Het cahier ‘Leven(de) Bodem’ geeft een – op het eerste gezicht misschien caleidoscopisch – beeld van het huidige onderzoek naar de levende bodem, dat wordt gedreven door verwondering en nieuwsgierigheid, door het vermoeden van nieuwe toepassingsmogelijkheden, en door de wens om de bodem (weer) geschikt te maken voor duurzaam gebruik.
Als we uitzoomen naar een compleet beeld van onze planeet, dan zien we dat sommige menselijke activiteiten de grenzen van het duurzaam functioneren van de aarde al te boven gaan, zoals het gebruik van stikstof en fosfor in de vorm van kunstmest. Diverse andere activiteiten vormen een toenemend risico, zoals verandering van landgebruik en andere activiteiten die leiden tot klimaatverandering. Die activiteiten zijn allemaal gerelateerd aan het gebruik van de bodem.

In die zin is het maar goed dat er door ‘Brussel’ geen aparte bodemrichtlijn is uitgevaardigd. Een sectorale aanpak zou wel eens in de weg kunnen staan van de noodzakelijke integrale benadering, die bijvoorbeeld wordt geschetst in een artikel van de Wageningse onderzoekster Saskia Keesstra en collega’s, over de rol van de bodem in de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN. Naast milieudoelen schetsen zij de rol van de bodem in voedselzekerheid, gezondheid, waterbeschikbaarheid, landgebruik, klimaatverandering en behoud van biodiversiteit.
Deze doelen zijn sterk verbonden met duurzaam bodemgebruik. Voedsel komt grotendeels van de grond en voedselkwaliteit bepaalt onze gezondheid. Waterbeschikbaarheid is een randvoorwaarde voor het functioneren van de bodem, en omgekeerd. De bodem is een belangrijke producent van broeikasgassen maar kan die ook opslaan. En, wat velen zich niet realiseren, het grootste deel van de biodiversiteit bevindt zich in de bodem.
De bijdrage van de bodem aan het realiseren van deze duurzame ontwikkelingsdoelen wordt zeer sterk beïnvloed door de landbouw. Dat geldt niet alleen voor landgebruik, voedselzekerheid en gezondheid, maar ook voor waterbeschikbaarheid, klimaatverandering en behoud van biodiversiteit, simpelweg doordat de landbouw een groot deel van het landoppervlak in beslag neemt. Wereldwijd is een derde deel van de grond in gebruik voor akkerbouw en veeteelt . Nog eens een derde is in gebruik als grasland en steppe waar vee kan grazen. In Nederland is het aandeel zelfs nog hoger: meer dan twee derde van ons land is in gebruik voor akkerbouw en veeteelt. Duurzaam bodembeheer vereist in de praktijk dan ook vooral duurzame landbouw.
Hoeksche Waard op de kaart
Veel mensen zijn gewend aan goedkoop voedsel. Wordt het door schaarste in korte tijd duurder, dan blijkt er snel maatschappelijke onrust te ontstaan. Wereldwijd is landbouw sinds de regionale voedselrellen van 2008 terug op de politieke agenda en is duurzame landbouw onderwerp van een interessante richtingenstrijd binnen en buiten de wetenschap. Duurzame landbouw gaat niet meer alleen over voedselproductie, maar ook over maatschappelijke acceptatie van de manier waarop we ons voedsel produceren.
In lijn daarmee verschuift de focus in het landbouwbeleid van voldoende en veilige producten naar maatschappelijk aanvaardbare productiewijzen. Landbouwbeleid evolueert daarmee in rap tempo in de richting van voedselbeleid. In het ‘voedselsysteem’ worden de samenhang en machtsverhoudingen tussen de spelers op het gebied van productie, verwerking, distributie en consumptie van voedsel mede bepaald door de waarden in de samenleving ten aanzien van gezondheid, dierenwelzijn, klimaat, milieu en natuur.
Uit het artikel ‘Zwarte aarde’ blijkt dat ons vermogen om bodems met gewenste eigenschappen te vervaardigen nog beperkt is. Bodemvorming is een langzaam proces en we begrijpen ook nog onvoldoende wat ervoor nodig is. Dat maakt het des te urgenter om bij het produceren van ons voedsel van bestaande bodems uit te gaan. De artikelen ‘De bodem verbeteren met landbouw’ en ‘De weerbare bodem’ geven een bemoedigend handelingsperspectief op herstel van ecosysteemdiensten waar die (deels) verloren zijn gegaan.

Het artikel ‘Een gezonde economie op een gezonde bodem’ brengt dit visionair in beeld. Dit artikel laat ook zien dat een visie het best concreet gemaakt kan worden op landschapsniveau, waar alle actoren geworteld zijn in concrete praktijken. Er zijn tal van initiatieven, ook in Nederland, die daarvan getuigen.
De Hoeksche Waard is een illustratief voorbeeld, waaruit blijkt dat de bodemwetenschap samen met maatschappelijke partijen een belangrijke rol heeft. Akkerbouwers in de Hoeksche Waard, verenigd in de Stichting ‘Hoeksche Waard op de Kaart’, hebben samen met landbouw- en bodemwetenschappers bepaald wat voor hen duurzaam bodembeheer inhoudt als onderdeel van duurzame landbouw in een duurzaam landschap.
Diezelfde wetenschap draagt vervolgens gegevens aan, op basis waarvan de boeren het duurzaam bodembeheer gestalte kunnen geven in de praktijk. Concrete maatregelen die hieruit voortvloeien zijn bijvoorbeeld vermindering van de wieldruk van werktuigen, om bodemverdichting tegen te gaan, ontwatering en ook bewatering via ondergrondse buizen (sub-irrigatie), en beheer van organische stof in de bodem, voor voeding van het bodemleven. Deze en andere maatregelen passeren ook de revue in het artikel ‘De bodem verbeteren met landbouw’.

De wetenschap speelt in dit alles vooral de rol van ‘makelaar’, die informatie en kennis ontwikkelt en aandraagt. Boeren en andere beheerders van het landschap wordt niet voorgeschreven wat zij moeten doen. Een keuze voor duurzame landbouw in een duurzaam landschap is immers de keuze van de akkerbouwers zelf! Maar met extra informatie wordt wel hun beslissingsruimte vergroot, zodat zij betere afwegingen kunnen maken. Dat de wetenschap(per) de eigen expliciete of impliciete waarden daarbij niet laat prevaleren boven die van de gebruikers van kennis, is hiervan een onlosmakelijk onderdeel.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de rol van de bodemwetenschap hiertoe beperkt blijft. Daarmee zouden we vergeten waar elke vorm van toegepaste wetenschap mee begint: het verkennen van ‘onbetreden grond’ op basis van verwondering over wat we waarnemen en de wil om te doorgronden wat het inhoudt. Daarbij bewijst de bodem ons ‘culturele diensten’. Het artikel ‘De vingerafdruk van de bodem’ is daar een goed voorbeeld van. En reken maar dat uit die nieuwsgierigheid nieuwe toepassingen zullen voortkomen. Enkele opwekkende voorbeelden zien we daarvan in het artikel ‘Technologie uit de bodem’. De bodem blijkt eens te meer vruchtbare grond voor inspiratie!