Een foetus maakt tijdens de zwangerschap een verbinding aan tussen zijn eigen bloedsomloop en die van zijn moeder; de placenta. Op die manier krijgt het ongeboren kind de broodnodige zuurstof en voedingsstoffen binnen. De voorraad is echter niet onuitputtelijk en foetussen met een kleine placenta lopen het risico al ruim voor de bevalling door hun reserves heen te zijn.

Doodgeboorten voorkomen

Arts Harvey Kliman merkte dat veel doodgeboorten in een laat stadium van de zwangerschap samenhangen met een kleine placenta. Tijdens routine echo-onderzoek wordt op dit moment niet naar de placenta gekeken, omdat dit technisch erg lastig is. Als er een manier zou zijn om het volume van de placenta al voor de bevalling te bepalen, zou doodgeboorte wellicht te voorkomen zijn.
Kliman was ervan overtuigd dat de groei van een placenta vastgelegd kon worden. Hiertoe ontwikkelde hij een vergelijking om het geschatte volume van de placenta te bepalen. De benodigde breedte, hoogte en dikte van het orgaan bepaalde hij aan de hand van echo-afbeeldingen. Vervolgens vergeleek Kliman zijn geschatte volume van vlak voor de bevalling met het gewicht van de placenta na geboorte van het kindje. In 89 procent van de gevallen blijkt zijn berekening het volume goed in te schatten.

Standaard curven
De berekening werkt het beste in het tweede of vroege derde trimester van de zwangerschap, juist wanneer bij veel vrouwen echo-onderzoek plaatsvindt. Kliman hoopt dan ook dat controle van het volume van de placenta uiteindelijk routine wordt. Om daarbij te helpen, verzamelt hij op dit moment gegevens over de placenta van gezondheidscentra over de hele wereld. Op basis van die informatie wil hij standaard curven opstellen, waarin een dokter snel kan zien of een placenta normaal, te klein of te groot is.
Zie ook
Bloedlink in de baarmoeder (Kennislinkartikel van Cicero) Kind in de buik, DNA in het bloed (Kennislinkartikel van Bionieuws)