Bertjan Doosje, gepromoveerd sociaal psycholoog en hoogleraar Radicalisering aan de UvA, meent dat de keuze voor de jihad vanuit de jongere bezien logisch kan lijken, omdat ze zich vaak tussen wal en schip voelen vallen. “De westerse islamitische jongeren die naar het Midden-Oosten vertrekken, voelen zich vaak slecht behandeld in Nederland”, zegt hij. “Ze hebben het gevoel dat ze er in Nederland niet echt bij horen, maar in hun thuisland van hun ouders voelen ze zich een toerist. Onzekere mensen zijn meer geneigd om groepen op te zoeken. En voor jongeren die in een identiteitscrisis zitten, biedt een radicale ideologie duidelijkheid.” De meeste jongeren radicaliseren dan ook razendsnel: “Sommigen al binnen een maand.”
Ook dringen de jihadisten er meestal op aan dat hun volgelingen de banden met hun ‘ongelovige’ familie en vrienden verbreken. Dit vergroot de kans dat de jongere bereid zal zijn zijn leven in Nederland op te geven om aan de zijde van de jihadistische beweging te vechten. “Niet alleen omdat ze steeds minder alternatieve meningen zullen horen, maar ook omdat familie en vrienden de belangrijkste reden zijn om niet te vertrekken”, legt Doosje uit. “Want wat een enorme stap is het om iedereen van wie je houdt achter te laten en misschien nooit meer te zien.”

Aan-het-front-app
De strakke opzet van de IS legt de beweging geen windeieren volgens Pieter Nanninga, universitair docent Midden-Oosten Studies in Groningen. “De IS biedt een krachtige gemeenschap, aansprekende, charismatische leiders en duidelijke regels”, verklaart Nanninga zich nader. “IS geeft jongeren het gevoel dat ze voor de zwakkeren opkomen en deel mogen uitmaken van iets belangrijks; een historisch tijdperk waarin de tijd van Mohammed in ere wordt hersteld.”
Ook maakt de groep gebruik van een gelikte pr-strategie, uitgevoerd door hun in mei opgerichte Al Hayat Media Center. “Hun jihad is niet achterhaald en ouderwets, maar wil juist meegaan met de moderne tijd”, vat Nanninga samen. “Jihadisten proberen aan te sluiten bij de populaire, hedendaagse jongerencultuur.” Zo is er een app met het laatste nieuws van het front, kun je dvd-hoesjes en posters downloaden en bestaan er Engelse tijdschriften en video’s.
Hollywoodachtige actie-films, waarin Amerika het onderspit delft, behoren tot de wervingsmiddelen van de IS.
Opkomen voor zwakkeren
De video’s bevatten volgens Nanninga een aantal thema’s dat westerse islamitische jongeren aanspreekt. Een boodschap die altijd terugkomt, is dat het Westen moslims heeft vernederd en tegen hen heeft gevochten, onder andere door de invallen van Amerika in Irak en Afghanistan. Er worden beelden getoond van gewonde en gedode vrouwen en kinderen. Maar ook van slachtoffers die de leiders van Syrië en Irak hebben gemaakt. “De video’s moeten laten zien dat de IS het opneemt voor vernederde moslims. Dat die niet lijdzaam toeziet, maar in actie komt.”

Een voorbeeld van een Nederlandse strijder die voor de bevolking wil opkomen, is Omar Yilmaz, die zich aansloot bij de IS om te vechten tegen het regime van de Syrische president Assad. Hij zei in het actualiteitenprogramma Nieuwsuur: “Als het Nederlandse leger een eenheid of soldaten stuurt om het Syrische volk te helpen, zou ik me meteen aansluiten. Maar niemand doet iets. En als een organisatie wel iets doet om te helpen, is dat dan een probleem? Ben ik dan een verrader? Dat slaat nergens op.”

Pure religie
“Tegenwoordig is het niet meer vanzelfsprekend om de religie van je ouders klakkeloos over te nemen”, zegt Nanninga. “Jongeren reflecteren op hun eigen opvattingen en maken persoonlijke keuzes. Bij moslimjongeren komt daar nog bij dat er vaker een generatiekloof ontstaat. Ouders hebben stukjes van hun geloof uit hun thuisland meegenomen, maar dat geloof is daarom niet meer authentiek. Jongeren die zoeken naar ‘pure religie’, en al bekend zijn met de islam, kunnen daarom bij de jihad uitkomen.”
In de video’s zijn beelden te zien van jihadisten die bij de Syrisch-Iraakse grens ijsjes uitdelen aan kinderen. Nanninga: “Daarmee willen ze laten zien dat ze het goed voor elkaar hebben in het Kalifaat, dat ze goed voor elkaar zorgen. In feite zeggen ze: ‘Wij zijn hard voor onze vijanden, maar goed voor wie ons volgen.’”
De ‘ijsjesuitdeel-scène’. De filmbeelden zijn van een hoge resolutie, en de video zit vol met strakke logo’s en tweetbare kreten. In combinatie met het veelvuldige gebruik van de Engelse taal, lijkt de propaganda zich vooral te richten op een jong publiek woonachtig in het westen.