De Parijse onderzoekers bestudeerden de verdeling van kraters op de maan om tot hun conclusie te komen. De kraters op de maan zijn ontstaan bij meteorietinslagen, die toen ons zonnestelsel jong was veel meer voorkwamen dan tegenwoordig. Omdat dezelfde helft van de maan altijd naar voren wijst terwijl ze om de aarde cirkelt, zou je verwachten dat die helft veel vaker tegen meteorieten op is gebotst dan de andere kant. Maar uit analyse blijkt dat er juist veel grote kraters zijn op de achterste helft van de maan. Vanuit ons gezien is dat de oostelijke helft.
De maan draait tegen de klok in om de aarde heen. Vanuit ons gezien zit de westelijke kant van de maan daarom altijd aan de ‘voorkant’, en heeft die kant zo’n 30% meer botsingen met rondzwevend ruimtepuin, zoals meteorieten en astroïden. Bron: Wikimedia Commons
Om de verdeling van kraters te verklaren moet de achterste helft van de maan ooit de voorste zijn geweest. Gelukkig zijn er in het zonnestelsel objecten aanwezig die zo’n enorme verandering teweeg kunnen brengen: asteroïden, ook wel planetoïden genoemd. Deze steenblokken kunnen een doorsnede van wel 1000 kilometer bereiken, en cirkelen als planeten rondom onze zon. Sommige planetoïden hebben een ellipsvormige baan, waardoor ze onverwacht dichtbij onze planeet kunnen komen.
Samengebald puin
De inslag van een asteroïde kan gigantische gevolgen hebben. Sterrenkundigen denken dat de inslag van zo’n object op aarde tot de vorming van de maan heeft geleid. Puin dat bij de inslag los is gekomen van de aarde zou zich samengebald hebben tot het kleine hemellichaam dat nu een baan om de aarde beschrijft. En zo’n zelfde inslag kan de maan aan het tollen hebben gebracht, zodat na een proces van enkele tienduizenden jaren de achterkant van de maan de huidige voorkant werd.
De westelijke helft van de maan, zoals gezien door de Galileo-satelliet. Bron: Johnson Space Center Collection / NASA
De Parijse onderzoekers lieten een computersimulatie los op het maan-asteroïde-systeem. Daarmee werd bevestigd dat een flinke inslag inderdaad de maan een halve slag kan hebben omgedraaid. Analyse van rotsen in maankraters laten zien dat zo’n inslag minstens 3,9 miljard jaar geleden moet zijn gebeurd. Toen was ons zonnestelsel nog jong – ‘slechts’ 600-700 miljoen jaar oud. De hoeveelheid meteorieten en planetoïden die bij de aarde in de buurt komt is sindsdien sterk afgenomen, dankzij de zwaartekracht van grote planeten zoals Jupiter. Daarom is de kans op grote, desastreuze inslagen ook een stuk kleiner geworden.
Bron: Did a large impact reorient the Moon?, Mark A. Wieczorek en Mathieu Le Feuvre, Institut de Physique du Globe de Paris, Saint Maur des Fossés, France
Zie verder:
- De Maan
- De geschiedenis van onze dubbelplaneet (Kennislinkartikel van Zenit)
- De maan was heet (Kennislinkartikel)
- Giant Impact Hypothesis (Wikipedia, Engels)