Je leest:

Virussen gaan de strijd aan met acne

Virussen gaan de strijd aan met acne

Auteur: | 25 september 2012

Amerikaanse microbiologen hebben op de huid van proefpersonen elf virussen gevonden die zich specifiek richten tegen Propionibacterium acnes, de bacterie die een belangrijke rol speelt bij acne. De vondst kan wellicht leiden tot de ontwikkeling van een nieuwe behandeling tegen deze vervelende huidaandoening.

In de talgkliertjes van onze huid leeft de bacterie Propionibacterium acnes. Normaal gesproken merk je daar weinig van, maar in de puberteit kan het aantal P. acnes-bacteriën plotseling flink omhoog schieten waardoor de talgkliertjes verstopt raken. Dan komt een ontstekingsreactie op gang waarbij de welbekende puistjes ontstaan. Op de huid van mensen met acne komen tot wel honderd keer zoveel P. acnes-bacteriën voor als bij leeftijdgenoten met een gave huid.

Bacteriofagen afkomstig uit de talgkliertjes van proefpersonen.
University of Pittsburgh

Weinig diversiteit

Op de huid leven ook veel bacteriofagen, kleine virussen die uitsluitend bacteriën kunnen infecteren. En hoewel deze fagen gemakkelijk te isoleren zijn, zijn ze toch nog nauwelijks onderzocht. Microbiologen van de universiteit van Californië en de universiteit van Pittsburgh bestudeerden elf verschillende fagen afkomstig uit de talgkliertjes van mensen met en zonder acne.

Wat hen als eerste opviel is dat alle geïsoleerde fagen genetisch gezien sterk op elkaar lijken. Dat is bijzonder aangezien er bij eerder onderzochte populaties fagen steeds een enorme genetische diversiteit werd gevonden. Dat de virussen uit de talgkliertjes allemaal sterk op elkaar lijken wijst erop dat zij sterk gespecialiseerd zijn en zich specifiek richten tegen de P. acnes-bacterie.

Laboratoriumonderzoek heeft dit vermoeden van de microbiologen bevestigd. Alle geïsoleerde fagen slaagden er tijdens een test in om P. acnes-bacteriën onschadelijk te maken. De virussen deden dit met behulp van het enzym endolysine. Dat enzym saboteert de bacterie door diens celwanden af te breken.

Resistentie omzeilen

De Amerikanen hopen hun fagen in de toekomst in te kunnen zetten bij een nieuwe therapie tegen acne. Op dit moment worden ernstige vormen van acne vaak behandeld met antibiotica. Op zich effectief om het aantal P. acnes-bacteriën op de huid te verminderen, maar inmiddels zijn veel van die bacteriën ongevoelig geworden voor antibiotica. Gemiddeld is zestig procent van de geïsoleerde P. acnes bacteriën resistent tegen antibiotica. Een nieuwe behandeling tegen acne zou dus geen overbodige luxe zijn.

Op de donkere kringen groeiden eens P. acnes-bacteriën. Deze zijn door fagen opgeruimd.
UCLA/Modlin lab

Maar in hoeverre komen fagen daarvoor in aanmerking? Er is al wat ervaring met het gebruik van deze virussen bij de bestrijding van infectieziekten. Zo zijn fagen bij proefdieren al getest voor het behandelen van infecties met Escherichia coli en Staphylococcus aureus. In die experimenten leken de virussen veilig te zijn en hun werk goed te doen. Toch is er ook een nadeel aan het gebruik van de fagen. Het risico op resistentie blijft bestaan.

Sterker nog, de microbiologen hebben in het laboratorium al P. acnes-bacteriën gezien die zich van de aanval van de fagen niets aantrokken. Deze resistente bacteriën dragen allemaal hetzelfde gen bij zich, wat doet vermoeden dat dat gen iets met de ongevoeligheid te maken heeft. Als dat zo is kan er wellicht een manier gevonden worden om de resistentie te omzeilen.

Misschien is het nog makkelijker om niet de complete fagen te gebruiken, maar alleen het enzym endolysine. Op dit moment zijn er nog geen P. acnes-bacteriën gevonden die bestand zijn tegen de werking van dat enzym. En omdat alle geïsoleerde fagen zo sterk op elkaar lijken, maakt het waarschijnlijk ook niet uit van welke faag je het enzym gebruikt. Het endolysine van iedere faag zal immers effect hebben op de P. acnes-bacteriën. Het lijkt dus slechts een kwestie van tijd voordat virussen de strijd aan kunnen gaan met acne.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 25 september 2012
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.