd worden. Bovendien kost het ombouwen naar een waterstofeconomie miljarden aanpassingen aan de infrastructuur.” Tankstations langs snelwegen zouden bijvoorbeeld moeten worden omgebouwd, de auto’s zelf zouden ook moeten worden veranderd; nu al rijden de stadsbussen in Amsterdam op waterstof. Maar ook bedrijven en huishoudens die via waterstof stroom zouden krijgen, moeten daarvoor worden aangepast. Schoonman verwacht overigens niet dat we op korte termijn voldoende zullen hebben aan de alternatieve, schone varianten op fossiele brandstoffen. Of het nu gaat om wind-, zonne-energie of waterstof “we kunnen niet om kernenergie heen.”

Dit artikel verscheen op de site van Radio Nederland Wereldomroep op 29 juli 2005 in een tweeluik over ‘De zoektocht naar alternatieve energie’.

Dit artikel is een publicatie van Radio Nederland Wereldomroep (RNW).
© Radio Nederland Wereldomroep (RNW), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 29 juli 2005
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.