“Hallo. Mijn naam is Ryan Norris. Ik ben elf jaar oud en ik woon in Plainview, New York. Met toestemming van mijn moeder mail ik u om te vragen hoe wij de omgeving van New York beter tegen het water kunnen beschermen.”

Yuki Kho
Met zo’n e-mail voel ik het hele gewicht van de wereldproblematiek op mijn schouders rusten. Naar aanleiding van mijn boek Zoet & Zout: Water en de Nederlanders heb ik veel reacties gekregen, maar Ryan Norris is tot nu toe mijn meest verrassende gesprekspartner. “Wat kunnen wij als jonge mensen doen om de volwassenen ervan te overtuigen dat we vooruit moeten plannen?” vraagt hij. “Nederland heeft werkbare oplossingen gevonden. Waarom leren we niet van u en de Nederlanders? Waarom luisteren we niet?”
Tja, wat moest ik tegen Ryan zeggen. Dat ik voor hem – en ons allemaal – heel erg hoop dat Plainview, New York, niet onder water staat als hij even oud is als ik nu ben? Ik heb hem proberen uit te leggen dat de houding tegenover risico en preventie diep in een cultuur is geworteld. In de Nieuwe Wereld komt men pas in actie als er problemen zijn, in de Oude Wereld – en zeker in de Lage Landen – zijn we die liever vóór en accepteren we dat dat kosten met zich meebrengt. We geven daar een miljard euro per jaar aan uit – ongeveer wat de VS tot voor kort per jaar aan de oorlog in Irak verstookten. Veel geld maar niet duur als je bedenkt wat de gevolgen zouden zijn als we dat niet deden. Aan dat high-maintenance artificiële landschap van ons moet je dus doorlopend poetsen en pompen.
Waarom luisteren de Amerikanen niet naar Nederland, wilde Ryan weten. Onder andere omdat niemand ooit het rendement van preventie ziet. Een ramp die zich níet voltrekt, is per definitie minder zichtbaar, en dus voor politici minder goed aan de man te brengen. Preventie is niet zo’n sexy podium voor politieke daadkracht. In de VS wordt nu vooral op het paard van de besparing gegokt. Het Congres heeft 65 miljard dollar toegekend voor herstel na Sandy, en daarmee dringt zich vanzelf de vraag op wat ze wel niet hadden kunnen besparen als ze de ramp voor waren geweest.

Wat ik Ryan niét heb verteld, is dat Nederland zichzelf ook die vraag moet stellen. We worden wereldwijd gezien als een voorloper in de watertechnologie en in het uitvinden van nieuwe, meer natuurlijke manieren om met het water om te gaan. Dat zijn we ook, en dat doen we ook: Zoet & Zout staat er vol mee.
We hebben ontdekt dat we wel heel hardhandig in dat onderliggende watersysteem hebben ingegrepen. Met een hoogmoed die de mens eigen schijnt te zijn, hebben we gedacht dat we dat water konden sturen, geleiden, toelaten en buitenhouden zoals het ons uitkwam. Nu blijkt dat ons handelen nare gevolgen heeft. Als je daar de gevolgen van klimaatverandering voor een laag land bij optelt, dan móesten we wel iets doen.
Maar net als in de VS is een sprong voorwaarts altijd prettiger dan behouden wat je al hebt. Als wij zo goed in preventie zijn, waarom hebben we dan nog altijd geen nationaal plan om bestaande gebouwen en installaties – woningen, ziekenhuizen, krachtcentrales, zelfs gewoon lantaarnpalen – zo in te richten dat niet alles wordt lamgelegd als de benedenverdieping onder water loopt? In een recent rapport heeft stedenbouwkundig bureau MUST de gevolgen in kaart gebracht van een niet eens zo ernstige overstroming voor het Westelijk Havengebied van Amsterdam, en daarmee voor Amsterdam zelf. Onthutsend.
We weten allemaal dat het aantal mensen en de economische waarde achter de dijken sinds medio vorige eeuw gigantisch is toegenomen – maar waarom moest Atsma dan eind 2011 aan de Tweede Kamer melden dat liefst één derde van de dijken, vooral in het kwetsbare rivierengebied, niet aan de veiligheidsnormen voldoet? En niet eens de meest up-to-date normen? En hoe is het mogelijk dat Nederland nog steeds geen evacuatieplannen heeft?
In de VS denkt iedereen dat we allemaal een koffertje achter de voordeur hebben staan voor het geval we voor het water moeten vluchten. Nee hoor, we weten niet eens waar we naar toe zouden moeten bij een overstroming, waarschijnlijk zouden we allemaal als lemmingen in onze auto’s op de snelweg gaan zitten, en daar verdrinken. We hebben het waterbeheer en onze veiligheid uitbesteed aan de professionele kaste van bestuurders en ingenieurs en hebben daarmee elk besef van gevaar ook _ge-outsourced-.
Ik had het hart niet om dit aan de elfjarige Ryan te vertellen, maar in feite verkeert Nederland in net zo’n verdwaasde fase van ontkenning als de Verenigde Staten.