Het was de bekende Franse visserijwetenschapper Daniel Pauly die met zijn collega Jennifer Jacquet twee weken geleden van leer trok tegen het viskeurmerk MSC. De twee schreven in het tijdschrift Nature dat MSC een keurmerk uitdeelt aan visserijen die helemaal niet duurzaam zijn. Hij noemt daarbij met name de visserij op krill, koolvis en de Pacifische heek. Deze soorten kunnen zelfs op bepaalde plekken uitsterven, met goedkeuring van het duurzame visserijkeurmerk van MSC, aldus de Fransman.

Pauly’s kritiek wordt serieus genomen, want hij is de minste niet: vorige eeuw veranderde hij op ingrijpende wijze de onderzoeksmethodes naar duurzame visserij en stond hij aan de wieg van ’s werelds grootste online vissenarchief FISHbase. Hij pleit ervoor om meer zee-reservaten in te stellen waar niemand mag vissen.
De reactie van MSC is dat de visbestanden waar Pauly het over heeft, natuurlijk schommelen en helemaal niet in elkaar storten. Nederlandse MSC-woordvoerder Karin Fredrikze voegt eraan toe: “De vangsten worden zo gereguleerd dat de visbestanden op een gezond peil blijven. En overbeviste bestanden komen sowieso nooit in aanmerking voor certificering.”
Wij zijn vooral benieuwd naar de wetenschappelijke kant van het verhaal. Zijn de keurmerken schadelijk of hoort de daling van visstanden inderdaad bij een natuurlijke schommeling? Overdrijft Pauly of is het MSC-keurmerk niets meer waard? Kennislink pakte de visstanden er zelf bij.
Krill tellen

Krill is de belangrijkste garnaalsoort van de Zuidpool, omdat hij het basisvoedsel vormt voor een aantal charismatische dieren, zoals de keizerspinguïn en het grootste dier op aarde, de blauwe vinvis. Een flinke afname in krill zou eveneens een flinke afname in knuffelbare pinguïns betekenen. En dat is volgens Pauly wat je krijgt met het MSC-keurmerk dat krillvisserij toelaat. Naast het principiële idee tegen visserij rondom de kwetsbare Zuidpool, komt Pauly met cijfers: krill neemt al van nature af. Daar bovenop vissen is gevaarlijk.
Pauly’s uitspraak zou meer voeten in de aarde hebben als de krillcijfers daadwerkelijk duiden op grote problemen bij krill; maar dat doen ze niet. Een lichte afname onder het krillbestand is er wel. Een Nature-onderzoek uit 2004 van Angus Atkinson laat dat zien. Op twee plekken rondom Antarctica bleek twintig jaar aan steekproeven met een visnet steeds minder krill op te leveren. Maar hoeveel de afname uit deze steekproeven betekent voor de totale hoeveelheid krill, ook wel biomassa, is niet duidelijk.
Later, in 2008, pakte dezelfde Atkinson het anders aan: hij voegde nieuwe satellietmetingen toe. De biomassa aan krill bleek verrassend hoog: op zijn minst 100 miljoen ton garnalen, en misschien wel 500 miljoen ton. De 1 miljoen ton die een visserijbedrijf met de goedkeuring van MSC wil gaan vangen verbleekt in elk geval bij zulke getallen; er lijkt weinig reden voor ophef rondom het krillkeurmerk.

Op de schommel
Gefrituurde vishapjes zijn favoriet in Nederland, Groot-Brittannië en veel andere landen. De meest gegeten versie is de visstick: daarin zitten stukjes koolvis. Een koolvis wordt bijna een meter lang en zwemt graag in koud water rondom de Noordpool. En met het MSC-keurmerk voor koolvis in de Beringstraat hebben Pauly en Jacquet een probleem.

Pauly legt opnieuw de vinger op een paar pijnlijk klinkende cijfers. “Het MSC deelde in 2005 een keurmerk uit”, schrijft Pauly, “en heeft net het keurmerk weer vernieuwd, ondanks het feit dat de biomassa aan vruchtbare koolvis van 2004 tot 2009 met 42 procent is gedaald.”
De vraag is of deze daling binnen vijf jaar bepalend is voor de hele visstand. Het lijkt er niet op; de biomassa aan koolvis daalde in deze periode misschien best hard, maar zo’n daling blijkt helemaal niet bijzonder. Elke tien à elf jaar gebeurt dat. Bovendien heeft de koolvis slechtere tijden gehad: in 1978 waren de aantallen veel lager dan nu. De daling van 42 procent hangt hoogstwaarschijnlijk dus samen met de natuurlijke schommeling – en kan niet als argument worden genoemd voor overbevissing. De grafiek hieronder laat de schommeling zien.

Een soortgelijk verhaal gaat op voor een ander MSC-certificaat waar Pauly zijn kritiek op baseert. De Pacifische heek mag bevist worden, ondanks het feit dat de hoeveelheid heek sinds zijn piek halverwege jaren tachtig met maar liefst 89 procent is afgenomen. Volgens Pauly bedreigend, volgens MSC opnieuw natuurlijke schommelingen.
En ook hier overdrijft Pauly: de 89 procent is berekend vanaf een absurd goed jaar dat de Pacifische heek -ondanks de visserij- meemaakte. Omdat je na een piek vanzelfsprekend een daling zult zien, is die 89 procent daling niet in zijn geheel zorgwekkend.
Toch is het zo dat wie de grafiek van de Pacifische heek bekijkt, inderdaad een somber plaatje tegenkomt. In de jaren zestig en zeventig leefde er maar liefst 2 tot 3 miljoen ton aan heek in de Stille Oceaan, nu is dat ongeveer 1 miljoen ton. Zie ook weer de grafiek hieronder.

Somber of niet, de Pacifische heek zou zomaar ineens weer kunnen pieken; er zijn namelijk wetenschappers die denken dat dit elke elf jaar plaatsvindt. Bovendien is de kans op overbevissing klein, schrijven de Canadese wetenschappers die jaarlijks een schatting maken van de hoeveelheid heek in de Stille Oceaan. Zij schatten dat in 2010 de vangst iets hoger kan uitvallen dan ideaal is. Er wordt dan misschien iets meer heek gevangen dan je zou willen, maar komt wordt het voortbestaan van de vissoort daarmee bedreigd?
Nee, niet als de vissers hun vangstquotum daarop aanpassen en dus wat minder heek wegvissen. Passen ze hun beleid niet aan, aldus Karin Fredrikze van MSC, dan wordt hun certificaat ingetrokken. Kortom: het is nog te vroeg om aan de alarmbel te trekken. Of de visstand van de Pacifische heek überhaupt in gevaar komt en hoe de vissers ermee omgaan, moet volgend jaar blijken. Dan is het tijd voor de jaarlijkse controle.

MSC: kritiek is geen geheim
Pauly en zijn collega’s lijken met de argumentatie voor hun kritiek de spijker dus enigszins mis te slaan; de cijfers die ze noemen vertellen niet het hele verhaal. Volgens Fredrikze heeft Pauly wel een punt als het gaat om beoordelingscriteria: die zouden te vaag zijn, waardoor je ze op verschillende manieren kunt opvatten. “Maar het probleem waar hij het over heeft stamt alweer uit 2008. Toen kregen we daar al kritiek op, en dus hebben we sindsdien de beoordelingscriteria voor een visserijcertificaat veel strikter gemaakt.” Nieuwe kritiek is altijd welkom, vindt Fredrikze, mits het maar onderbouwd is. “We zijn nog maar een jonge organisatie, 10 jaar nu, en dus loopt alles niet meteen perfect. Dat is geen geheim: daar leren we van.”
Bronnen
- Atkinson, A., e.a. Long-term decline in krill stock and increase in salps within the Southern Ocean. (2004) Nature, Volume 432, pp. 100–103.
- Atkinson, A., e.a. A re-appraisal of the total biomass and annual production of Antarctic krill. (2009) Deep-Sea Research I, Vol. 56, pp 727–740
- Daniel Pauly en Jennifer Jacquet. Seafood stewardship in crisis. Nature, Vol 467, 2 September 2010
- DFO.2009. Canadian assessment of Pacific hake in U.S. and Canadian waters in 2009. DFO Can. Sci. Advis. Sec. Sci. Resp. 2009/002.
- James N. Ianelli, e.a. Assessment of the walleye pollock stock in the Eastern Bering Sea. Alaska Fisheries Science Center National Marine Fisheries Service.
MSC-Rapporten (Engels)
Zie ook
Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/visserij/index.atom?m=of", “max”=>"7", “detail”=>"minder"}