Op 30 april 2009, tijdens de Koninginnedagviering in Apeldoorn, reed een automobilist rond 11.50 uur met hoge snelheid in op de daar aanwezige optocht. In deze optocht bevonden zich koningin Beatrix en de Koninklijke familie. De auto miste de bus waar de Koninklijke familie in zat, maar raakte wel een groep omstanders, waarbij acht mensen omkwamen en tien mensen gewond raakten.
In een dergelijke crisissituatie moeten politieagenten en andere professionals (waaronder medewerkers van brandweer, ambulance, en openbaar vervoer) direct moeilijke beslissingen nemen. Zij moeten de dader (en zijn eventuele medeplichtigen) onmiddellijk uitschakelen, de slachtoffers medische hulp bieden en toeschouwers kalmeren om andere incidenten te voorkomen.
Hulpverleners van politie, brandweer en ambulance in actie nadat een automobilist is ingereden op de optocht tijdens de Koninginnedagviering van 2009 te Apeldoorn.
Eigen emoties onder controle
Ondanks het feit dat hulpverleners doorgaans instructies hebben over de aanbevolen handelswijze, hebben ze regelmatig problemen bij het nemen van de juiste beslissing. Dit wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren: het is vaak noodzakelijk om te improviseren, er is beperkte tijd om te beslissen, en de extreme omstandigheden (veel slachtoffers, dreigend gevaar) kunnen onverwachte emoties teweegbrengen.
Het is dan ook belangrijk dat medewerkers goed weten om te gaan met hun eigen emotionele reactie op de gebeurtenissen. Om optimale beslissingen te kunnen nemen in een crisissituatie moeten zij hun kalmte kunnen bewaren. Bovendien hebben veiligheidsmedewerkers een verhoogd risico om angstgerelateerde stoornissen te ontwikkelen, zoals posttraumatische stress-stoornis (PTSS).
In bestaande trainingen blijkt het moeilijk om medewerkers goed voor te bereiden op heftige stimuli, en ze te leren hoe ze daarmee om moeten gaan. Het trainen van crisissituaties in een virtuele wereld kan misschien uitkomst bieden.

Voordelige virtuele training
Uit recent onderzoek is gebleken dat de kosten die gemoeid zijn met PTSS, zowel voor individuen als de samenleving, zeer hoog zijn. Zelfs lichte vormen van PTSS kunnen leiden tot psychische problemen, gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en andere persoonlijke ongemakken. Het verminderen van het aantal mensen dat lijdt aan een stressgerelateerde stoornis zal veel kosten en ongemakken besparen, zowel voor de persoon als de samenleving.
Om deze redenen is er veel vraag naar betere training voor professionals die via hun werk te maken kunnen hebben met crisissituaties. Ons onderzoek richt zich op de ontwikkeling van een intelligente trainingsomgeving die professionals kan helpen om de kwaliteit van het beslisproces te verbeteren en hun emotionele reactie op traumatische ervaringen beter te reguleren. Het doel is om de trainingsomgeving in 2015 af te hebben.
De training wordt op de computer gedaan en is gebaseerd op virtual reality. Uiteindelijk zullen trainees in een virtuele crisissituatie worden geplaatst, waarin zij moeilijke beslissingen moeten nemen, terwijl er (negatieve) emoties worden opgewekt. Tijdens de training worden aspecten van de mentale toestand van de trainee gemeten (zoals stress, emoties, aandacht en motivatie). Deze gegevens worden vervolgens gebruikt als input voor het intelligente systeem, om te bepalen waarom de trainee bepaalde beslissingen heeft genomen en hoe dit kan worden verbeterd.
Een belangrijke meerwaarde van de aanpak met virtual reality is dat het systeem adaptief is: verschillende aspecten van de training (bijvoorbeeld de scenario’s en de moeilijkheidsgraad) kunnen tijdens de training worden aangepast, afhankelijk van de mentale toestand van de trainee. Bovendien kan het systeem feedback geven aan de trainee, zoals een advies om kalm te blijven of om meer aandacht te besteden aan bepaalde aspecten van de crisissituatie.
Experimentele fase
Maar om tot een dergelijk systeem te komen, moeten we wel weten in hoeverre een virtuele training überhaupt effect kan hebben op de stressreactie van een trainee. Om dit te onderzoeken hebben we een experiment uitgevoerd waarbij het effect van de training is onderzocht door hartslag, geleiding van de huid en subjectieve emotionele toestand te meten. De hartslag en de huidgeleiding hebben we gemeten met fysiologische meetinstrumenten. Om de subjectieve emotionele toestand van de deelnemers te meten hebben we naar hun emotionele toestand gevraagd.

Tijdens het experiment kregen de deelnemers een serie foto’s te zien die verschillende emoties kunnen oproepen (blij, bang, verdrietig) met verschillende sterktes (weinig emotioneel tot zeer emotioneel). Hierna werd aan de helft van de deelnemers een virtuele training aangeboden, terwijl de andere helft niets hoefde te doen.
Tijdens de training werd de deelnemers gevraagd om actief hun emoties te reguleren, bijvoorbeeld door zich bij elk plaatje te realiseren dat de foto geen werkelijke situatie voorstelt maar kunstmatig is gemanipuleerd. Het idee hierachter is dat mensen, door het trainen van het reguleren van hun emoties in extreme situaties, in de toekomst minder emotioneel zullen reageren bij het ervaren van vergelijkbare situaties.
Emotionele training effectief
Uit de resultaten blijkt dat er inderdaad een effect lijkt op te treden: enkele uren na de training kregen alle deelnemers opnieuw een serie plaatjes te zien. Hierbij beoordeelden de deelnemers die de training hadden gedaan de door de plaatjes opgewekte emoties als significant minder hevig dan de controlegroep die geen training had gehad.

Overigens is de effectiviteit van de virtuele training in dit experiment na enkele uren gemeten. Het is nog niet bekend wat het effect op de langere termijn is. Dit zullen we in de komende periode onderzoeken door de deelnemers mee te laten doen in vervolgexperimenten na een aantal maanden.
Tot slot hebben we ook een tweede trainingsvariant aangeboden aan een nieuwe groep deelnemers. We hebben deze trainingsvariant bekeken omdat we wilden weten of de specifieke vorm van emotieregulatie (zoals gevraagd bij de eerste trainingsgroep) essentieel was of dat het effect ook zou optreden bij mensen die de foto’s tussentijds op een andere manier verwerkten.
In het tweede experiment moesten de deelnemers daarom geen actieve emotieregulatie toepassen, maar moesten ze alleen aangeven of de foto een positieve dan wel negatieve emotie opriep (door op de spatiebalk of de muis te klikken). Ook hier is de effectiviteit van de virtuele training na enkele uren gemeten, en uit de resultaten bleek dat deze vorm van training juist voor méér stress zorgde in plaats van het te reduceren.
Kortom, het experiment heeft aangetoond dat virtuele training een effect kan hebben op de manier waarop mensen reageren op emotioneel geladen stimuli. Bovendien is gebleken dat de vorm van dit effect (hetzij vergroten of verkleinen van de stress) afhangt van de specifieke instructies die tijdens de training zijn aangeboden. Dit is een belangrijk uitgangspunt voor de ontwikkeling van de virtuele trainingsomgeving die de komende jaren zal worden voortgezet.
Dr. Charlotte Gerritsen is post-doc onderzoeker bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving en bij de afdeling Kunstmatige Intelligentie van de Faculteit der Exacte Wetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Bron:
- Bosse, T., Gerritsen, C., Man, J. de, and Treur, J., Measuring Stress-Reducing Effects of Virtual Training Based on Subjective Response, Proceedings of the 19th International Conference on Neural Information Processing, ICONIP’12. Lecture Notes in Artificial Intelligence (2012).