Naar de content

Wat Romeinse riviergoden ons vertellen

Geschiedenisstudent Stefan Penders van de Universiteit Leiden dook dit jaar voor zijn afstudeerscriptie in een bijzonder onderwerp. Hij onderzocht de enorme populariteit van riviergoden op munten en in standbeelden in het Romeinse Rijk. Uit zijn onderzoek blijkt dat de controle over water een belangrijke legitimatie was voor de keizerlijke macht. Voor zijn onderzoek won Penders de Volkskrant-IISG scriptieprijs.

Het fascineerde Stefan Penders, geschiedenisstudent aan de Universiteit Leiden, dat rivieren in Romeinse kunst vaak weergegeven werden als mythologische wezens. Grote, vaak halfliggende bebaarde mannen, stonden symbool voor belangrijke rivieren in het Romeinse Rijk zoals de Tiber, de Nijl, de Eufraat en de Rijn. Toen Penders ook nog eens merkte dat hier in de wetenschappelijke literatuur nauwelijks over geschreven is, was de keuze voor zijn afstudeeronderzoek snel gemaakt.

Hij ontdekte dat voor de oude Romeinen hun rivieren meer waren dan alleen een simpele lijn op een kaart. Ze personifieerden ze met menselijke trekjes. Dat wijst erop dat de rivieren een belangrijke symbolische betekenis hadden. Die symboliek ging allerlei kanten op. Rivieren hadden mythologische, machtspolitieke en economische aspecten. Het beheersen van de rivieren was een belangrijke legitimatie voor de macht van de keizer.

Wat fascineerde je zo aan dit bijzondere onderwerp?

“Ik raakte gefascineerd toen ik een oude filmposter van de film Pan’s Labyrinth zag met daarom een afbeelding van een faun, een mythisch wezen met de achterpoten van een paard of een geit en het bovenlichaam van een mens.

Er bestaan allerlei Romeinse kunstwerken van natuurgoden, waaronder ook riviergoden. Die beeldhouwwerken werden vaak als decoratievoorwerpen afgedaan en stonden stof te verzamelen in musea, zonder dat de betekenis ervan voor de Romeinen ooit goed is uitgezocht. Door te onderzoeken wat de betekenis was van die vele standbeelden van riviergoden, wilde ik meer ontdekken over hoe de Romeinen hun wereld zagen.”

Waarom dacht je dat er méér achter die standbeelden van riviergoden zat?

“In Romeinse bronnen wordt veel over rivieren geschreven. Ze nemen ook bij Romeinse auteurs een belangrijke plaats in. Riviergoden worden vaak neergezet als bovennatuurlijke wezens, maar met menselijke trekjes. Die artistieke traditie is al veel ouder. Je ziet het ook bij de oude Grieken, waar de Romeinen hun ideeën over rivieren en riviergoden in eerste instantie vandaan haalden. Wetenschappelijke modellen bestonden natuurlijk nog niet. Ook de Romeinen probeerden de natuur om zich heen vooral te verklaren door natuurverschijnselen als mensen te zien. Tussen de vele Romeinse teksten over rivieren en al die opvallende beeldhouwwerken van riviergoden zat misschien wel een link, was mijn gedachte.”

Uit het juryrapport:

‘De grote verdienste van deze scriptie is dat ze inzichten uit verschillende disciplines moeiteloos combineert en samensmeedt tot een prachtig, overtuigend en goedlopend verhaal. Nergens is er redundantie, nooit raak je de weg kwijt. De auteur heeft totale controle over zijn onderwerp en de conclusie is kraakhelder.’

Water en macht hingen bij de Romeinen sterk samen, schrijf je. Waaraan zie je dat?

“Tijdens de Flavische dynastie neemt het aantal standbeelden van riviergoden enorm toe. Daar heb ik een verklaring voor gevonden. De grote keizer Augustus was in zijn regeerperiode erg bezig met het bouwen van aquaducten en bruggen. Hij beriep zich op speciale geografische kennis over rivieren en verre streken. Na een burgeroorlog kwamen de Flavische keizers aan de macht. Die hadden geen rechtstreekse bloedlijn met keizer Augustus en moesten hun machtsaanspraak dus op een andere manier legitimeren.”

“Ze probeerden zich aan Augustus, de eerste grote keizer van het rijk, te spiegelen door ook de nadruk te leggen op het bedwingen van het water. Door al die standbeelden van watergoden neer te zetten benadrukten ze een soort continuïteit. De Flaviërs – en hun opvolgers in de tweede eeuw na Christus – kozen er voor om veel riviergoden af te beelden, vaak met een hoorn-des-overvloeds of roede in de hand. Op die manier lieten de keizers zien dat ze de controle hadden over het water en al het goede dat de rivieren voortbrachten. Als legitimatie van hun keizerlijke macht was dat uiterst belangrijk.”

Je trekt veel verschillende conclusies in je scriptie. Welke vind je zelf de belangrijkste?

“Het is een breed samenhangend geheel geworden over hoe de oude Romeinen naar het voor hen zo belangrijke verschijnsel van stromend water keken. Het had mythologische, machtspolitieke en economische aspecten. Ik denk dat juist de synthese tussen die verschillende delen de kracht van mijn scriptie is.”

_De Volkskrant-IISG Scriptieprijs voor Geschiedenis wordt sinds 2010 jaarlijks uitgereikt. Bij de beoordeling let de jury op scripties die een duidelijk vernieuwende benadering hebben. Hierbij kan gedacht worden aan een nieuw onderwerp of aan een vernieuwende aanpak van een bestaand onderwerp. Aan de prijs is een geldbedrag van 1500 euro verbonden.
In 2012 werd de Volkskrant-IISG scriptieprijs gewonnen door Floris Keehnen en in 2011 door Joppe van Driel