Els Leye, cultuurwetenschapper aan de Universiteit van Gent, promoveerde deze maand op onderzoek naar vrouwenbesnijdenis, wetgeving en gezondheidszorg in Europa. Wereldwijd worden er 100 tot 140 miljoen meisjes en vrouwen besneden, volgens schattingen van de World Health Organization (WHO). Vooral in Afrika komen deze praktijken voor. Maar sinds de komst van migranten uit landen als Somalië, Mali en Soedan, wordt ook Europa geconfronteerd met vrouwenbesnijdenis. Europese landen hebben vaak geen goed antwoord op de dilemma’s, ethische vragen en praktische problemen rondom vrouwenbesnijdenis, zo blijkt uit het onderzoek van Els Leye.
Vrouwenbesnijdenis wordt ook wel VGV genoemd: vrouwelijke genitale verminking (of in het Engels, Female Genital Mutilation, FGM). Een meisje kan op verschillende manieren worden besneden. De tradities kunnen per regio en per etnische groep verschillen. Soms wordt alleen een kleine snee in de clitoris of voorhuid gemaakt om zo symbolisch een paar druppels bloed te laten vloeien. Een andere, ernstigere, vorm van besnijdenis is het wegsnijden van de (top van de) clitoris, en soms de kleine schaamlippen. Dit heet ook wel een clitoridectomie. De meest verminkende vorm van vrouwenbesnijdenis is als de clitoris wordt weggehaald, maar ook een deel van de grote schaamlippen worden weggesneden, waarna deze aan elkaar worden gehecht (infibulatie). Er blijft dan maar een kleine opening over voor urine en menstruatiebloed. Infibulatie komt vooral voor in Somalië, Eritrea en Noord-Soedan.
Verboden
Alle vormen van vrouwen-en meisjesbesnijdenis zijn in Europa verboden. Sommige Europese landen hebben aparte wetten om vrouwenbesnijdenis te verbieden. Uit Leyes onderzoek blijkt dat dit niet nodig is om vrouwenbesnijdenis aan te pakken. Het leidt in ieder geval niet tot meer vervolgingen. In Nederland is vrouwenbesnijdenis sinds 1993 illegaal, maar is er geen speciale regelgeving. Hier valt vrouwenbesnijdenis onder het verbod op (kinder)mishandeling en het verbod op het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunst. Ouders die hun dochters laten besnijden kunnen dus in principe vervolgd worden. Maar dat gebeurt niet vaak. In 2004 was er nog nooit iemand veroordeeld of vervolgd voor betrokkenheid bij vrouwenbesnijdenis.
Percentage besneden vrouwen tussen 15 en 49 jaar. Bron: WHO
Onduidelijke wetgeving
Volgens Leye zijn er geen aparte wetten nodig om vrouwenbesnijdenis tegen te gaan. Belangrijker is dat de bestaande wetgeving in de verschillende Europese landen geharmoniseerd wordt. En dat er meer duidelijkheid komt over hoe de bestaande wetten geïnterpreteerd moeten worden. Uit het onderzoek blijkt dat hier nog veel onzekerheid over bestaat, vooral onder gynaecologen en artsen. Een Nederlandse gynaecoloog mag geen besnijdenis uitvoeren, zo veel is duidelijk. Maar hoe zit het met ‘reïnfibulatie’? Dit houdt in dat de vagina van een vrouw die al besneden is opnieuw wordt dichtgehecht. Mag een Nederlandse arts zo’n vrouw opnieuw dichtmaken na bijvoorbeeld een bevalling, als zij daar zelf om vraagt? De wet geeft hier geen antwoord op en reïnfibulatie komt dan ook in Europese ziekenhuizen voor.
Besnijdenis brengt ernstige gezondheidsrisico’s met zich mee. Meisjes worden vaak in onhygiënische omstandigheden besneden. Infibulatie (als bijna alles wordt weggesneden) kan leiden tot infecties, ontstekingen, bloedvergiftiging, HIV-besmetting, incontinentie, beschadigde omliggende organen, onvruchtbaarheid, verhoogde kans op miskramen en voortdurende pijn tijdens het lopen, zitten en de geslachtsgemeenschap. Ook zijn er natuurlijk psychische gevolgen. Een besnijdenis kan een traumatische gebeurtenis zijn. Meisjes kunnen teleurgesteld raken in hun moeder en vaders en het vertrouwen in de omgeving verliezen. Volwassen vrouwen beleven weinig plezier aan seks en kunnen daar dan ook angstig voor worden.
Genitale verminking of de Playboy-look?
Een ander dilemma gaat over de grens tussen besnijdenis en vaginale cosmetische chirurgie. Onder westerse vrouwen wordt het ‘bijwerken’ van de kleine en grote schaamlippen om een ‘nette’ Playboy-look te krijgen, steeds populairder. Uit Leyes onderzoek blijkt dat de meeste Vlaamse gynaecologen vaginale cosmetische chirurgie niet zien als genitale verminking. Maar zijn westerse vrouwen die in hun schaamlippen willen snijden anders dan migrantenvrouwen die hun vagina willen ‘bijwerken’? Kun je juridisch onderscheid maken tussen vaginale cosmetische chirurgie en mildere vormen van traditionele vrouwenbesnijdenis zoals circumcisie waarbij de clitoris niet wordt weggehaald? Het zijn ethische vragen die moeilijk te beantwoorden zijn.
Film van Unicef over vrouwelijke genitale verminking (VGV).
Gebrek aan kennis
Om meisjes en vrouwen die besneden (dreigen te) worden, beter te helpen, is meer duidelijkheid nodig. Duidelijkheid over wat wél en wat niét mag, maar ook over wat artsen en politie moeten doen als zij geconfronteerd worden met een besneden vrouw. Leye constateert een gebrek aan kennis bij deze professionals. Zij concludeert dan ook dat professionals beter voorgelicht moeten worden en dat de verschillende betrokken instanties meer moeten gaan samenwerken. Leye adviseert om een ‘Europees kenniscentrum voor schadelijke traditionele praktijken’ op te richten zodat de problematiek rond vrouwenbesnijdenis in Europa beter onderzocht en begrepen kan worden.
Bronnen:
Els Leye Female genital mutilation. A study of health services and legislation in some countries of the European Union. Universiteit Gent, 8 februari 2008. Tineke Fokkema en Corina Huisman ‘De strijd tegen vrouwenbesnijdenis.’ Demos, nr 2, 2004.
Zie ook:
- Meer over vrouwenbesnijdenis (WHO)
- Meer over vrouwenbesnijdenis (Demos)
- Besnijdenis (Kennislinkartikel van het ISIM)