Je leest:

Vrouwelijke koolmees valt voor lage tonen

Vrouwelijke koolmees valt voor lage tonen

Auteur: | 30 augustus 2011

Mannelijke koolmezen uit de stad zingen hoger dan hun soortgenoten op het platteland. Helaas voor de stedelingen hebben vrouwelijke koolmezen juist een voorkeur voor mannetjes die laag zingen. Dat schrijven Leidse biologen deze week in het blad PNAS.

Bioloog Wouter Halfwerk en zijn collega’s onderzochten verschillende broedende koolmeespaartjes in het nationaal park Dwingelderveld in Drenthe. In en vlakbij iedere nestbox plaatsten zij microfoons om het zanggedrag van het mannetje en de reactie daarop van het vrouwtje te kunnen beluisteren.

Vanaf het moment dat het vrouwtje vruchtbaar is, zingt het mannetje vooral lage tonen. Daarmee laat hij horen wat voor kwaliteiten hij in huis heeft. Het gebruik van lage tonen piekt vlak voordat het vrouwtje begint met eieren leggen. En als het mannetje niet laag genoeg zingt, is de kans groot dat het vrouwtje er met een ander vandoor gaat.

Liedjes met hoge tonen

Om het lage achtergrondgeluid van mensen en verkeer te overstemmen, zingen mannelijke koolmezen in de stad een stuk hoger dan hun soortgenoten op het platteland. In een vervolgexperiment bepaalde Halfwerk hoe vrouwtjes reageren op zulke liedjes met hoge tonen.

Vrouwelijke koolmezen hebben voorkeur voor lage tonen, maar in de stad worden die overstemd door achtergrondgeluid.

Van ieder mannetje nam hij een stukje zang op met voornamelijk hoge tonen of voornamelijk lage tonen. De vrouwtjes kregen die liedjes in hun nestbox te horen. In alle rust of met bijkomend achtergrondlawaai. Halfwerk hield ondertussen in de gaten of vrouwtjes bij het horen van de zang hun nestbox uitkwamen om met het mannetje te paren.

In een rustige situatie komen vrouwtjes iets vaker uit hun nestbox tevoorschijn bij het horen van lage tonen. Maar in een lawaaiige omgeving reageren de vrouwtjes duidelijk sterker op liedjes met hoge tonen. Helemaal niet zo’n gek idee dus, om als koolmeesmannetje in de stad iets hoger te zingen.

Er is echter wel één nadeel; een mannetje in de stad kan zich niet meer van zijn concurrenten onderscheiden door de toonhoogte van zijn zang. Halfwerk denkt dat de koolmezen ook hier een oplossing voor zullen vinden. De mannetjes zouden bijvoorbeeld kunnen variëren met het tempo en het volume van hun liedjes.

Bron

  • Wouter Halfwerk e.a. Low-frequency songs lose their potency in noisy urban conditions PNAS early edition, 29 augustus 2011 online

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 30 augustus 2011
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.