Je leest:

Voortplanting: de normaalste zaak

Voortplanting: de normaalste zaak

Auteur: | 26 september 2017
Shutterstock

In het begin was er veel weerstand tegen IVF, inmiddels is het bijna de normaalste zaak van de wereld. Zo zal het ook gaan met de huidige vernieuwingen in de voortplantingsgeneeskunde. Misschien zal ongewenste kinderloosheid in de toekomst helemaal niet meer bestaan.

Het krijgen van kinderen is niet alleen essentieel voor het voortbestaan van de mens; in het verleden was het krijgen van kinderen ook om sociale redenen erg belangrijk. In sommige landen is dat nog steeds zo. Is het bij ons tegenwoordig normaal als paren bewust kinderloos blijven, in het verleden stonden paren zonder kinderen lager in de rangorde in hun gemeenschap en was hun oudedagsvoorziening niet goed geregeld. Tegelijk stonden zelfs in de bijbel ook al behandelingen beschreven: draagmoederschap en gebruik van donorsperma. Omdat kunstmatige inseminatie toen niet mogelijk was, moest dat laatste via ‘natuurlijke behandeling’ plaatsvinden.

‘We speelden voor God’

Met de introductie van in-vitro-fertilisatie (IVF) als behandeling van ongewenste kinderloosheid is de voortplanting inmiddels enorm gemedicaliseerd. In het begin was er veel weerstand tegen het werken met eicellen en sperma in het laboratorium. ‘We speelden voor God’, zo luidde de kritiek. Bovendien dacht men dat de ‘reageerbuisbevruchting’, zoals het in de volksmond was gaan heten, toch nooit zou lukken. De bioloog Professor Zeilmaker, destijds hoogleraar fysiologie en voortplanting aan het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, probeerde omstreeks 1975 in Nederland een medestander te vinden om IVF bij de mens te gaan toepassen. Hij benaderde indertijd bijna alle academische ziekenhuizen, maar niemand wilde met hem in zee gaan, vooral omdat men niet in het succes van de behandeling geloofde.

Door een speling van het lot kwam ik als gynaecoloog-in-opleiding midden jaren zeventig in contact met Zeilmaker. Niet wetend dat ik nog maar net aan de opleiding was begonnen vroeg hij ook mijn medewerking. Ik kreeg met enige moeite toestemming van mijn hoogleraar, waarop wij – zonder onderzoeksbudget – begonnen met de eerste experimenten. Professor Zeilmaker was toentertijd al een expert in IVF bij de muis. Veel medische literatuur, laat staan ervaring bij de mens was er niet; de eerste IVF-baby werd pas in 1978 geboren. De betrokken onderzoekers Edwards en Steptoe gaven in de eerste jaren ook maar weinig prijs over hun werkwijze. Toch lukte het ons vrij snel om onder experimentele omstandigheden bevruchtingen bij de mens te krijgen. Omdat we uit angst voor aangeboren afwijkingen aanvankelijk geen toestemming kregen om embryo’s in de baarmoeder in te brengen, stopte het werk steeds bij die embryo’s in het lab.

Na erg lang wachten kregen we begin jaren tachtig uiteindelijk toestemming om de embryo’s ook terug te plaatsen. Na een aantal mislukkingen leidde dat na een half jaar tot de eerste doorgaande zwangerschap, wat in 1983 resulteerde in de geboorte van de eerste IVF-baby in Nederland. Op bijgaande foto poseer ik met deze Stefanie Li, tussen professor Zeilmaker en collega gynaecoloog Imprinetta van Gent; beiden zijn inmiddels overleden.

Op 15 mei 1983 werd de eerste reageerbuisbaby van Nederland, Stefanie Hing Li, in het Dijkzigt ziekenhuis te Rotterdam geboren. De ‘makers’ v.l.n.r.: bioloog professor Zeilmaker en de gynaecologen Alberda en Van Gent.
Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/ANP/ Fotograaf onbekend

In de jaren tachtig bleef IVF een bijzonderheid en was het aantal behandelingen beperkt, mede omdat de eicellen nog via een relatief belastende laparoscopie (een kijkoperatie in de buik die onder narcose plaatsvond) uit de buik moesten worden gehaald. Nadat in 1989 het ziekenfonds IVF ging vergoeden, is het aantal behandelingen snel gestegen. Nu is IVF bijna letterlijk ‘de normaalste zaak van de wereld’. In sommige landen is het nog wel kostbaar, maar in Nederland zitten drie IVF-behandelingen in het basispakket, voor ongeveer tweeduizend euro, exclusief medicijnen.

Van spannend experiment tot dagelijkse routine

Bij mijn pensioen in 2015 werd een afscheidssymposium georganiseerd: ‘Van spannend experiment tot dagelijkse routine’. Deze titel geeft precies aan hoe het staat met de IVF. Samen met stimuleren van de eisprong is IVF nu eigenlijk de enige zinvolle behandeling bij een onvervulde kinderwens. Was IVF vroeger alleen geïndiceerd bij afgesloten eileiders, tegenwoordig wordt het bij elke vorm van onvruchtbaarheid toegepast, ook als de oorzaak berust op een sperma-afwijking. In dit cahier worden ook de aanvullingen op de normale IVF beschreven, waarmee bijvoorbeeld ook mannen met slechte of zelfs afwezige zaadcellen geholpen kunnen worden. Tegelijk worden ook de emotionele belasting, de toekomstperspectieven en de ethische kant van de zaak beschreven.

Het is ook mijn verwachting dat het mogelijk zal worden om eicellen en zaadcellen uit stamcellen te maken, zodat ook paren zonder geslachtscellen (biologisch) ouder kunnen worden. Ook zal het mogelijk worden embryo’s genetisch aan te passen. Als dit gebeurt om erfelijke ziekten te voorkomen zal hiervoor waarschijnlijk wel toestemming worden gegeven. Als het gaat om embryo’s te verbeteren – het scheppen van de ideale mens – stelt dit cahier daar terecht vraagtekens bij. Let wel: zowel het maken van geslachtscellen als het manipuleren van embryo’s wordt nu al met succes bij dieren toegepast.

Het cahier ‘Van slaapkamer naar laboratorium: de stand van de voortplantingsgeneeskunde’ van de stichting Biowetenschappen en Maatschappij geeft al met al een mooi inzicht in de huidige situatie in de voortplantingsgeneeskunde, met medewerking van de huidige specialisten op dit terrein. Het geeft ook een idee over de toekomst van de geassisteerde voortplanting. U moet niet denken dat deze vernieuwingen er niet zullen komen. Ik heb aan den lijve ondervonden hoe men IVF vroeger als ‘irreëel’ bestempelde. Nu is het de gewoonste zaak van de wereld. Men zal nog versteld staan van wat er nog gaat komen. Misschien zal ongewenste kinderloosheid in de toekomst helemaal niet meer bestaan.

Lees het volgende artikel van ‘Van slaapkamer naar laboratorium’

Verminderde vruchtbaarheid

Nils Lambalk
Dit artikel is een publicatie van Stichting Biowetenschappen en Maatschappij, en hoort bij het thema Ziekten voorkomen op Biotechnologie.nl.
© Stichting Biowetenschappen en Maatschappij, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 26 september 2017

Discussieer mee

0

Vragen, opmerkingen of bijdragen over dit artikel of het onderwerp? Neem deel aan de discussie.

Thema: Van slaapkamer naar laboratorium

Shutterstock
Van slaapkamer naar laboratorium
We zijn ver gekomen sinds de geboorte van de eerste reageerbuisbaby in 1978: van IVF en het gericht injecteren van één zaadcel in een eitje, tot het zoeken naar ‘goede zwemmers’ in de testes van mannen. En de ontwikkelingen gaan door. Betekent dit dat zowel mannen als vrouwen in de toekomst ook op bestelling zaad of eitjes kunnen produceren uit hun eigen stamcellen? En wat zijn de consequenties van alle diagnostische tests die we op het ongeboren kind kunnen loslaten? Accepteren we als maatschappij straks nog wel kinderen die minder dan perfect zijn? Wetenschappers van naam en faam op het gebied van vruchtbaarheid en ethiek laten hun licht schijnen op verleden, heden en de toekomst van onze voortplanting.
Bekijk het thema
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.