Organisaties die gebruik maken van vrijwilligers, zoals sportverenigingen, zorgcentra of sociaal-culturele instellingen, doen er goed aan te beseffen dat zij een ‘psychologisch contract’ met hun vrijwilligers aangaan. Dit psychologisch contract omvat alle verwachtingen en verplichtingen die de organisatie en de vrijwilliger ten aanzien van elkaar hebben. In zijn promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit Brussel bestookte organisatiepsycholoog Tim Vantilborgh Belgische vrijwilligers met zijn onderzoeksvragen hierover: welke beloningen verwachten vrijwilligers precies voor hun inzet en hoe reageren ze als de beloofde beloningen uitblijven?

Het verdiende loon
Vrijwilligers uit Vantilborghs onderzoek zien drie soorten beloningen voor zich. Ze rekenen ten eerste op materiële beloningen: geen salaris natuurlijk, maar wel de vergoeding van bijvoorbeeld gemaakte reiskosten. Het krijgen van erkenning, een vorm van sociaal-emotionele beloning, is voor vrijwilligers eveneens een belangrijke blijk van waardering.
Ten derde koesteren vrijwilligers waardegebonden verwachtingen: ze gaan ervan uit dat de organisatie waarvoor zij zich inzetten haar beste beentje voorzet om tot ideale resultaten te komen. Als betaalde stafmedewerkers zich ook het vuur uit de schenen lopen of als een organisatie haar missie in de media met verve verdedigt, kunnen vrijwilligers dat opvatten als een beloning voor hun eigen toewijding.
Soms zijn er expliciete beloftes gedaan over de beloningen die vrijwilligers zullen krijgen. Een teamcoördinator kan verteld hebben dat alle vrijwilligers mee op trainingsweekend kunnen, legt Vantilborgh uit, maar het kan ook zijn dat vrijwilligers onuitgesproken verwachtingen koesteren. “Zoals een vrijwilliger die verwacht om mee op trainingsweekend te kunnen, omdat hij of zij merkt dat vrijwilligers in andere lokale afdelingen dat ook kunnen”, aldus Vantilborgh.

Belofte maakt schuld
Voor een organisatie is het belangrijk te weten welke verwachtingen er bij vrijwilligers leven. Want als vrijwilligers erkenning of andere sociaal-emotionele beloningen dachten binnen te slepen en daar komt niets van terecht, gooien zij het bijltje er vaker bij neer, blijkt uit Vantilborghs onderzoek.
Verrassend genoeg verhogen vrijwilligers hun inzet juist als waardegebonden beloningen niet gerealiseerd worden. Wanneer de organisatie het niet zo nauw neemt met de voorgestelde idealen, lijken vrijwilligers er juist een schepje bovenop te doen. Zij willen zo de situatie recht zetten.
Hoe dan ook dienen vrijwilligersmanagers goed te communiceren over te verwachten beloningen en duidelijk te maken waarom bepaalde beloftes niet zijn nagekomen.
Jong en oud
Bovendien is de ene vrijwilliger de andere niet. Zo komt in Vantilborghs onderzoek een opvallend verschil tussen jongere en oudere vrijwilligers naar voren. Jongere vrijwilligers zien voor zichzelf weinig verplichtingen ten opzichte van de organisatie, maar hebben wel hoge verwachtingen van de beloningen die de organisatie zal bieden.
Bij oudere vrijwilligers is dat precies omgekeerd. Zij nemen bij zichzelf vaker veel verplichtingen waar, maar verwachten in ruil weinig van de organisatie. “Wanneer ouderen in een organisatie terechtkomen waarin ze weinig hoeven te doen, en toch heel veel aangeboden krijgen (…), dan voelen ze zich hier niet thuis en hebben ze een grote vertrekintentie.”
Vrijwilligers laten zich dus niet zomaar voor ieders karretje spannen, een wetenschap die organisaties goed kunnen gebruiken om hun vrijwilligers op waarde te schatten.
Zie ook:
- Waarom werken? (Kennislink: Universiteit Twente)
- Verenigingsleven leidt tot betere baan (Kennislink: Radboud Universiteit Nijmegen)
- Hond werkt niet gratis (Kennislink)
- Worden Nederlanders steeds minder maatschappelijk actief? (Kennislink)
- Onderzoeksgegevens CBS vrijwilligerswerk in Nederland