Je leest:

Wat de koelkast over cultuur en klasse zegt

Wat de koelkast over cultuur en klasse zegt

Auteur: | 5 juli 2010

Huishoudelijke apparaten doen wat ze moeten doen: koelen, wassen, drogen, schoonmaken. Maar koelkast, wasmachine en stofzuiger zijn meer dan dat. Elk apparaat vertelt ook een verhaal over sociale verandering. Neem nu bijvoorbeeld de grote Amerikaanse koelkast uit de jaren vijftig. Onder haar glanzende oppervlak ligt een geschiedenis van culturele strijd verborgen; hier woedde een ware smaakoorlog tussen ontwerpgoeroe’s en arbeidersvrouwen.

Het modernistische Farnsworth House (Illinois 1946-1951) van Mies van der Rohe.
colros

Ontwerpers uit de culturele elite van de jaren vijftig hielden van strakke, elegante vormen zonder al te veel opsmuk. Zij volgden het devies van de beroemde modernistische “less is more” ontwerper Mies van der Rohe, die vond dat een ontwerp functioneel en eenvoudig moest zijn. Tierelantijnen en decoratie waren volgens deze ontwerpideologie uit den boze. Daar hadden consumenten uit de arbeidersklasse echter geen boodschap aan. Die hadden over het algemeen juist een voorkeur voor niet-functionele, overdreven grote en decoratieve extra’s.

De Cadillac richtte zich met staartvinnen, kleur en flashy extra’s speciaal op de arbeidersklasse: de auto moest luxe en vooruitgang uitstralen.

Rozenknoppenoorlog

Over smaak valt natuurlijk niet te twisten. Maar ontwerpers hoopten –en verwachtten- dat arbeiders hun ‘slechte smaak’ zouden achterlaten zodra zij tot de middenklasse zouden doordringen. Als mensen een trede op de maatschappelijke ladder zouden stijgen, dan zou hun smaak wel verbeteren, zo was de gedachte.

Maar hoewel de welvaart na de Tweede Wereldoorlog in snel tempo steeg, en arbeiders hun kleine arbeiderswoningen langzaam maar zeker verruilden voor grotere huizen in suburbia, veranderde hun smaak niet. Tot ongenoegen van ontwerpers bleven deze ex-arbeiders trouw aan hun theelepeltjes met rozenknopjes, lampenkappen met roze ruches en Cadillacs met grote staartvinnen. Zij omarmden niet het “less is more” mantra, maar volgden hun eigen “more is better” filosofie.

De Amerikaanse Servel koelkast uit 1954: een kleurig bakbeest. In Amerika steeg de verkoop van meubilair en huishoudelijke apparaten tussen 1945 en 1950 met 240%. In een paar jaar tijd kreeg 90% van de gezinnen een koelkast.

De arbeidersklant is koning

De smaakoorlog werd ook op het terrein van de koelkast gevoerd. De Amerikaanse historica Shelley Nickles schreef er een interessant artikel over. Zij concludeert dat de arbeidersvrouw uiteindelijk won. De arbeidersliefde voor groot, glans en glitter heeft volgens haar een grote invloed gehad op het uiterlijk van de standaard Amerikaanse koelkast.

Koelkastfabrikanten waren immers niet geïnteresseerd in goede of slechte smaak, maar in het verkopen van zo veel mogelijk koelkasten. Daarvoor moest een koelkast in de smaak vallen bij een zo groot mogelijk publiek. De koelkasten die geliefd waren bij arbeidersvrouwen, bleken een stuk beter te verkopen. Dit waren grote, glanzende koelkasten met ronde vormen, glimmende merkplaatjes en decoratieve handgrepen, uitgevoerd in chroom, goud of een felle kleur. De strak vormgegeven, minimalistische koelkasten delfden het onderspit.

Koelkast als symbool van moderniteit en culturele eigenheid

De vraag is waarom arbeidersvrouwen die, economisch gezien, het leven van de middenklasse gingen leidden, niet automatisch ook de smaak van die middenklasse over gingen nemen. Volgens de sociologische theorie gaat opwaartse sociale mobiliteit (oftewel er maatschappelijk op vooruitgaan) namelijk samen met smaakverandering: door de auto, keuken en boeken te kopen die bij een bepaalde klasse horen, laat iemand zien dat hij er bij hoort.

Minimalistische “less is more” woonkamer van de middenklasse, zoals ontwerpers het graag zagen. Uit: Better Home & Gardens, 1955.

Nickles artikel laat zien dat de werkelijkheid ingewikkelder is. Economisch gezien waren de arbeiders dan wel middenklasse geworden, maar cultureel gezien niet. De arbeidersklasse behield haar eigen identiteit. Volgens Nickles paste de less-is-more filosofie namelijk niet bij de ideeën die arbeiders hadden over vooruitgang, moderniteit en waarde. Want waarom zou je meer betalen voor iets dat er minder flashy en dus goedkoper uitziet? Als je iets duurs koopt, moet het er ook duur en modern uitzien, zo dachten veel arbeidersvrouwen. Daarnaast stonden omvangrijke koelkasten voor zekerheid en stabiliteit, idealen waar arbeidersvrouwen (die zich de depressie- en oorlogsjaren nog konden herinnerden) waarde aan hechtten.

Warme, gezellige, maar ook moderne keuken; de droom van de arbeidersvrouw. Uit: House & Garden, 1955.

Bovendien namen arbeidersvrouwen hun eigen gewoontes mee naar hun nieuwe huizen. De keuken was altijd het kloppend hart van het arbeidersgezin geweest. Terwijl de middenklasse zijn tijd doorbracht in de woonkamer, speelde het leven van het arbeidersgezin zich in de keuken af: hier werd gegeten, gespeeld, bezoek ontvangen en soms zelfs geslapen. Volgens Nickles wilden arbeidersvrouwen dan ook een keuken die warmte en gezelligheid uitstraalde. Voor vrouwen uit de middenklasse had de keuken een andere betekenis: ze werd geassocieerd met huishoudelijk werk, niet met gezelligheid. Dit soort culturele verschillen leidden tot een uiteenlopende eisen en dus een andere smaak.

Simpele, sober vormgegeven Servel koelkast uit de jaren veertig; populair onder vormgevers, niet in de winkels.

Van de troon gestoten

De enorme, luxe koelkast die we nu zo typisch Amerikaans vinden, vertelt het verhaal van de veranderende sociale verhoudingen en de emancipatie van de Amerikaanse arbeidersklasse. In een naoorlogse wereld van stijgende welvaart, marktwerking en massaproductie kreeg de arbeidersvrouw invloed op het uiterlijk van de gemiddelde koelkast. Producenten lieten zich niet langer leiden door de mantra’s van hun ontwerpers, maar pasten zich aan aan de wensen van de gemiddelde arbeidersvrouw. De culturele elite, die tot dan toe smaakbepalend was geweest, werd van de troon werd gestoten door de arbeidersvrouw. Het verhaal van de Amerikaanse koelkast is het verhaal van de democratisering van smaak.

De Nederlandse koelkast

Wie vandaag de dag in de Nederlandse keukenzaak rondloopt, ziet vooral strak vormgegeven, modernistische koelkasten. Heeft de Nederlandse koelkast een andere sociale geschiedenis dan de Amerikaanse koelkast? Daar is nog geen onderzoek naar gedaan. Maar het zou goed kunnen. “In Nederland, maar ook in de rest van Europa, is de staat veel meer betrokken geweest bij de modernisering van het huishouden,” zegt Ruth Oldenziel, hoogleraar Amerikaanse en Europese techniekgeschiedenis. “In tegenstelling tot in Amerika, waar de markt zijn werk deed, heeft de Nederlandse overheid dankzij naoorlogse wederopbouwprogramma’s een grotere rol gespeeld bij de acceptatie van huishoudelijke apparaten. De overheid is een coalitie aangegaan met modernistische architecten en ontwerpers. Dit zou kunnen verklaren waarom de koelkasten bij IKEA en bij Nederlandse keukenzaken wel modernistisch en minimalistisch zijn. Maar dit is speculatie – of eerder extrapolatie. Er zou meer onderzoek naar moeten worden gedaan.”

Meer weten over de geschiedenis van huishoudelijke apparaten? In Science Center NEMO is deze zomer de tentoonstelling Het Huishoudparadijs te zien, over 100 jaar mooie, gekke en merkwaardige apparaten. Wie bijzondere – of juist hele alledaagse – herinneringen aan knorrende koelkasten en krakende radio’s heeft, kan terecht op de speciale huishoudparadijswebsite. Hier kun je je eigen verhaal over het huishouden delen.

Bron:

Shelley Nickles. More is better: Mass Consumption, Gender, and Class Identity in Postwar America American Quarterly (2002).

Lees meer

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 05 juli 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.